Tadej Pogacar wil weer winnen op ‘zijn’ Planche des Belles Filles
Analyse Één etmaal voor ‘zijn’ berg kon hij zich al niet meer inhouden. Aan La Planche des Belles Filles heeft Tadej Pogačar alleen maar goede herinneringen. Op zaterdag 19 september 2020 transformeerde hij zich op deze klim van een supertalent naar een superkampioen. Hoe vernietigend hij destijds in de tijdrit Primož Roglič in extremis nog uit de gele trui reed en zelf de Tour de France won, is ongekend. Op deze loodzware Vogezen-klim wil hij daags na zijn verrassende zege in Longwy opnieuw zegevieren.
De Tour-geschiedenis van La Planche des Belles Filles is gekend. Hij die op deze berg de gele trui draagt, wordt vrijwel altijd in Parijs gehuldigd als Tourwinnaar. Bradley Wiggins (2012), Vincenzo Nibali (2014), Chris Froome (2017) en Tadej Pogačar (2020) bewezen het. Alleen Giulio Ciccone kon het drie jaar geleden niet waarmaken. Al was het destijds pas slechts rit zes in de Tour.
Dit jaar greep Pogačar juist rit zes van Binche naar Longwy al aan om de gele trui te veroveren. Een aanval die bij de start totaal niet gepland was, zo liet hij na de finish weten. De 23-jarige Sloveen heeft het in deze eerste Tourweek vooral over ‘zich amuseren’. Eerst tussen de mensenmassa’s in Denemarken. Vervolgens in de kasseienrit naar Arenberg en nu dan in een bizar snelle rit met de finale in de Lorraine.
Hoe Pogačar in de finale in de sprint bergop met o.a. Primož Roglič, Michael Matthews, Dylan Teuns en Thomas Pidcock op 250 meter van de streep niet de turbo maar zijn straalmotoren aanzette, was indrukwekkend. De concurrentie moet bijna moedeloos worden van het machtsvertoon waarmee de tweevoudig Tourwinnaar nu al in de eerste week heerst.

foto: Cor Vos
En dit was de week met de ritten waarin UAE Emirates zich vooral ten doel had gesteld om geen achterstand op te lopen. Er was enige vrees voor de vier klassieke renners die Jumbo-Visma speciaal voor deze eerste zes ritten had opgesteld om zo hun klassementsrenners Roglič en Jonas Vingegaard in stelling te brengen.
“Met de positieve coronatest van Matteo Trentin en de ietwat sukkelende Mikkel Bjerg waren we behoorlijk verzwakt voor deze eerste ritten”, bevestigde teammanager Mauro Gianetti. “De eerste week is ongelooflijk goed verlopen. “
“Dat we nu al het geel zouden hebben, hadden we nooit verwacht. Maar je ziet vandaag ook weer dat je niemand mag afschrijven. Primož Roglič valt nu op 400 meter van de streep aan, terwijl hij gisteren nog ruim twee minuten verspeelde na een zware val. Jumbo-Visma en INEOS-Grenadiers hebben nog diverse troeven om uit te spelen, waardoor wij super geconcentreerd moeten blijven.”
Gravelzone
Het ligt in de bedoeling van Pogačar om in de rit naar La Super Planche des Belles Filles, een aankomst na de steile gravelzone met stijgingspercentages tot 24%, opnieuw voor de ritwinst te gaan. Deze klim maakt speciale gevoelens bij hem los en hij zou er dezelfde sensaties als in 2020 willen beleven. “Ja, ik wil op La Planche des Belles Filles weer winnen”, zei hij in de persconferentie.
“Mijn vriendin en ouders wachten me boven op de klim op. Dat is een extra motivatie om iets speciaals te laten zien”, waarschuwde hij zijn concurrenten alvast.
Zijn ploeggenoot Rafal Majka genoot van het optreden van zijn knecht. De Pool, tweevoudig winnaar van de bergtrui in de Tour de France, wordt vanaf nu een van de belangrijkste steunpilaren voor de jonge Sloveen.
“Ik zie Tadej ieder jaar alleen maar beter en beter worden”, zei Majka. “De afgelopen jaren was hij nog altijd een beetje de coming-man, maar nu heeft hij zijn positie als leider echt gevonden. Hij is voor niets en niemand meer bang. In zijn hoofd is hij heel sterk geworden. Daarbij zie je dat hij dit jaar ook fysiek weer een stuk beter is geworden. Zo’n sprint als hij vandaag laat zien. Die kracht, die explosiviteit…”
Majka kijkt dan ook uit naar de komende bergritten: “Met Brandon McNulty, Marc Soller, Geroge Bennett en mij hebben we voor het hooggebergte een sterk team om Pogačar heen. Wij hoeven hem alleen maar naar de laatste klim te brengen. Vervolgens kan Tadej voor het spektakel zorgen.”
