Michael Mørkøv vertelt over de kunst van de lead-out
Michael Mørkøv was in 2021 weer van onschatbare waarde als piloot van zijn sprintkopmannen bij Deceuninck-Quickstep. Daarnaast hengelde Mørkøv, samen met Lasse Norman Hansen, ook zelf nog een flinke prijs binnen: goud op de Olympische Spelen, bij het onderdeel koppelkoers. “Het was geweldig om te bereiken wat ik in het voorjaar heb bereikt met Sam (Bennett, red.), vervolgens in de Tour met Cavendish en later met mijn eigen gouden plak”, blikt de 36-jarige renner terug in een interview met Cyclingnews, waarin hij uitgebreid vertelt over het fenomeen lead-out.
“Het slechtste wat je kan doen als lead-out is gewoon uitsturen”
Mørkøv gaat vervolgens dieper in op de kunst van de lead-out en trekt daarbij in twijfel of een pure sprinter wel geschikt is voor deze taak. “Sommige sprinters weten gewoon niet hoe ze een renner ideaal af moeten leveren. Dat komt omdat het allemaal op het lezen van de wedstrijd aankomt. De afstand van een lead-out is nooit precies van 400 meter voor de streep tot het bordje van de 200, het gaat erom dat je degene die het af moet maken, met snelheid brengt, waarna deze renner dan zelf kan bepalen wanneer hij aangaat”, doceert de renner van Quick-Step Alpha Vinyl.
“Dus als mijn sprinter besluit dat 200 meter voor de finish nog niet het juiste moment is, kan ik doorgaan tot bijvoorbeeld 150 voor de meet. Het slechtste wat je kan doen als lead-out is gewoon uitsturen, met je elleboog een teken geven en ‘Nou, dat was het’ zeggen”, vervolgt hij.
Jakobsen is een snelle leerling
Ook belangrijk, volgens Mørkøv, is het op elkaar ingespeeld raken. Dat gaat echter niet altijd even snel. “Het kan soms lang duren voordat je het juiste gevoel hebt, maar dat verschilt. Met Elia (Viviani, red.) kostte het een tijdje, maar de eerste koers die ik deed met Fabio (Jakobsen, red.), de Scheldeprijs in 2018, won hij gelijk. Hij is een jonge gast, die vertrouwt op mijn kwaliteiten en precies volgt wat ik doe, wat aantoont dat hij zelf een supersnelle sprinter is”, complimenteert hij zijn Nederlandse ploeggenoot, voor wie hij wellicht als piloot zal gaan dienen in de komende Tour de France.
Jakobsen heeft denk ik superveel geluk met zo'n loods. Want als je kijkt wat hij weer prestereerde in de Vuelta, dan denk ik dat de combi Jakobsen/Morkov wel eens heel succesvol kan worden.
En daarbij: Vroeger had je nog wel eens van die kwakkers bij Quackstep (van die Argentijnen geloof ik), maar in veel gevallen is Morkov gewoon best netjes in zijn leadout (niet altijd overigens)
Bij QS zit hij op de juiste stek bij het juiste team.
Juist WEL relevant als het gaat het benoemen van de kwaliteiten van Morkov.
Ja natuurlijk is het hele "wie de snelste sprint rijdt" bullshit. Maar de kwaliteit van Morkov is dat hij zijn sprinter dusdanig goed kan brengen dat de sprinter ook kan winnen als hij niet de sterkste is van het hele spul.
Cavendish was in de TdF zeker niet de A+++ sprinter, maar hij had vooral een A+++ leadout. En ik durf bijna te stellen dat de leadout zo sterk was dat hij misschien zelf wel zou kunnen winnen als hij vol door zou sprinten tot de meet, en een Steegmansje doet.
Wat blijft er dan over? Dat Cavendish gemiddeld beter was dan Bouhanni, Greipel en Bol. Daar heb je Morkov niet voor nodig.
Verder denk ik dat Morkov ook gewoon kan vervangen worden in die trein. Hij is niet de eerste en zal ook niet laatste super-leadout van QS zijn. Het is vooral de ploegleiding die weet welke renners/profielen perfect in een trein passen.
In 2021 Démare verslaan was even indrukwekkend en representatief als in 2021 Hirschi verslaan.
Maar die komen toch echt niet in de buurt bij wat Morkov laat zien. Je ziet zelden dat de sprinter het wiel van Morkov kwijt raakt, terwijl dat bij zowel AF als bij TJV wel regelmatig gebeurde.