foto: Sirotti

Op het podium van de Amstel Gold Race waren drie uitermate blije gezichten te zien. Philippe Gilbert was gelukkig omdat hij zopas zijn eerste grote klassieker in twee jaar gewonnen had, Jelle Vanendert omdat hij met een tweede plaats alle twijfels over zijn vormpeil van tafel geveegd had, en Simon Gerrans omdat hij er alles aan gedaan had om het Gilbert lastig te maken. Deze drie renners beamen hun blijheid in de persberichten van hun ploegen.

Philippe Gilbert: “Het is nog steeds mooi om een grote klassieker te winnen. Op de training van vrijdag voelde ik al dat ik superbenen had, en dat gevoel werd in de koers helemaal bevestigd. In de laatste tien kiliometer liet ik mijn ploeg weten dat ik goed vooraan aan de laatste beklimming van de Cauberg wou beginnen, en dat gebeurde ook. Ik ben heel blij met deze overwinning, maar ik ga niet op de feiten vooruit lopen. Ik hoop wel op meer zeges in de Waalse Pijl of Luik, maar ik bekijk het koers per koers.”

Jelle Vanendert: “De beginfase van de wedstrijd verliep niet erg goed voor mij. Na veertig kilometer kwam ik ten val, en bezeerde ik mijn knie. Ik geraakte daarna heel moeizaam weer op gang en ik flirtte zelfs even met de opgave, maar in de laatste vijftig kilometer kwam ik samen met broer Dennis vooraan in het peloton postvatten. Verder verliep mijn plan om van iedereen weg te rijden nà de Cauberg, door te profiteren van een aarzeling van mijn concurrenten, perfect. Alleen reed Philippe Gilbert nog voor ons uit. Toch ben ik tevreden, en sta ik waar ik wil staan.”

Simon Gerrans: “Ik heb vandaag, net als de hele Orica-GreenEdge ploeg, alles gedaan wat ik kon. Eén renner was echter veel te sterk voor de rest van de deelnemers, dus moet ik tevreden zijn. Vooral omdat ik aan de voet van de laatste beklimming van de Cauberg perfect afgezet werd door Simon Clarke en Pieter Weening. Ik viel aan, maar dan zag ik Philippe Gilbert naast mij komen. Hij sloeg meteen een kloof. Maar toen we daarachter niet konden samenwerken, had ik snel door dat we zouden strijden om de ereplaatsen.”