Greg Van Avermaet over crashes: “Waarom geen gele en rode kaarten?”
Greg Van Avermaet sprak deze voormiddag in Italië met de pers. Over Milaan-San Remo, maar ook over zijn eigen toekomst en hij kreeg uiteraard vragen over de crash in Polen. “Misschien moeten we naar een systeem zoals in het voetbal”, suggereerde hij.
Zo fris als dit jaar stond je nog nooit aan de start van Milaan-San Remo, Greg.
“Het is eens iets anders, ja. Een andere situatie, een ander tijdstip. De voorbereiding is ook iets anders gelopen, maar de laatste twee wedstrijden zijn goed geweest dus ik trek wel met vertrouwen naar Milaan-San Remo. Ik kijk er naar uit.”
Dat sprintje maandag, was dat het laatste wat je nog nodig had?
“Ik was vrij goed hersteld van de Strade Bianche, wat toch een heel zware koers was. Een echte grote schok op het lichaam. Ik heb dan voor Gran Trittico Lombardo gekozen omdat die koers mij wat beter ligt dan Milaan-Turijn. En woensdag Milaan-San Remo verkend om het parcours nog een keer te zien; de afdalingen van de Cipressa en Poggio. Het is niet dat ik ze niet ken, maar het is gewoon leuk om dat een keer op te frissen.”
Het wordt morgen minder heet dan in de Strade. Zie je dat als een voordeel?
“Dat denk ik wel. De Strade Bianche was echt heel extreem. Vooral door de samenloop van omstandigheden. Een heel trage wedstrijd op grind, waardoor je ook niet veel wind maakt. De gevoelstemperatuur ligt dan nog hoger. Milaan-San Remo is eerder een vrij snelle koers. En het is altijd een beetje afwachten hoe je lichaam reageert op de eerste echte inspanning. Die eerste schok is achter de rug, dus ik denk dat het lichaam zich makkelijker gaat aanpassen, maar het blijft een lange koers.”
Zie jij deze editie als een unieke kans, gezien de omstandigheden?
“Hier staan altijd heel goede renners aan de start en het is een parcours dat mij misschien niet honderd procent ligt, maar ik wil het altijd de kans grijpen als die zich voordoet. Ik ben er al een paar keer dichtbij geweest, maar het is zeker geen gemakkelijke koers om te winnen. En het is ook niet zo dat altijd de sterkste die op de Via Roma wint.”
Is het een optie om voor de aanval te kiezen op de Poggio? Je kwam er ooit al als eerste boven.
“Toen ik er als eerste boven kwam was het anders. Ik was toen niet de grote favoriet, dan geven ze je net iets meer vrijheid tussen Poggio en Cipressa. Daar heb ik toen ook gebruik van gemaakt. Ik denk dat het nu heel moeilijk wordt om daar vrijheid te krijgen. Het zal vooral kwestie zijn om op de Poggio zelf het verschil te maken. Als je daar met een klein groepje weg kan rijden, kan alles gebeuren.”
Welke impact heeft het nieuwe parcours op de wedstrijd?
“Ik denk niet dat het nu gemakkelijker wordt. Veel verschil in zwaartegraad zie ik niet. Vooral de afdaling richting Imperia wordt vrij belangrijk. Het is daar altijd zaak om goed vooraan te zitten en niet in slaap te vallen. Daar kan je de koers verliezen.”
Wout van Aert wordt naar voor geschoven als topfavoriet…
“Sowieso. Zeker na zaterdag kan je hem niet afschrijven. En woensdag reed hij ook een heel sterke sprint. Ik denk dat hij in een superconditie verkeert en hij krijgt zaterdag een wedstrijd die hem ligt. Ja, ook voor mij is Van Aert de grote favoriet.”
Wat is jouw visie op de crash in Polen?
“Zo’n beweging hoort niet thuis in het peloton. Er zijn de laatste jaren al een paar dergelijke incidenten geweest. Ik denk dat het goed is om met een systeem als in het voetbal te gaan werken: met gele en rode kaarten: een waarschuwing bij een eerste keer, zonder schorsing. Maar als je dan een tweede keer een beweging maakt die niet hoort, zou ik voor een rode kaart kiezen waar dan wel een schorsing aan vast hangt. Een jury kan dan bepalen hoe lang die schorsing moet duren.”
“In het voetbal is dat hetzelfde. Bij een rode kaart kan je één wedstrijd geschorst zijn, maar het kunnen er ook vijf zijn. Ik denk dat we daar naar toe moeten werken om het wielrennen veiliger te maken. Ik ben de grootste voorstander om de lijn te houden en een veilige sprint te rijden.”
Tot slot. Hoe zit het met je toekomst?
“Er is nog geen nieuws. Maar ik heb wel groen licht gegeven aan mijn manager om naar andere ploegen uit te kijken. Het is geen geheim dat er momenteel geen opties zijn bij CCC. Andere mogelijkheden worden nu in detail uitgewerkt Ik hoop binnen nu en een paar weken uitsluitsel te kunnen geven.”
