Giro 2019: Voorbeschouwing etappe naar L’Aquila
Op de zevende dag van de Giro d’Italia trekt het peloton naar L’Aquila, de stad die tien jaar geleden werd opgeschrikt door een zware aardbeving. De finale is allesbehalve makkelijk, dus het lijkt een strijd te worden tussen de puncheurs en de snelle klassementsrenners. Of gaan de vroege vluchters weer met de ritwinst aan de haal? WielerFlits blikt vooruit.
[toto link=”https://rebrand.ly/toto_giro” title=”Wie wint de zevende rit van de Giro 2019?”]
- Giullio Ciccone 7.75
- Diego Ulissi 10.50
- Thomas De Gendt 13.75
[/toto]
Parcours
Elke etappe in de Giro d’Italia is bijzonder, maar je hebt van die ritten die er tussenuit springen. Bijvoorbeeld die naar L’Aquila, dat tien jaar geleden werd getroffen door een verwoestende aardbeving. De schade was enorm. Bijna veertigduizend mensen hadden plots geen huis meer. Meer dan vijftienduizend huizen waren beschadigd. Het bleef echter niet alleen bij materiële schade. Ruim 1100 mensen raakten gewond, terwijl 295 mensen de aardbeving niet wisten te overleven.
Zie de zevende etappe dan ook als een eerbetoon aan de hoofdstad van de gelijknamige provincie. Met dit in het achterhoofd vertrekken de renners iets na het middaguur uit startplaats Vasto, waar ooit de grote Gastone Nencini wist te winnen. Ze beginnen aan een etappe van 185 kilometer, met onderweg de nodige hoogtemeters. Geen verrassing, aangezien het peloton koerst door het wonderschone en bergachtige Abruzzen. We hoeven alleen maar de Apennijnen te noemen, en het hart van de wielerfan maakt een sprongetje.
Maar ditmaal laat de Giro de hoogste bergtoppen van het Gran Sasso-massief links liggen. Men kiest voor een vlakke aanloop richting enkele ongecategoriseerde klimmetjes. Er zijn hier dan wel geen bergpunten te verdienen, de vermoeidheid zal zich langzaam opstapelen. Zeker op de beklimming naar Chieti, een populair finishoord voor zowel de Giro d’Italia als Tirreno-Adriatico. De renners koersen echter verder, door het binnenland, richting de eerste ‘echte’ klim van de dag.
En dat is Le Svolte di Popoli, een negen kilometer lange beklimming aan 5,5%. Na de top volgt er een plateau van goed twintig kilometer, waardoor de renners blijven koersen op goed zevenhonderd meter hoogte. Op 25 kilometer van de meet gaat het dan toch naar beneden, zij het voor slechts acht kilometer. Wat volgt, is een interessante finale. Na een vlakke aanloop volgt er namelijk nog een klimmetje richting Torrione. Het is een raadsel waarom er op de top geen bergpunten te verdienen zijn.
De Torrione-klim is namelijk drie kilometer lang aan 5%, met halverwege een piek tot 9%. Wie op de top een gaatje heeft, moet nog 6,5 kilometer standhouden richting de streep in L’Aquila. Dat zal geen gemakkelijke opgave worden, aangezien de laatste kilometer stijgt aan 7,6%, met een uitschieter tot 11%. De springveren hadden zich geen betere aankomst kunnen wensen. Zullen we Diego Ulissi, Simon Yates en Primož Roglič alvast met potlood opschrijven als mogelijke ritwinnaars?
Tien jaar geleden was L’Aquila nog een spookstad. De stad kwam er gelukkig weer bovenop, met dank aan de Italiaanse overheid. Nu, exact tien jaar later, hoopt L’Aquila definitief met het verleden af te rekenen. Het hoopt wat van zijn vroegere grandeur te laten zien. Het is overigens niet voor het eerst dat de Giro d’Italia finisht in L’Aquila. We moeten al terug naar het jaar 1914, toen de Italiaan Luigi Lucotti won na een etappe van liefst 429 kilometer. Dat waren nog eens tijden!
Eerdere winnaars in L’Aquila
1914: Luigi Lucotti
1924: Giovanni Enrici
1935: Gino Bartali
1938: Gino Bartali
1950: Giancarlo Astrua
1954: Carlo Clerici
1965: Guido Carlesi
2005: Danilo di Luca
2010: Evgeni Petrov
Start: 12.40 uur in Vasto
Finish: 16.57 – 17.25 uur in L’Aquila
Favorieten
Het is een etappe voor de springveren, zeker gezien de laatste vijftig kilometer. Dan moeten we naar de tien tot twintig van het algemeen klassement kijken. De plekken waar de klassementsmannen na de zesde rit staan.