Spektakel
Dat spektakel liet hij al in Noord-Frankrijk zien. Met het ‘maillot-jaune’ nu al om zijn schouders, ben je geneigd te zeggen dat Pogačar deze Tour de France nu al naar zijn hand heeft gezet. Toch zijn de verschillen nog klein. Jonas Vingegaard staat op slechts 31 seconden, terwijl het INEOS-Grenadiers trio Adam Yates, Geraint Thomas en Daniel Felipe Martínez binnen de minuut staat. En vergeet Aleksandr Vlasov op 52 tellen niet.
“Tadej Pogačar maakt veel indruk, maar dat verbaast ons niet”, stelde Rod Ellingworth, hoofdcoach van het Britse keurkorps. “Deze jongen heeft zoveel talent. Wij voorspelden hem op 50 kilometer van de streep al als de winnaar van deze rit.”
Toch kijk Ellingworth niet te veel naar Pogačar: “Wij hadden nooit durven dromen dat we na deze week aan de vooravond van de eerste aankomst bergop nog onze drie klassementsrenners in een goede positie en in een goede vorm van voren zouden hebben. Pogačar heeft in zijn Tour-verleden nog nooit een teken van zwakte getoond, maar de Tour-geschiedenis leert ons ook dat iedereen wel eens een slechte dag kan hebben.”

Fijn om je overal met zo veel plezier te zien fietsen. Altijd vooraan, met speels gemak over de kasseien en zelfs even mee met de vlucht van de dag. Tegenstanders in paniek, peleton in rep en roer; lachen!
Je lacht veel deze tour. En terecht, een prima tijdrit, geweldige rit over de steentjes rondom Arenberg en een mooie overwinning vandaag. Je lacht nog harder als van Aert je op een gaatje fietst maar vergeet zijn kopman mee te nemen. Of als Bettiol en Stuyven zich de ballen uit de broek rijden voor jou.
Mensen houden van mensen die veel lachen. Iedereen mag je, ik ook, en als je lacht dan lachen de goden met je mee. Dan wil iedereen met je op de foto, feliciteren je tegenstanders je als eerst, rijden renners van andere ploegen voor jou en valt de regen altijd net als jij al langs bent gefietst.
Maar pas op lieve Pogi, de goden zijn wrede wezens. Ze lachen hard. Ze lachen met je mee, maar ze lachen altijd als laatst. Wees dus voorzichtig en lach met eerbied. Want het wiel van fortuin kan sneller draaien dan jij kan trappen.
Ik wens je een heerlijke tour, blijf plezier hebben, dan hebben de goden dat ook!
Je Zen
In de Tour was er vorig jaar even dat mini-zwaktemomentje op de Ventoux en het jaar voordien de Col de la Loze. Ofwel zoeken met een vergrootglas.
WK in Leuven is wellicht de enige keer dan ja. Al was dat niet per se een parcours op zijn maat.
Sowieso is heel veel heel hoog iets wat hij niet veel heeft hoeven doen. Helaas zitten die ijle etappes er steeds wat minder in tijdens grote rondes, deze tour geloof ik wel 1 of 2.
LOL
Wat ie daar nog presteerde nadat hij zelfs nog als piloot voor McNulty had gefunctioneerd was wederom volstrekt buitenaards. Ik heb zelden een renner gezien die zo niet kapot te krijgen is.
Vorig jaar op het einde van de tweede Ventoux-beklimming draaide het op een bepaald ogenblik iets minder voor Pogacar. Daarom kon Vingegaard wegrijden. Pogacar was op dat ogenblik wel nog steeds de tweede beste van de klassementsrijders, en aan de aankomst zat hij weer netjes bij Vingegaard.
Dus, neen, echte slechte dagen heb ik nog niet waargenomen bij Pogacar. Die komen er zeker ooit eens aan. Hitte, maagproblemen, een letsel. Ook hij zal daar wel mee geconfronteerd worden in de toekomst. Maar momenteel draaien zowel het jonge lichaam als het sterke hoofd op volle toeren als nooit te voren.
(De kasseienrit: dät was aanvallen)
Hij heeft op weg naar Longwy net de aanval van zijn belangrijkste tegenstrever voor geel (én ritwinst) vandaag - de geletruidrager zélf - geneutraliseerd door die eerst volop met de spierballen te laten rollen.
Conclusie: Pogacar is een soort aikido-meester
Ik geniet van sporters die tot het gaatje gaan, eigenlijk boven hun kunnen presteren en toch victorie kunnen kraaien, maar ook volledig door het ijs kunnen zakken omdat ze iets waagden. Bij Pogacar lukt altijd alles met twee vingers in de neus en dat is dodelijk saai.
Enige verschil is dat renners toendertijd een heel seizoen door koersten en renners tegenwoordig selectiever koersen moeten uitkiezen. Merckx won het hele jaar door, Pogacar moet zoals elke moderne renner zijn wedstrijden uitkiezen.
Ben wel benieuwd hoe lang hij top blijft, renners die erg jong goed zijn willen wel een terugvallen later in de carrière.