Lorena Wiebes op haar plek bij SD Worx-Protime: “Maar vertrouwen moet in koers weer opgebouwd worden”
Interview Veel interesse in Lorena Wiebes op de presentatie van SD Worx-Protime. Logisch ook, want het kan een onvergetelijk jaar voor de 24-jarige Mijdrechtse worden, die aangeeft zich heel prettig te voelen bij de succesvolle Nederlandse ploeg. Al is de teleurstelling van het EK nog altijd niet helemaal weggespoeld: “Dat geeft mij extra motivatie om aankomend seizoen te gaan vlammen.”
Net als de andere sterren van de succesformatie sprak Wiebes uitgebreid met het verzamelde journaille, waaronder WielerFlits. Daarin deed ze haar doelen uit de boeken: het voorjaar, de Tour en de Olympische Spelen. Geen hogere wiskunde, desondanks goed om nog eens bevestigd te zien. “Ik wil een goed voorjaar rijden, waardoor ik me in de selectie kan rijden voor de Spelen. Ik vond zelf de grote lus niet heel spannend, al zitten er wel wat klimmetjes in. Voor we de stad in gaan, zit er nog best wel een steil hupsje in. Het plaatselijke rondje is denk ik een klein beetje te vergelijken met Glasgow. Elke keer op en af, draaien en keren… Die laatste klim kan nog best zwaar wegen.”
Wiebes droomt dus hardop van een mooie finishfoto met de Eiffeltoren op de achtergrond. “Als ik de olympische wegrit niet win, ligt het aan de Tour of het seizoen geslaagd is. Voor mij is het in de Tour vooral belangrijk om met de gele trui in Valkenburg aan de start te staan. En een keer de Tour finishen zou wel fijn zijn. Groene trui? Ja, dat zou ook mooi zijn.”

Wiebes won al drie etappes, maar ze reed de Tour nog nooit uit – foto: Cor Vos
Balans vinden
Hoewel Wiebes in de laatste seizoenen is uitgegroeid tot een renster die veel meer kan dan hard sprinten, wil ze ook in de sprints mee blijven doen. “Ik wil daar de balans in vinden, dat ik goed mee omhoog kan, maar dat ik alsnog wel goed kan sprinten. Ik heb me niet heel erg op de sprints gefocust afgelopen winter, maar ik merk aan mijn wattages dat het wel in orde is, misschien nog wel iets beter dan deze periode vorig jaar.”
En dat Wiebes beter en beter omhoog gaat, hebben we allemaal kunnen zien. “Toen ik vorig jaar in de Omloop Het Nieuwsblad als tweede bovenkwam op de Bosberg achter Lippert, had ik al zoiets van: o, ik kan nu gewoon nog op die meiden reageren. Ook in de Simac Ladies Tour, met de finish op de Cauberg waar ik tweede werd achter Lotte… Dat had ik een jaar eerder niet gekund. Op trainingskamp hebben we wat lactaattesten en dat soort dingen gedaan en daaraan zie ik dat ik weer stappen heb gemaakt. Dat wil ik in de wedstrijden laten zien.”
Dat moet er dus voor Wiebes hopelijk toe leiden dat ze haar doelen kan bewerkstelligen, in tegenstelling tot vorig jaar. Want ondanks dat ze dus flinke stappen heeft gezet en ‘gewoon’ twaalf overwinningen pakte, lukte het met de grote doelen steeds niet. De frustratie over die gemiste doelen kwam het best tot uiting op het EK in Drenthe. Daar zagen we een dolblije Mischa Bredewold geheel tot haar eigen verbazing als eerste over de streep komen, een paar seconden later gevolgd door een behoorlijk chagrijnige Wiebes. “Het is nog steeds wel een beetje een gevoelig iets, maar dat geeft mij extra motivatie om aankomend seizoen te gaan vlammen.” Ook op het EK. “Ja, daar kijk ik ook wel naar uit”, antwoordt ze desgevraagd.

