Het bijzondere verhaal van Anne Knijnenburg, van hardloopster tot winnares in de WorldTour
Interview Anne Knijnenburg is back! De wielrenster van VolkerWessels Cycling Team won deze week met de Tour of Chongmind Island haar eerste koers in de Women’s WorldTour en dat na een lastig seizoen, waarin ze door een knieblessure zelfs even moest stoppen met wielrennen. Daardoor miste ze haar eerste Tour de France Femmes. Het verhaal van Knijnenburg is een bijzondere: nog geen drie jaar geleden was ze Nederlands kampioene op de 800 meter. WielerFlits maakt kennis met de 23-jarige renster die bekendstaat om haar aanvallende rijstijl.
Aanvallen, aanvallen, aanvallen. De mensen die het vrouwenwielrennen een beetje volgen, weten inmiddels dat Knijnenburg er vaak invliegt als het koers is. Heel vaak levert het niks op. Zo kreeg ze in de Ronde van Polen dit jaar alle lof voor haar aanval, maar stond ze aan het einde van de ronde met lege handen. Ook in de Tour of Chongming Island viel de Noord-Brabantse weer aan als het even kon. Ze zat twee dagen in de vroege vlucht en sprokkelde drie bonificatieseconden onderweg, die aan het einde van de ronde precies genoeg bleken om het eindklassement over de streep te trekken. Uiteindelijk won Knijnenburg namelijk de wedstrijd met één seconde verschil ten opzichte van Sofie van Rooijen.
“Ik denk dat mensen wel heel vaak gedacht zullen hebben: wat een domme acties allemaal, maar ja, daar winnen we nu mee. Het hoort bij ons raceplan”, doet Knijnenburg haar verhaal. “Ik ben niet bang om te verliezen. Ik weet dat ik niks te zoeken heb in een massasprint, dus dan kan ik ervoor kiezen om niks te doen of tóch proberen op een andere manier de koers te winnen. Ik heb echt heel hard moeten werken voor deze zege door mijn eigen manier van koersen, maar daardoor heb ik wel de beslissende boni’s kunnen pakken onderweg. In de slotrit donderdag heb ik ook heel de dag aangevallen en zorgde mijn aanval op vier kilometer van de streep ervoor dat we ook weg konden komen.”
Dit bericht op Instagram bekijken
Nederlands kampioene op de 800 meter
Dat Knijnenburg zich in 2025 zou kronen tot een winnares in de Women’s WorldTour, had ze in 2022 nog niet gedacht. Toen was ze namelijk nog een beloftevolle atlete op de atletiekbaan. In dat jaar werd ze Nederlands kampioene op de 800 meter. Knijnenburg besloot die winter echter om te stoppen met atletiek en zich te gaan richten op het wielrennen. Was het een proces van maanden om die keuze te maken? “Nou, eigenlijk van de ene op de andere dag. Mensen zeiden tegen me: moet jij niet gaan fietsen? Dus toen ben ik gaan fietsen.”
“Ik was als hardloopster veel geblesseerd”, gaat ze verder. “Toen dacht ik wel: als ik zoveel geblesseerd blijf raken, dan ga ik de stap naar de absolute top niet maken. En ik wilde de absolute top wel echt halen… Ik was al eerder in aanraking gekomen met wielrennen en ook met triatlon, dus toen ik na een trainingsstage mijn eerste koers reed, werd het wel duidelijk.” Dat was in 2023, toen Knijnenburg haar eerste seizoen als wielrenster bij WV Schijndel reed en haar ontwikkeling als wielrenster snel een vlucht naar voren nam. Ze werd Nederlands kampioene zonder contract dat jaar en tekende ze een contract bij Parkhotel Valkenburg. In 2024 reed ze haar eerste volledige profjaar bij VolkerWessels – de opvolger van Parkhotel Valkenburg.
De afgelopen twee jaar zagen we Knijnenburg regelmatig al in de aanval rijden. In Milaan-San Remo dit jaar bijvoorbeeld. Ze won ook de Cyclis Classic (1.2) en eindigde als tweede in de Pays de la Loire Tour achter ploeggenote Dijkstra. Ze eindigde als zevende in de Tour of Guangxi. Maar zo goed als ze nu is, was ze nog niet. Een break van twee maanden in het midden van het seizoen heeft een daar een grote rol ingespeeld.

Anne Knijnenburg in de aanval tijdens Milaan-San Remo – foto: Fotopersburo Cor Vos
Beter na de pauzeknop
Door een grote valpartij en een aanslepende knieblessure moest Knijnenburg even noodgedwongen op de rem trappen. Daardoor miste ze ook de Tour. “Het was een heel vervelende periode”, blikt ze daar nu op terug. “Ik ben met mijn knie tegen een deur gelopen. Eerst leek het alleen een blauwe plek te zijn, maar toen ik bleef doorfietsen werd het een ontsteking. Maar stoppen zit er bij mij niet in. Het duurde me echt allemaal veel te lang. Ik heb denk ik een maand met veel pijn op de fiets gezeten in mei. Ik heb er alles aan gedaan om fit te blijven tot het NK, maar het ging gewoon niet meer en het plezier was daardoor ook helemaal weg. Nadat ik stopte, kwam dat plezier binnen een week weer terug. Ik heb nu wel echt geleerd dat met pijn op de fiets, je niks in een peloton hebt te zoeken. Als het niet gaat, dan gaat het gewoon niet.”
Met die les op zak zien we nu de beste Knijnenburg tot nu toe. Waar het naartoe gaat in de toekomst? Geen idee, zegt ze. “Maar ik heb vaak gekoerst om beter te worden omdat ik niet echt fit was, nu wordt het ook echt tijd voor uitslagen. Ik heb heel veel geleerd door elke keer wél aan te vallen, daarom zijn mijn resultaten de afgelopen week juist nu zo goed. Deze winter ga ik de fiets ook niet te lang laten staan, want ik heb zo midden in het seizoen al eruit gelegen. Ik ga lekker een weekje naar Italië, lekker eten en dan beginnen we weer.”
Om te reageren moet je ingelogd zijn.