Youri IJnsen

• zaterdag 7 december 2024 om 07:55

Video Met het verdwijnen van gerenommeerde opleidingsploegen als Rabobank en SEG Racing Academy en het feit dat Visma | Lease a Bike Development komend jaar maar één Nederlander in het team heeft, staat talentontwikkeling in Nederland al een tijdje onder druk. Toch mogen zeven jonkies volgend jaar hun profdebuut maken op het hoogste niveau. Hoe uniek is dat?

Het is goed om te weten welke gegevens we gebruiken in dit artikel. Een neoprof ben je namelijk de eerste twee jaren van je profcarrière, mits je ten laatste in je 25ste levensjaar (dus op je 24ste) je profdebuut maakt. Ploegen zijn ook verplicht om je dan een tweejarig contract te geven. We hebben het in dit artikel over talenten die van Continental-teams of clubs direct de oversteek maken naar WorldTeams. Renners als Twan Castelijns of Jan Maas vallen dus buiten dit verhaal. 

Ook renners die na hun eerste profjaar de overstap maken van een ProTeam naar een WorldTeam (zoals bijvoorbeeld Martijn Tusveld, Antwan Tolhoek en Dylan Groenewegen in het verleden), zijn niet meegeteld. Anders krijg je een scheef beeld in 2011 en 2013, toen respectievelijk Vacansoleil-DCM en Argos-Shimano promoveerden van een ProTeam-status naar een WorldTeam-status. Jongens als Tom Dumoulin en Joost van Leijen waren toen immers tweedejaars neoprof.

Profdebutant Tom Dumoulin in 2012, weliswaar in een ProTeam – foto: Cor Vos

Zeven Nederlandse WorldTour-debutanten
Nederland verwelkomt op 1 januari 2025 liefst zeven nieuwe WorldTour-profs. De namen: Huub Artz (Intermarché-Wanty), Darren van Bekkum (Astana Qazaqstan), Tibor Del Grosso (Alpecin-Deceuninck), Tijmen Graat, Menno Huising (beiden Visma | Lease a Bike), Jelte Krijnsen (Jayco-AlUla) en Max van der Meulen (Bahrain Victorious). Op basis van hun prestaties bij de beloften en in het Continental-circuit kan de ‘klas van 2025’ best wel eens uitgroeien tot een zeer succesvolle.

In de jongste WielerFlits Podcast behandelen we ook de kwaliteiten van deze renners en binnenkort lees je meer over deze talenten op onze site. Maar hoe uitzonderlijk is het dat zeven Nederlands talenten in hetzelfde jaar doorstoten naar het hoogste wielerniveau? Niet bepaald. In het merendeel van de jaren sinds de invoering van de ProTour (2005, in 2011 vervangen door de WorldTour) maken jaarlijks zo’n drie tot vier renners hun WorldTour-debuut.

Vijf uitspattingen
Toch zijn er drie jaren die de kroon spannen: 2012, 2024 en 2025. In al die seizoenen werden zeven Nederlanders prof op het hoogste niveau, het grootste aantal sinds de invoering van de WorldTour. In 2012 waren dat Jetse Bol en Wilco Kelderman bij Rabobank, Raymond Kreder bij Garmin-Barracuda, Barry Markus, Bert-Jan Lindeman en (weliswaar halverwege het seizoen) Maurits Lammertink bij Vancansoleil-DCM en Brian Bulgaç bij Lotto Belisol.

Wilco Kelderman in zijn eerste maanden als prof in 2012 – foto: Cor Vos

Zeer recent hadden we in het afgelopen seizoen 2024 óók zeven nieuwe Nederlanders op het hoogste niveau. Toen waren dat Loe van Belle (Jumbo-Visma), Lars Boven (Alpecin-Deceuninck), Frank van den Broek en Enzo Leijnse (dsm-firmenich PostNL), Jardi van der Lee (EF Education-EasyPost), Pepijn Reinderink (Soudal Quick-Step) en Roel van Sintmaartensdijk (Intermarché-Wanty). Zij hebben allen dus hun eerste profjaar in de WorldTour achter zich.

De andere twee uitspattingen zijn 2023 en 2017. In dat laatste jaar werd alleen Lennard Hofstede WorldTour-prof bij Team Sunweb, terwijl er vorig seizoen zelfs helemaal geen nieuwe Nederlandse WorldTour-prof bij kwam. Ook in 2019 waren het er slechts twee. Zeven Nederlandse profdebutanten in de WorldTour is dus niet uitzonderlijk, aangezien het in twintig seizoenen tijd al twee keer eerder voorkwam. Het volledige overzicht vind je hieronder.

Het onderwerp komt vanaf 24.23 minuten aan bod

Luister hierboven naar de podcast en abonneer je via je favoriete podcastapp.
iTunes
Spotify
RSS-feed