Diego Ulissi heeft zich knap tussen de klassementsmannen gewurmd in het klassement. De Italiaan beschikt over een venijnige punch. Dat bewees hij al in de Waalse Pijl, waar hij derde werd. Deze finale moet Ulissi misschien nog wel beter liggen dan de oplopende aankomst in Frascati. In zijn ploeg zit ook nog rozetruidrager Valerio Conti die dit ook moet aankunnen, maar de vraag is of hij nog over goede benen beschikt na zijn monstervlucht in de zesde rit. En hij kan alleen voor de ritzege gaan als het peloton compleet is in de finale.
Voor Primoz Roglic is de Giro goed begonnen. De Sloveen bombardeerde zich met de tijdritwinst tot topfavoriet en hield sindsdien goed stand. Hij doorstond alle hectiek en streed in de finale naar Frascati mee om de ritwinst, maar in de rit naar San Giovanni Rotondo is ook hij zijn portie tegenslag tegengekomen. Door een valpartij is zijn bil geschaafd. Gaat hem dat erg tegenzitten? Dat is de hamvraag, want de explosieve aankomst in L’Aquila moet Roglic goed liggen, zeker na een afmattende finale.
Simon Yates behoort tot de categorie ‘Springveer’. De Brit verloor op weg naar Frascati weliswaar tijd op Roglic, hij stond daarna nog altijd tweede op 35 seconden. De vraag is of de sprint van Yates in L’Aquila sterk genoeg is tegen de dan nog overgebleven puncheurs. Mogelijk moet Yates zelf het initiatief nemen en dat kan hem goed uitkomen, want je kan maar vast een deel van de achterstand op Roglic ingelopen hebben. Wellicht kan Mitchelton-Scott op Le Svolte di Popoli al een groot deel van de sprinters lossen, dan wel uitputten.
In de vierde etappe liet Richard Carapaz zien over uitstekende benen te beschikken. De Ecuadoriaan heeft op weg naar Orbetello alleen 46 seconden verloren, waardoor hij in het klassement is gezakt naar de zestiende plek. Met zijn timing zat het wel goed in Frascati en doordat Mikel Landa in de door Carapaz gewonnen rit tijd verloor, is Carapaz opeens de best geklasseerde Movistar-renner. Het is nog te vroeg om te concluderen dat Movistar alle ballen op de 25-jarige Zuid-Amerikaan moet zetten. Maar bij een goede uitslag hier kan die keuze wel makkelijker worden.
Sluit Vincenzo Nibali nooit uit. De gehaaide Italiaan staat stiekem al een tijd achter Roglic en Yates, je zou het bijna vergeten. Gezien de hindernisvolle slotkilometers, met een afdaling tot de voet van de laatste oplopende kilometer, moet een verrassing uit de hoge hoed van Nibali niet uitgesloten worden. De Siciliaan heeft daarnaast een ploeg (Bahrain Merida) die het niet schuwt om het peloton onder druk te zetten. Resulteert dat in een overwinning voor Nibali?
Vanuit de tweede lijn kan Bauke Mollema wel eens opduiken. De kopman van Trek-Segafredo heeft een prima sprint in de benen. Hij staat nog steeds in de buurt van zijn concurrenten. In de etappe naar Frascati doorstond hij de finale goed en eindigde hij in de eerste groep achter Roglic en co. Bij Astana is Miguel Ángel López de kopman. De Colombiaan is tot nu toe attent en heeft een sterke ploeg rond zich. Pello Bilbao zou in deze eerste week nog eens voor zichzelf kunnen gaan, waarna hij zich weer mag schikken in de rol van knecht.
Reken ook op de manschappen van BORA-hansgrohe. Met Pascal Ackermann zit de Duitse ploeg in een flow en dat kan doorwerken naar de kopmannen in het klassement. Rafal Majka en Davide Formolo staan er goed voor en kunnen een ploegspel uitspelen. Formolo is de tweede man voorlopig, maar ook de meest explosieve op een dergelijke aankomst. Kan hij profiteren van de concurrentie die naar elkaar kijkt?
Twee Fransmannen die al een goede indruk achterlieten deze Giro zijn Tony Gallopin en Florian Sénéchal. Het is de vraag of laatstgenoemde de klim van tweede categorie overleeft, of hij voor eigen kansen mag gaan en of hij niet kopman Bob Jungels bij moet staan. Bij Gallopin zijn die vraagtekens er niet. Hij mag gaan en staan waar hij wil, dus zal hij zich ook willen tonen op deze aankomst. De klassementsmannen vrezen de coureur van AG2R La Mondiale niet. Ook ploegmaat Alexis Vuillermoz behoort tot die groep.
Wat betreft thuisrijders is het ook interessant om te kijken naar Enrico Battaglin. De Italiaan van Katusha-Alpecin lag al eens op de grond in de eerste week, maar herstelde daar goed van. Weet hij zich zo te positioneren dat hij mee kan doen om de prijzen? Met onderweg slechts één bergsprint van tweede categorie, lijkt dit niet een rit waarin bergtruidrager Giulio Ciccone zich bovenmatig in wil spannen.
