Thom van der Werff kroont zich tot Nederlands kampioen bij de beloften
Video Thom van der Werff van Picnic PostNL Development is de nieuwe Nederlandse kampioen bij de beloften geworden. Zowel de profs als de beloften reden hun kampioenschap in dezelfde wedstrijd. Een tiende plek in de daguitslag was voor Van der Werff goed voor de Nederlandse titel. Jesse Kramer van Hagens Berman Jayco en Mike Bronswijk van Diftar werden respectievelijk tweede en derde.
Normaal gesproken is de beloftenwedstrijd op een kampioenschap een goede graadmeter voor de profkoers, die vaak als laatste in het programma is opgenomen. Op het Nederlands kampioenschap op de weg 2025 gold die vuistregel niet: doordat politie-inzet vanwege de NAVO-top niet mogelijk was, waren beide kampioenschappen op zaterdag 28 juni ondergebracht in één koers.
Het was eigenlijk de bedoeling dat het NK verreden zou worden in Nijmegen en Berg en Dal. Door alle gevolgen van de geplande NAVO-top in Den Haag, moesten de KNWU en organisator Courage Events in alle haast op zoek naar een alternatieve locatie. Uiteindelijk kwamen ze uit bij Ede, waar een afgesloten omloop van 41 kilometer – met slechts 115 hoogtemeters – was uitgetekend.
Van der Werff de snelste in de sprint
Door omstandigheden kregen we een wedstrijd in een wedstrijd en dit zorgde voor een extra dimensie. De wedstrijd zou uiteindelijk worden beslist in een massasprint, waardoor de snelste belofte in het peloton zich automatisch tot Nederlands kampioen zou kronen.
De 20-jarige van der Werff mag zich daardoor Nederlands kampioen bij de beloften noemen door naar een tiende plek te sprinten. De 21-jarige Kramer werd met een twaalfde plaats in de daguitslag tweede, terwijl de 22-jarige Bronswijk achttiende werd in de daguitslag, goed voor het brons bij de beloften.
“Ik weet dat ik goed kan positioneren en dat ik snelle benen heb, dus ik achtte mezelf wel bij de kanshebbers”, reageert hij na afloop. “Vorig jaar heb ik moeite gehad met de overstap naar de beloften en in juli heb ik een zware blessure gehad waardoor ik er acht maanden heb uitgelegen. Wat de blessure was, is nog een beetje vaag. Het was iets met de zenuw in het been. Daar heb ik veel onzekerheid van gehad… Ook de vraag of ik ooit nog weer op niveau zou kunnen. Gelukkig ben ik weer bovenop gekomen.”
Reacties zijn gesloten.