Wuyts stelde iets van een banensysteem voor. Dat de organisatie behalve een finishstreep ook de laatste 500m banen trekt waar je niet uit mag.
Het lijkt mij een goede zaak om met rode kaarten te gaan werken en het is 't onderzoeken waard om te kijken of dat toepasbaar is dat strepenverhaal.
Discussies over jurybeslissingen zullen er onvermijdelijk ook komen (ik kan de reactie van Patrick L. nu al voorspellen wanneer er een uit zijn roedel een kaart krijgt)..
Maar niks doen is ook geen optie meer..
Een andere mogelijkheid zijn gewoon 2 lijnen waartussen iedereen moet blijven. Je kan de hekken dan enkele meters verder zetten. Passeer je de lijn, wordt je in de uitslag als laatste van het peloton geplaatst. Wordt je door iemand over de lijn gekwakt, kan je eventueel met gele en rode kaarten werken.
Gewoon strenger beginnen optreden tegen sprinters die zwiepen en van hun lijn afgaan, zelfs al zijn er geen gevolgen. Dan gaan ze het toch wel lichtjes afleren
- gele/rode kaarten is een prima en makkelijk in te voeren idee. Daar ook duidelijk spelregels aan koppelen. Bepaalde mate van subjectiviteit blijft maar is grotendeels te voorkomen;
- minimumeisen aan vlakke aankomsten: breedte van de aankomst, lengte van laatste rechte lijn, geen obstakel, geen dalende lijn, staat van het asfalt.
- strikte voorwaarden voor boarding/hekken
Laatste twee te controleren door onafhankelijke door UCI aangewezen personen.
Ten tweede moeten we af van die dranghekkens. Ze zijn exreem gevaarlijk als je erop valt en publiek kan er met armen een halve meter op het parcours. Ik lees veel over kussens zoals bij het schaatsen, maar dat lijkt me geen goed idee. Renners zouden dan gewoon terug de weg op gekaatst worden. Het lijkt me veel beter om de laatste honderden meters te voorzien van een soort wand uit plexiglas zoals bij het ijsschaatsen.
Dit zijn de twee voornaamste zaken die moeten veranderen. Voor de UCI is het nu lekker makkelijk om Groenewegen als zondebok te zien. Uiteraard was hij in fout en hij zal serieuze gevolgen moeten dragen, maar de gevolgen van de valpartij liggen niet alleen bij hem.
Ten eerste: consequent zero tolerance beleid voor gevaarlijke acties. Niet alleen van de sprinters, maar ook van de lead out mannen. En eigenlijk gedurende de hele rit. Met gele en rode kaarten systeem voor in de rondes, en eventueel een collectieve straf voor de ploeg (beste renner in de uitslag 5 plaatsen achteruit) als het om een eendagswedstrijd gaat.
Ten tweede: criteria opstellen voor de veiligheid van aankomsten. Breedte van de weg, obstakels en afscherming ervan, lengte laatste rechte lijn.
Ten derde: type afzetting bekijken. Ook ik zie (zonder verder onderzoek nu) het meest in de plexiglas oplossing voor bijv. de laatste 300 meter (type ijshockey). Geen overhangend publiek meer. Keerzijde is de windgevoeligheid, maar daar is met mini perforaties vast iets aan te doen. Hier zou goed onderzoek naar gedaan mogen worden.
Als je dit invoert, dan denk ik dat er al veel verandert.
Het systeem van gele en rode kaarten lijkt me dan weer een beter opzet. Het blijft evenwel geen voetbal. Er zijn in het verleden al ergere bewegingen gebeurd, maar die bleven ongestraft om de gevolgen niet zo groot waren als de verschrikkelijke val van Jakobsen.
Wat ze wel mogen voorzien is een laan (soort pechstrook) voor treintjes die van de kop af zich laten uitzakken. Dat is nu vaak nog enorm gevaarlijk wanneer die langs alle kanten voorbij geschoten worden.
Wat ze ook kunnen doen is referentielijnen trekken, niet om in banen te blijven, maar zodat de renners zelf voldoende zicht hebben op hoe recht ze rijden met hun hoofd naar beneden.
We zijn het niet altijd eens, maar hier wel! Ik geloof ook niet in baantjes trekken, hoewel experimenteren met oplossingen nog altijd beter is dan niets doen.
Referentielijnen zijn zeker een optie, net als "uitzakvakken". Want ik heb te vaak gezien dat leadout mannen (ja, ook die van Jakobsen / DQS) zich zodanig laten uitzakken dat het voor achteropkomende renners gevaarlijk is, en daarmee de sprint van een ander hinderen. Is vaak zelfs onderdeel van de sprintstrategie: van kop af gaan, klein gaatje voor je eigen sprinter laten en vervolgens de deur professioneel achter je sprinter dicht doen.
Ik denk dat dat hier ook nog wel zou passen.
Dan nog eens kijken of ze zulke instinctieve truukjes nog uithalen...