José De Cauwer vindt huidige generatie ’té clean’ bezig met wielrennen
Weinig mensen met zoveel koerservaring als José De Cauwer (76): de Sporza-commentator zit al ontzettend lang in de wielerwereld. Door de jaren heen heeft hij de sport steeds professioneler zien worden, maar daar kleven ook nadelen aan, zegt hij in de podcast De Grote Plaat. De Cauwer vindt dat profs het wielrennen tegenwoordig te klinisch beleven.
“Wat ik jonge én oudere renners mee wil geven, is: probeer dat wielrennen niet té clean te beleven”, adviseert De Cauwer. “Ik bedoel daarmee: probeer een klein beetje minder naar je metertje te kijken, een klein beetje minder naar je voeding te kijken. En probeer een beetje meer te genieten. Ik denk dat dat de betere prestaties in de hand werkt.”
“Ik heb laatst een gesprek gehad met iemand van Red Bull. Daar kwam uit dat men té clean met wielrennen bezig is. Men gaat te ver. De diëtisten hebben te veel invloed, de trainers hebben te veel invloed. Het gaat nog te weinig over de koers. Het kader is niet per se te groot, maar moet beseffen dat wielrennen méér is… Wielrennen wordt ook emotioneel beleefd, in je hoofd. Het gebeurt niet alleen met je benen. Hoe moeilijk het ook is, het moet ook speels en leuk blijven. Het lichaam en de geest moeten een bepaalde rust vinden om rendement te vinden.”
Blijven leven
De Cauwer noemde Ide Schelling als voorbeeld. De Nederlander is op 27-jarige leeftijd gestopt omdat hij geen plezier meer heeft in het leven als WorldTour-prof. “Ik vind dat jammer. Hij is de liefde verloren, terwijl het nog altijd zijn liefde is”, aldus De Cauwer.
“Ik heb Dumoulin ook gesproken voor een interview. Die heeft zes, zeven miljoen te weinig verdiend door drie, vier jaar te vroeg te stoppen. Dat gaat hij nooit meer verdienen. Gewoon door iets wat hij graag doet te verliezen. Daar moeten we vooral voor de jeugd voor opletten. Het is te veel. Het is nu zo ver gekomen dat zelfs het hebben van kinderen belastend is geworden voor een prof. (…) Mijn pleidooi voor jongeren is om het rustig aan te doen en te blijven leven.”
Had het er zelf moeilijk bij.
Voorheen hadden we veel meer koersen waarbij de beste renners tot op de laatste 20 km bij elkaar bleven en hun teams de koers controleerden waarna er in het laatste deel dan nog wat strijd kwam.
Het zou leuk zijn als Pogacar net wat minder vaak een lange ontsnapping met winst kan afronden, want dan hadden we je juist 1 van de mooiste periodes met zeer gedurfd rijden renners.