Moeten we nog rekening houden met sprinters? We denken van niet als we kijken naar de negen kilometer lange Le Svolte di Popoli. Het is de vraag welke ploegen hier het tempo bepalen. Lotto Soudal zou nog kunnen proberen om Caleb Ewan over de top te krijgen, maar daarna is het ook nog behoorlijk lastig. De kans dat vluchters de dienst uitmaken bestaat ook nog, dan zullen zij met genoeg voorsprong over de top van Le Svolte moeten geraken.
Favorieten volgens WielerFlits
**** Diego Ulissi
*** Primoz Roglic, Simon Yates
** Richard Carapaz, Pello Bilbao, Vincenzo Nibali
* Bauke Mollema, Davide Formolo, Tony Gallopin, Enrico Battaglin
[toto link=”https://rebrand.ly/toto_giro” title=”Wie wint de zevende rit van de Giro 2019?”]
- Giullio Ciccone 7.75
- Diego Ulissi 10.50
- Thomas De Gendt 13.75
[/toto]
Weer en tv
De rit begint in de zon. In Vasto is het 18°C met een lichte oostenwind. Aan de finish in L’Aquila is het aangenaam, met de temperatuur rond de 16-17°C onder een licht wolkendek. Er wordt nauwelijks wind verwacht.
Om 13.00 uur begint de uitzending van Eurosport met een voorbeschouwing, waarna om 13.15 uur de livebeelden komen.
Hier moest ik erg om lachen
Is dit niet de rit waar Ciccone al een week naar toe leeft?
Het zou wel mooi zijn als we de komende dagen een onderlinge strijd gaan zien tussen de vluchters van vandaag om het roze.
Pereiro Sio heeft er, na wat geharrewar, zijn Tourzege aan te danken, Christophe Agnolutto zijn overwinning in de Ronde van Zwitserland in 1997. Chiappucci reed dagenlang in het geel en belandde op het podium in 1990 nadat hij in de eerste Touretappe in Futuroscope, - met Frans Maassen als winnaar-, 10 minuten op het peloton wist te pakken.
De strafste fuga bidone ooit blijft evenwel die in de rit naar L’Aquila in de Giro van 1954. De een jaar eerder tot Zwitser genaturaliseerde Carlo Clerici (1929-2007) ving de Giro aan als knecht van Koblet in de ploeg van Learco Guerra. In de 6e etappe zat hij mee in de vlucht van de dag en na onderweg de anderen overboord te hebben gekieperd pakte hij de zege in L’Aquila na een sprint à deux met de Italiaan Nino Assirelli. Het peloton met alle grote namen bolde pas na een half uur(!) over de meet en Clerici mocht de roze trui overnemen van de Nederlander Gerrit Voorting.
Clerici bleek in de bergen taaier dan menigeen dacht en stond de roze trui niet meer af. Zijn kopman Koblet werd 2e in het eindklassement op meer dan 24 minuten en zijn vluchtmakker Assirelli completeerde het podium.
Fausto Coppi werd 4e; hij had met zijn Bianchi-ploeg de openingsploegentijdrit gewonnen maar verloor de volgende dag ruim 11 minuten en het roze als gevolg van darmproblemen. Er wordt gefluisterd dat hij te gulzig een partij oesters had verorberd. Het was trouwens de laatste keer geweest in zijn carrière dat hij de roze trui had gedragen.
Clerici had een zeer bescheiden palmares, maar de Giro staat er wel met koeienletters op. Verder het Kampioenschap van Zurich en een paar piepkleine koersjes.
Ik nomineer de geweldenaar Voeckler als een ander voorbeeld uit de recente wielergeschiedenis; wat mis ik hem in het peloton.
Vooraf door onder andere zijn teamgenoot Ben O'Connor al aangewezen voor deze etappe
Meest spectaculaire etappe bijna die ik gezien heb in grote ronde, tot misschien froome vorig jaar
Ulissi mee in de vlucht- en dan maar kijken wat de andere ploegen doen, want geen der klassementsploegen zal zich als eerste aan kop willen zetten.
En hopen dat Ulissi een leuk aantal minuten krijgt..... , die kan het best lang uitzingen, eenmaal in het roze....
En anders gaat UAE toch ook werken met Ulissi- en -ik denk ook- Conti hebben ze leuke aankomers voor deze finale...
UAE gaat dit kort houden voor Conti en Ulissi. Tevens met zo'n finale is t peloton nerveus en gaat het vanaf de klim op 50 km van het einde niet meer stil vallen.
Laatste km aan 7.5 procent, dit gaat tussen Ulissi, Formolo, Bataglin, Carapaz, McCarthy