Wiebes baalt zichtbaar van haar tweede plek op het EK – foto: Cor Vos
Op scherp zetten
Wiebes laat weten dat ze goed met Bredewold over de hele situatie heeft gesproken. Ze geeft aan dat het misschien net de druppel was die voor haar de emmer deed overlopen. “Na een mislukte Tour en het WK, was er voor mij alleen nog maar het EK. Die wilde ik echt pakken. Als dat dan op zo’n manier mislukt, doet dat pijn. Mischa heeft het zo niet bedoeld. Als het een andere renster was geweest, was het gevoel hetzelfde geweest. Als je uiteindelijk nog door Lotte geklopt wordt, dan denk je nog dat het uiteindelijk wel goed is dat het zo is gelopen.”
“We hebben alles kunnen uitspreken”, vervolgt Wiebes. “En dat moet ook, want anders kun je niet het seizoen starten. Maar het is natuurlijk wel weer iets van vertrouwen wat in koers weer opgebouwd moet worden. En dat kan alleen in wedstrijden, in trainingen gaat dat niet.” Wiebes maakt wel duidelijk dat er geen sprake is van jaloezie: “We gaan nog gewoon met elkaar door één deur hoor, we vechten elkaar niet de tent uit. Na de wedstrijd hebben we er met de selectie ook over gesproken. Het is zeker belangrijk richting een olympisch jaar. Dat iedereen weer op scherp wordt gezet en dat als we een plan hebben, je moet overleggen als je ervan af wil wijken.”
Middenweg
Wiebes heeft zich niet alleen als renster, maar ook als persoon enorm ontwikkeld. Ze voelt zich goed in het team, zo geeft ze aan. “Ik voel nu dat ik op mijn plek zit hier, dat ik hier echt wel gelukkiger ben. Bij Parkhotel was het ook een heel fijne tijd, daar niet van, maar toen kwam ik net van de junioren en was het allemaal nieuw en spannend. Het ene uiterste heb ik daar gehad, het andere bij DSM. Ik heb nu echt het idee dat ik de goede middenweg heb gevonden.”
“Het is ook wel lekker dat er geen mannenteam aan de ploeg vast hangt”, zegt ze tot slot. “De focus ligt hier echt op ons, alle staf is hier ook voor de dames en niet omdat er ook nog een mannenteam is. En ik vind het ook lekker dat het gewoon iets kleinschaliger is, wat meer familiair, dat er niet ik weet niet hoeveel personeel rondloopt. Daardoor heb je ook een hechtere ploeg.”
Bizarre uitspraak. Als veelvraat die, als sprinter, regelmatig profiteert van het werk van anderen, moet je je ploeggenoot dit gewoon gunnen. Zeker als het gaat om een titel die je al op je palmares hebt staan en ook nog eens om iemand die ook buiten het nationale team je ploeggenoot is.
Moeten allebei nog 25 worden. Gun je Bredewold dit gewoon hartelijk, dan krijg je het de komende jaren nog ruimschoots terugbetaald. Nu leidt het alleen maar tot wrevel bij iemand waarvan duidelijk is dat het ook een naam van betekenis aan het worden is.
Daarnaast was die aanval tactisch ook gewoon de juiste keuze. Wanneer je als team iemand solo over de streep kunt krijgen is dat altijd beter dan het laten aankomen op een sprint, zeker bergop tegen een renster als Kopecky.
- Veelvraat hier gewoon gebruikt als synoniem van veelwinnaar.
- Een Europees Kampioenschap is per definitie niet 'mondiaal'.
En ja, in het wielrennen is het geven en nemen, gunnen en gegund worden. Al honderd jaar. Ook voor kopvrouwen.
Dat Bredewold 'door de afspraken heen reed' is een aanname. Sowieso moet je nooit met een rigide plan rondrijden, maar reageren op koerssituaties zoals ze ontstaan. Een overtal zoals Nederland tijdens de finale van dat EK had, moet je aanvallend uitspelen, anders ben je gedoemd al het werk te moeten opknappen.
Het WK in Bergen was een schoolvoorbeeld van aanvallend controleren. Daar hadden ze altijd iemand mee, zodat ze nooit hoefden te achtervolgen. Dat Blaak daar wint, zal ook heus wel stiekem een teleurstelling geweest zijn voor Van der Breggen en Van Vleuten, maar die heb ik daar niet maanden later nog over horen zeuren. Terwijl die twee op dat moment nota bene nog nooit de wegrit op een WK gewonnen hadden, in tegenstelling tot Wiebes, die vorig jaar het EK gewonnen heeft.