Martijn Keizer: “Smukulis verdient rode rugnummers niet”

foto: Sirotti
Martijn Keizer heeft zich vandaag nog maar eens getoond in de Vuelta. De renner van Vacansoleil-DCM reageerde op een aanval van Luis Angel Maté, waardoor zij samen met onder andere Gatis Smukulis de vlucht van de dag vormden. De Let van Katusha kreeg na afloop de rode rugnummers voor de meest strijdlustige renner van de dag. Keizer meldt op de website van zijn ploeg dat hij het daar duidelijk niet mee eens is.
In eerste instantie was Keizer alleen met Maté en Smukulis weg. “Maar de eerste tien kilometer was Smukulis alleen maar met zijn communicatie bezig. Toen moest hij zich van Katusha laten terugzakken. Hij sloeg z’n fiets haast in drie stukken. Maté en ik wilden de moed toen ook opgeven, want met tweeën verder rijden heeft geen zin. Maar toen kwam Smukulis met twee andere renners opnieuw aansluiten en konden we met vijven verder,” meldt de renner uit Muntendam.
“Uiteindelijk reed die Let nog het hardst van allemaal. Maar het peloton speelde met ons. De voorsprong bleef constant rond de vier minuten. Dan weet je wel dat het een gelopen zaak is. Eigenlijk rijd je dan alleen nog voor de rode rugnummers,” maar deze kreeg Keizer ondanks enkele speldenprikken niet. “Ik zal niet zeggen dat ik ze verdiende, maar zeker hij niet.”
“Hij nam het ons zelfs kwalijk dat we ervoor gingen aanvallen en zei dat die rugnummers iets waren om jezelf voor te schamen. Nu draagt hij ze morgen zelf”, lacht de 24-jarige tijdrijder. Er is overigens wel vaker ophef over deze prijs. Enkele critici vinden dat de rode rugnummers opvallend vaak naar een Spanjaard in de kopgroep gaan. De prijs ging in achttien etappes inderdaad al dertien maal naar een Spanjaard. Enkel Cataldo, Gilbert, De Gendt, Kessiakoff en vandaag dus Smukulis wisten zich als buitenlanders genoeg te onderscheiden.