Filippo Pozzato, Juan Antonio Flecha en Thor Hushovd behoren tot de verliezers uit de elitegroep die een tijd lang voor de winst streed in Parijs-Roubaix. Hieronder geven zij hun relaas over de wedstrijd. De NOS interviewde Juan Antonio Flecha, Martijn Maaskant en Servais Knaven.

“Wat kan ik erop zeggen?”, vraagt Flecha zich af in de Telegraaf. “Ik was vandaag goed. Heel goed. Ik voelde mijn benen niet en vloog over de kasseien. Het heeft blijkbaar niet zo mogen zijn. Dit is Parijs-Roubaix.”

Pozzato wist in een één-op-één duel niet bij Tom Boonen te komen. “Uiteraard ben ik ontgoocheld met deze gemiste kans. Toen Flecha viel, verloor ik enkele meters en even verderop moest ik ook nog eens de gevallen Hushovd ontwijken. Desondanks bleef ik erin geloven. Ik dacht echt naar Boonen toe te kunnen rijden, maar die bleek sterker dan verwacht. Je moet kunnen toegeven wanneer de beste gewonnen heeft.”

Thor Hushovd verpestte zijn eigen kansen met een verkeerd ingeschatte bocht. “Ik denk dat ik en Tom de sterkste twee renners in koers waren”, zei de kopman van Cervélo, dat een sterke indruk maakte. “Of ik hem in de sprint kon kloppen, weet ik niet, maar ik had wel graag die kans gehad. Mijn val heeft me die mogelijkheid ontnomen. Ik had al de hele dag wat last van mijn in de Ronde van Vlaanderen gehavende hand. Vlot sturen ging in de finale niet meer. Ik ben blij met mijn podiumplaats, maar de manier waarop ik werd geklopt steekt toch wat.”