Mathieu van der Poel: “De Ronde van Vlaanderen is het hoogtepunt van mijn seizoen”
Video Mathieu van der Poel gaat met vertrouwen richting de Ronde van Vlaanderen. De kopman van Alpecin-Fenix kijkt in een video van zijn ploeg vooruit op zijn laatste grote afspraak van dit wegseizoen.
Van der Poel put vertrouwen uit zijn optreden in de afgelopen wedstrijden. “In de Brabantse Pijl en Gent-Wevelgem haalde ik een goed niveau. Met mijn vorm zit het goed. Vooral de Brabantse Pijl was goed, in Gent-Wevelgem was het iets minder voor mijn gevoel. Al zat ik op de cruciale stukken wel met de beteren mee”, kijkt hij terug.
Het akkefietje met Wout van Aert van afgelopen zondag heeft hij alweer snel achter zich gelaten. “Ik heb daar niet meer van wakker gelegen. Voor mij was dat zondagavond al afgesloten”, geeft hij aan.
Door het wegvallen van Parijs-Roubaix is de Ronde zijn laatste grote afspraak van dit a-typische seizoen. “Voor mij is dit wel hoogtepunt van het seizoen”, aldus Van der Poel, doelend op De Ronde. Het is voor hem de laatste kans om dit seizoen nog een grote wedstrijd te winnen. “Al ben ik daar niet meer dan anders mee bezig. Ik ben altijd wel gefocust op grote doelen”, geeft hij aan. “Dat is nu niet opeens veel erger.”
Vorig jaar maakte hij zijn debuut in de Ronde, in een editie waar hij na een val een indrukwekkende inhaalrace neerzette. “Ik heb van vorig jaar geleerd dat ik niet teveel risico’s moet nemen voor de belangrijke stukken”, blikt hij terug. “Het is sowieso belangrijk om vooraan te zitten, maar ik kan beter als dertigste de Kwaremont opdraaien dan dat ik op de grond lig”, stelt hij vast. “Maar dat was de nervositeit van de eerste editie.”
Van der Poel noemt Van Aert en Alaphilippe als voornaamste concurrenten. “Wout van Aert is mijn belangrijkste concurrent”, voorspelt hij. “Dat is in Gent-Wevelgem ook gebleken, al zijn er meer renners goed in vorm. Maar Alaphilippe gaf mij in de Brabantse Pijl ook een zeer goede indruk.”
Leren verliezen om daar later profijt uit te trekken is gewoon heel erg moeilijk. Je bent een topsporter en je wil altijd presteren. Dat is een reflex. Zijn vader verschoot zijn kruid ook vaak onderweg in de koers, dus het zit misschien wel een beetje in de aard van het beestje.
1) in het tijdperk Anquetil reed
2) in het tijdperk Merckx reed
3) dat ie sprintte als een strijkijzer.
Stond 8 keer op het podium (TdF) en ergens een beetje (OK, OK) te vergelijken met Jopie die eerst tegen Mercks opmoest en daarna Hinault en weet ik veel hoeveel keer op t podium stond tot die ene Tour natuurlijk.
Vroeger kwam ik Kenny van Hummel regelmatig tegen in het Arnhemse achterland, jammer genoeg nooit op een viaduct of wegverzakking.
Er zullen in Vlaanderen wel een aantal gekende vaarten zijn waar de profs regelmatig komen langsflandriennen neem ik aan?
Heb hem al een tijd niet meer gespot.
Ik vind het wel eens interessant om te zien hoe die profs trainen, wat ze in hun schild voeren.
"Maar Mathieu, gaan op de Kruisberg, niet achterom kijken, wat voel je dan?" Jeugdkrantniveau weet je wel. Maar Wielerflits is inmiddels zoveel groter dan dat.
Stel me niet teleur, groot kampioen.