De Internationale Wielerunie heeft wel degelijk geld ontvangen van Lance Armstrong. Dat heeft Pat McQuaid vandaag toegegeven tijdens de Ronde van Italië. De voorzitter van de UCI benadrukt wel dat dit geld niet ontvangen is om een positieve dopingcontrole van de Amerikaan te verzwijgen, waarvan Floyd Landis toenmalig topman Hein Verbruggen beschuldigt. Dat weten De Morgen en BN/De Stem.

“In 2002, na de inhuldiging van het Internationaal Wielercentrum, bezochten Lance Armstrong en ploegleider Johan Bruyneel de nieuwe faciliteiten. Armstrong was zo onder de indruk dat hij beloofde om 100.000 euro te storten om het wielrennen verder te kunnen ontwikkelen”, stelt McQuaid. “Daarop besliste de UCI om het geld te gebruiken om een machine aan te schaffen om bloedanalyses te kunnen uitvoeren. ”

“Drie jaar later ontdekten we echter dat het geld nog steeds niet was gestort. We hebben toen contact opgenomen met de stichting die de fondsen van de Amerikaanse wielrenner beheert en de zaak werd afgehandeld”, gaat de Ier verder. Het geld is uiteindelijk in 2005 is gestort. “In die tijd kon je het niet zien als een belangenconflict”, is McQuaid van oordeel, die wel toegeeft dat de UCI een dergelijk donatie beter niet meer kan accepteren.

De beschuldigingen van Landis ontkent McQuaid wel ten stelligste. Hij laat weten dat in de bewuste Ronde van Zwitserland van 2001 niemand positief testte op het gebruik van EPO, ook niet Armstrong. Hij verklaart eveneens dat Verbruggen geen ruimte had tot het eigenhandig wegmoffelen van positieve tests omdat alle betrokken bonden meekeken.

Lees ook:
‘Armstrong kocht positieve dopingtest af’