Michael Gogl wil zich tonen bij Alpecin-Fenix: “Ik moet constanter worden”
Michael Gogl hoopt zijn ontwikkeling de komende twee jaar bij Alpecin-Fenix voort te zetten. De 28-jarige Oostenrijker toonde zich dit jaar met een zesde plek in de zware Strade Bianche. “Ik weet nu dat ik absoluut het niveau heb om met de besten ter wereld te rijden, maar ik moet wel constanter worden”, vertelt hij aan Radsport-News.com.
Gogl werd in 2016 prof bij Tinkoff, reed daarna drie jaar voor Trek-Segafredo en de afgelopen twee seizoenen koerste hij voor Qhubeka NextHash. In Zuid-Afrikaanse dienst kreeg hij meermaals een eigen kans, en dat leidde onder meer tot een negende (2020) en zesde plaats (2021) in Strade Bianche. Ook in de Ster van Bessèges en op het Oostenrijks kampioenschap behaalde hij ereplaatsen, maar een knieblessure zorgde ervoor dat hij vroeg moest opgeven in de Tour de France.
Troef in de klassiekers
“Vooral in het voorjaar kon ik mijn klasse laten zien in sommige wedstrijden”, blikt Gogl terug. “Maar helaas had ik niet het geluk dat je in het wielrennen soms nodig hebt. De afgelopen twee jaar heb ik wel geprobeerd om mooi te koersen. Het was echt leuk om zo te rijden, en dat is precies het gevoel dat ik meeneem in de voorbereiding op 2022. Alpecin-Fenix is een van de beste teams op dit moment”, kijkt hij uit naar zijn nieuwe werkgever.
Met zijn transfer van Qhubeka NextHash naar Alpecin-Fenix gaat er veel veranderen voor Gogl. “We gaan altijd als favoriet een wedstrijd in, omdat we met een superster of een van de sterke sprinters”, weet de Oostenrijker. “De klassiekerploeg is echt sterk. Maar dat heb je ook wel nodig voor die wedstrijden. Iedereen die er in de finale nog bij is, is een troef, en dat vergroot ook persoonlijk je kansen op een overwinning.”

Gogl (uiterst rechts) volgt in de finale van Strade Bianche zijn nieuwe kopman – foto: Cor Vos
Ik verwacht sowieso dat de knechten van Wout & Mathieu komend seizoen een meer prominente rol zullen spelen dan voorheen. We hebben in 2021 keer op keer gezien dat de twee sterren belachelijk veel met hun krachten smeten op de verkeerde momenten, met als resultaat welgeteld 0 monumentale overwinningen voor hen tezamen.
Lijkt me evident dat bij zowel JV en AF het devies voor 2022 is: zuiniger maar effectiever rijden. Minder veldritten. Niet jezelf laten verleiden tot uitputtende demonstraties in de Binck Banck, Tour of Britain of de Tirreno. En de eerste 200 km van grote klassiekers over laten aan (nieuwe) knechten, zoals Gogl, Dennis en Laporte.
Voor wat betreft Gogl zal de opdracht zijn om die prestaties in de Strade niet langer de eenzame uitschieters in het seizoen te laten zijn. Vaker een zeven scoren ipv die ene 8+ en vervolgens zesjes of minder.
0 monumenten klopt maar dat heeft nooit aan een gebrek aan knechten gelegen.
Ik verdenk Matje ervan dat als hij eenmaal een gat met Wout heeft, er een stem in zijn kop opsteekt die dicteert: nu toeslaan. Dan rijdt hij zich de vernieling in om dat gat koste was het koste te behouden. Dat zagen we dit jaar in E3, Parijs-Roubaix en De Ronde. En in al deze races profiteerden anderen van zijn excessieve kopwerk. Ondertussen leidt Wout in de achtergrond persoonlijk de achtervolging. Anderen weten ook weer dat hij dat doet, dus die liften gewoon mee. Juist in deze situaties kunnen knechten een sleutelrol spelen.