Timo Roosen schrapt klassiekers bij dsm-firmenich PostNL: “Wel weer een grote ronde”
Interview Na negen jaar Jumbo-Visma is Timo Roosen van ploeg veranderd. Bij dsm-firmenich PostNL krijgt hij een prominente plek in de sprinttrein van Fabio Jakobsen. Een interview met de Nederlands kampioen 2021 over zijn overstap, nieuwe rol en het maken van scherpe keuzes.
Hoe onwennig was het om op 1 januari – na negen jaar – een ander shirtje aan te trekken?“Dat was natuurlijk wel even raar. Ik heb altijd in geel-zwart gereden en nu ineens in een heel ander outfit. Maar dat is eigenlijk alleen maar leuk. Het uitpakken van die kleding is altijd toch een soort feestje. Alsof het Sinterklaas is en een heel pakket cadeau krijgt en je weer een nieuw, fris outfitje kan aantrekken.”
Hoe is het om bij een andere ploeg te rijden na zo’n lange tijd Jumbo-Visma?
“Het is een soort frisse wind. Ik had het nog heel erg goed naar mijn zin bij Jumbo-Visma, dus wat dat betreft is het niet heel anders. Maar het is wel goed, denk ik, om een keer iets anders te hebben. Nieuwe mensen om je heen te verzamelen met nieuwe inzichten. Het is bij deze ploeg allemaal net even anders dan bij Jumbo-Visma.”
De laatste jaren ben je iets uit beeld geraakt. Wat is daarvan de oorzaak?
“Bij Jumbo-Visma hebben ze een heel blik aan wereldtoppers dat ze kunnen opentrekken. Mijn rol veranderde daardoor naar iets meer op de
achtergrond, en meer in een helpende rol. Ik kwam dus ook steeds vroeger in de wedstrijden op kop om daar mijn taak te vervullen.
Dat is ook wat ik zocht in een nieuwe uitdaging bij een andere ploeg; om weer later in de koers en in finales mijn ding te doen.”
Ook om eigen kansen na te jagen?
“Nee, dat niet eens. Het is voor Fabio in de sprinttrein. Ik heb het niet nodig om meer voor mezelf te rijden. Ik zie deze nieuwe rol juist echt als een uitdaging.”
Wat wordt jouw rol bij dsm-firmenich PostNL?
“Ik ben de man vóór de lead-out man. Wij noemen dat de positioner. We hebben aan die rol nu een naam gegeven, wat het communiceren met iedereen weer ietsje makkelijker maakt. Tussen welke kilometers van de finish dat idealiter gaat zijn, is lastig te bepalen. Het mooiste zou natuurlijk zijn als we de lead-out kunnen rijden tot een meter of tweehonderd van de finish.
Dat zou een ideaal plaatje zijn. Maar in de grote wedstrijden zie je dat tegenwoordig niet zoveel meer. Het gaat meer van belangrijk punt naar belangrijk punt zijn om te zorgen dat de lead-out man op een goede plek zit om zijn werk te doen voor de sprinter.”
Hoe lang verwachten jullie nodig te hebben om de sprinttrein goed op de rails te krijgen?
“Dat is heel erg lastig te zeggen. We zijn best wel nieuw voor elkaar. Maar we hebben wel een supergoede ervaren groep, met ook een paar jonge mannen erbij. Ik denk dat die combinatie heel erg belangrijk is. En ik heb er heel veel vertrouwen in. Maar we hebben nog geen één keer in deze samenstelling gekoerst. Dat gaat allemaal nieuw zijn. De lead-out gaan we helemaal uit moeten bouwen en daarin groeien.
En ja, hoe lang zoiets duurt… Ik vraag het me ook af. Het zal niet meteen helemaal vlekkeloos lopen. Dat heeft wel wat tijd nodig. Maar het zou natuurlijk mooi zijn als we vóór de grote rondes het aardig op de rails hebben staan.
Onderling hebben we het vaak over de sprinttrein. We hebben veel meetings over dit thema. Dit is ook iets wat we besproken hebben: van raak niet in paniek als het in het begin nog niet allemaal vlekkeloos loopt. Het is onze ambitie om alles goed te doen. Maar een wedstrijd is soms te lastig om het allemaal perfect te doen. Er zijn eigenlijk geen wedstrijden waar alles perfect gaat.”
Je hebt in het verleden met veel succes sprints aangetrokken voor Dylan Groenewegen. Hoe is het om weer een rol te spelen in een sprinttrein, nu als positioner?
“Helemaal gestopt met sprintvoorbereidingen ben ik niet. Het afgelopen jaar heb ik dat nog voor Olav (Kooij, red.) gedaan. Maar dat was wel in kleinere wedstrijden en ook in wisselde samenstellingen. Ik heb er heel veel zin in. Vooral om weer te koersen. Ook als we die meetings hebben nu. Lekker veel over die sprints praten en echt proberen er zoveel mogelijk een lijn in te krijgen. Dus ja, ik kan gewoon niet wachten. Ik heb er gewoon superveel zin in.”
Je laatste grote ronde reed je in 2018. Heeft dat ook meegespeeld in je besluit naar een nieuwe ploeg te gaan?
“Dat heeft wel een rol gespeeld. Bij deze ploeg krijg ik ook een stukje zekerheid, met een iets langer contract (voor drie seizoenen, red.). Weer grote rondes op mijn programma en een rol die ambitieuzer is, vind ik, dan die ik bij Jumbo-Visma had.”
Jakobsen gaat de Giro d’Italia én de Tour de France rijden. Jij ook?
“De Giro sowieso. Voor de Tour de France sta ik nu op de longlist. Dat is dus nog even afwachten.”
Ga je ook weer de voorjaarsklassiekers rijden?
“Nee, geen klassiekers meer. Dus dat is ook een verandering voor mij. De focus ligt nu volledig op de sprinttrein, ook qua training. Maar dat vind ik eigenlijk ook wel fijn, dat ik nu echt één focus heb, en qua training ook richting één doel kan toewerken.’
Verwacht je het rijden van de Ronde van Vlaanderen en Paris-Roubaix te gaan missen?
“Als ik voor de tv zit, zal het natuurlijk ergens wel een beetje pijnlijk zijn. Ik vind Roubaix de mooiste wedstrijd van het jaar. Maar om het een keer op tv te zien, moet wel lukken, denk ik. Dat is op een andere manier ook genieten.”
Reacties zijn gesloten.