Mattias Skjelmose had misschien wel het bijzonderste verhaal na de tweede etappe van de Volta a Catalunya. De tweedejaars prof van Trek-Segafredo duikelde in de afzink van Coll dels Belitres, het laatste bergje van de dag, over een muurtje een ravijn in, maar wist desondanks naar een plek in de top tien te rijden.
Op de website van zijn ploeg deed Skjelmose na afloop van de etappe zijn relaas. “In de afdaling zaten Antwan (Tolhoek, red.) en ik in een vrij goede positie net achter UAE Emirates, toen iemand een remfout maakte. Jammer genoeg zat ik aan de buitenkant, waar een afgrond was en waar ik in terecht kwam.”
Met nog zo’n 58 kilometer te rijden, duikelde de 21-jarige Deen over het muurtje dat fungeerde als wegafzetting en viel de diepte in. Volgens zijn ploeg stortte hij tien tot vijftien meter naar beneden. Gelukkig kon hij op eigen kracht weer terug naar het parcours klimmen. “Ik ben oké, ik ben oké”, riep hij. “Geef me gewoon een nieuwe fiets.”
Beschermengel
Skjelmose bleek zich niet zo erg te hebben bezeerd en zat vrij snel terug op de fiets. Vervolgens hielp ploegmaat Tolhoek hem terug naar het peloton. Toen in de finale de zijwind begon op te spelen, wist de jonge Deense renner zich van voren te handhaven – ondanks een gescheurde trui en dat hij een beetje bebloed was.
“Als er iets goeds is aan een crash, dan is het wel dat je wordt overspoeld met adrenaline en dat is waarschijnlijk de beste pijnstiller die je kunt hebben. Ik heb niet echt iets gevoeld”, vertelde hij. “Ik denk dat ik vandaag een beschermengel bij me had, want ik voel me prima. Op het einde had ik dezelfde benen als de rest van de dag, dus dat was goed. Ik heb veel geluk gehad, zeker.”
#VoltaCatalunya101
Scary moment for @skjelmose_ but thankfully he appears okay.
We will update when we hear more on his situation. pic.twitter.com/gdXflEMpFr— Trek-Segafredo (@TrekSegafredo) March 22, 2022
4 Reacties
Bezig met een sterk seizoen. Ook vorig jaar al goed gereden is wel iemand om rekeking mee te houden in de toekomst
Zijn ploegmaats waren meer in de war dan hijzelf. Iemand over de rand zien glijden is enger dan het zelf beleven kennelijk.
Toch vraag ik me af of de inschattingen van de dieptes wel kloppen. Ik krijg het gevoel dat ze allemaal denken 30 cm te hebben, maar dat het bij nameten niet veel meer is dan anderhalve decimeter.
Mannen zijn namelijk niet altijd goed in het schatten van afstanden….
Laat staan lengtes (**,)