Huub Artz maakt reuzensprongen: “Terwijl ik nog niet heel gekke dingen heb gedaan”
Interview In het coronajaar 2020 werd er gevreesd voor een generatie wielrenners. Junioren en beloften verloren een compleet jaar in hun ontwikkeling. Huub Artz was er een van. De 21-jarige Nederlander zag zijn laatste jaar als U19 vrijwel volledig wegvallen. Pas vorig jaar ontbolsterde hij in het shirt van Metec-Solarwatt. Het leverde meteen een transfer op naar Wanty-ReUz-Technord. “Ik verwacht van mezelf dat ik in iedere U23-koers meedoe voor winst”, vertelt hij aan WielerFlits. Zondag werd hij tweede in de Dorpenomloop Rucphen.
De jongeling uit Noord-Brabant viel vorig jaar op bij Intermarché-Wanty door zijn prestaties in de U23 Road Series. Daar verspeelde Artz in de laatste wedstrijd zijn leidende positie. Wel toonde hij zich in een breed palet aan wedstrijden. Zo werd hij vijfde op het NK tijdrijden voor beloften en in de waaierkoers Elfstedenrace Fryslân (UCI 1.1), vierde op de Zeeuwse kasseien in de Wim Hendriks Trofee en derde in Nederlands zwaarste nationale klassieker de Eurode Omloop. En in de eerste maanden van 2024 werd hij derde in een aankomst bergop in de Ronde van Oman en sprintte hij dus naar plek twee in Rucphen. Kortom: Artz is van alle markten thuis. “Dit jaar ben ik een soort wegkapitein van onze opleidingsploeg”, zegt hij.
Al aan het einde van de winter merkte Artz op dat hij zich enorm had verbeterd ten opzichte van medio 2023. “Die snelle progressie heeft deels te maken met mijn tweede jaar als belofte; dat was in 2022. Toen ben ik heel ziek geweest (een hardnekkige blaasontsteking, red.), dat seizoen kon ik weggooien. Afgelopen jaar ging het al best goed, maar de laatste maanden merk ik een grote progressie. Ik train veel met het WorldTeam. Dat kan ik aan, maar daardoor gaat het ook sneller. Ik maak meer uren op de fiets, mentaal ben ik sterker en deze ploeg is professioneler. Dat merk ik overal.”

Adrien Petit en performance manager Aike Visbeek, met op de achtergrond Artz – foto: CyclingMedia Agency
Artz had veel aan Roel van Sintmaartensdijk, die vorig jaar op een soortgelijke manier het proces in rolde. “Het grote verschil voor mij ten opzichte van vorig jaar is dat ik nu kan meetrainen en koersen met het WorldTeam. Als ik met die selectie meerijdt, verwacht de ploegleiding niet veel van mij. Ik krijg er de kans om te laten zien wat ik kan en hoe ik het team kan helpen. Ik ben dit jaar beter dan ik ooit geweest ben, zonder dat ik heel gekke dingen heb gedaan die ik anders niet zou doen. Dat ziet er dus allemaal heel goed uit en dat geeft me veel vertrouwen.”
Inhoud kweken voor U23-wedstrijden
Er ligt voor Artz een duidelijk plan op tafel. “Het is de bedoeling dat ik inhoud ga kweken in wedstrijden die ik met de profs rijdt. Met die ervaringen op zak verwacht de ploeg – en ikzelf trouwens ook – om uitslagen te rijden in de beloftenwedstrijden. In praktisch iedere U23-koers die ik ga doen, wil ik kunnen meedoen voor de zege. Het is van mij altijd een droom geweest om de Tour de l’Avenir te rijden. Dit jaar is voor mij de laatste kans en er zit vast een rit in die op mijn lijf geschreven is. Maar vooral wil ik dit jaar een constant niveau halen en mijn motivatie behouden.”
Voor de jongeling is het een belangrijk jaar, want het is zijn laatste als belofte. In veel gevallen is dat de laatste kans om een profcontract te versieren. “Toch kun je dat niet forceren. In dat jaar met die langslepende blessure was ik daar constant mee bezig. Alleen werkte dat alleen maar averechts. Nu ben ik eigenlijk niet meer met die vraag bezig. Ik doe er alles aan. Afgelopen jaar gaf al een mooi beeld van wat er mogelijk is. Als het komt, dan komt het. En anders komt het niet. Het lukt me op dit moment goed om van wielrennen te genieten en lekker mijn sport te doen.”

Op de kasseien in Le Samyn – foto: Cor Vos
Reden tot zorg is er ook niet. Vorige week sijpelde al het nieuws door dat de Waalse ploeg van Aike Visbeek de jonge Nederlander voor de komende twee seizoenen als prof heeft vastgelegd. “Over andere teams kan ik niet oordelen, maar ik ben wel iemand die vrijheid nodig heeft. Ik heb niet het idee dat ze me hier heel nauw in een hokje duwen. De sfeer is superrelaxed. Bij deze ploeg is er best wat vrijheid. Wat dat betreft is het eigenlijk niet eens zo heel erg anders dan bij Metec, alleen is het nu op profniveau. Dat beschouw ik als iets positiefs.”
Het missen van Metec-Solarwatt
Toch mist Artz zijn oude ploeg wel. “Ik realiseer me wel – nu ik in een ander team rijd – hoe leuk het bij het team van Michel Megens was. De enige druk die er daar was, was de druk die je jezelf oplegde. Ik heb er ook veel vrienden gemaakt. Voor mij voelde het als een voorrecht om op het Continental-niveau te koersen, omdat het allemaal met weinig druk georganiseerd is. Ik heb een superleuke tijd bij Metec-Solarwatt gehad en er veel geleerd. En nu zit ik hier voor mijn tussenstap naar de profs. Ik ben heel blij hoe mijn traject tot zo ver gelopen is. Ik kijk uit naar de toekomst.”
Reacties zijn gesloten.