Giro 2018: Vooruitblik op het parcours van de 101e Giro d’Italia
foto: Sirotti
vrijdag 4 mei 2018 om 06:00

Giro 2018: Vooruitblik op het parcours van de 101e Giro d’Italia

De tijd van het gedokker over de Vlaamse kasseien en het afzien op Waalse kuitenbijters is voorbij. Het wielerpeloton verlegt zijn focus van de klassiekers naar het rondewerk. Komende vrijdag wordt in Jeruzalem(!) de 101e editie van de Giro d’Italia in gang geschoten. Wie weet in het spoor van Costante Girardengo, Fausto Coppi en Felice Gimondi La Maglia Rosa te veroveren? WielerFlits blikt de komende week uitgebreid vooruit op het evenement. Vandaag richten we ons vizier op het parcours van de komende editie van La Corsa Rosa.

Wie een blik werpt op het parcours van de jubileumuitgave van de Giro d’Italia, ziet gelijkenissen met de aankomende editie. Net als vorig jaar doet de Giro-karavaan Sicilië aan. Vervolgens scheren de corridori langs de uitgestrekte zuidkust van het vasteland naar de onherbergzame Apennijnen. Na een passage door centraal-Italië moeten de Karnische Alpen, de oostelijke Dolomieten en de Cottische Alpen een beslissing brengen over winst en verlies. Het mag geen verrassing heten dat ook dit jaar steden, dorpen en beklimmingen worden aangedaan die de ronde van hun nog altijd geldend elan voorzagen. De geest van Gilberto Simoni, Marco Pantani en Stefano Garzelli waait nog altijd rond op de flanken van de Monto Zoncolan, Gran Sasso D’Italia en Colle delle Finestre.

Voordat de winnaar zich op het eindpodium in Rome mag fêteren met champagne, bloemen en kussen van de rondemissen, moet hij eerst vijfendertighonderd kilometer, negenendertig gecategoriseerde beklimmingen, acht aankomsten bergop, één proloog en één individuele tijdrit afwerken. De organisatie zal net als de voorgaande edities alles uit de kast halen om Italië in de etalage te zetten. “De Giro wil elk jaar interessante verhalen vertellen, versterkt door de prachtige landschappen die het land rijk is. We zullen ook dit jaar plekken aandoen die bol staan van de traditie, cultuur en prachtige natuur”, zo vertelde Giro-baas Mauro Vegni bij de bekendmaking van het parcours. Een opnieuw spectaculaire editie lijkt kortom in de sterren geschreven te staan. Andiamo!


Een primeur in het Midden-Oosten
Ondanks dat de organisatie dit jaar kiest voor enkele geijkte punten en terugkerende ingrediënten, heeft het ook een primeur in handen. Voor het eerst in de geschiedenis van de Giro d’Italia zal de start van La Grande Partenza buiten Europa plaatsvinden. In het verleden kon men de financiële lokroep van steden als Groningen, Amsterdam en zelfs Athene niet weerstaan. Dit jaar kiest men echter voor Israël als gastheer van de ronde. Een beslissing die niet met unaniem applaus werd ontvangen. In november vorig jaar deden 120 pro-Palestina-organisaties in een gezamenlijke verklaring een oproep aan de Giro-organisatie om de start van de ronde te verplaatsen uit Jeruzalem. Volgens deze organisaties zou men op deze manier Israël helpen internationale wetten en burgerrechten van Palestijnen te schenden.

Jeruzalem zal de 101e editie van de Giro d’Italia in gang schieten – foto: Sirotti

Een ander zorgenpunt zijn de nieuw op scherp gezette internationale verhoudingen, nadat Amerikaans president Donald Trump in december aangaf Jeruzalem te erkennen als hoofdstad van Israël. Hij verplaatste hierop de Amerikaanse ambassade van Tel Aviv naar Jeruzalem. Het forceerde de Giro-organisatie om na te denken over een alternatieve start in Zuid-Italië. Overigens kwam de kritiek niet alleen uit politieke hoek. AG2R La Mondiale-renner Jan Bakelants zag om andere redenen een Giro-start in Israël niet zitten. “Het stoort me al langer dat er met geen enkele ploeg of renner is geconsulteerd. Zien de coureurs – die als acteurs voor het spektakel moeten zorgen – zo’n oversteek wel zitten? We worden gewoon niet gehoord.”

Ondanks al het gekrakeel en gepalaver op politiek niveau, zal de 101e editie van de Giro d’Italia starten in het Midden-Oosten. En daarmee zorgt de Italiaanse ronde voor een primeur: nooit eerder is een drieweekse ronde gestart buiten Europa. Op de openingsdag moeten de klassementsrenners al meteen op de afspraak zijn, want in de 9,7 kilometer lange tijdrit van en naar Jeruzalem – de bakermat van het christen- en jodendom – kunnen al meteen fikse verschillen worden gemaakt. Het parcours is niet te onderschatten. Volgens Alberto Contador is het een zeer technische tijdrit, wat blijkt uit het glooiende wegdek en meerdere bochten. De laatste driehonderd meter lopen omhoog aan maar liefst 9%.

Van het veelbesproken Jeruzalem gaat het op dag twee naar het ‘neutralere’ Tel Aviv, uitvalsbasis van de Nederlandse ambassade en tempel van twee toonaangevende Israëlische voetbalteams: Maccabi Tel Aviv en Hapoel Tel Aviv. Op deze zaterdag staan er twee dingen op het spel: de eerste rit-in-lijn én de bergtrui. Halverwege de etappe ligt namelijk de beklimming van Zikron Ya’Aqov (2,6 km aan 5,2%), waarop ongetwijfeld een fikse strijd zal losbarsten om La Maglia Azzurra. De laatste zeventig kilometer zijn zo goed als vlak, waardoor een eerste massasprint mag worden verwacht. Tijdens de laatste etappe op Israëlisch grondgebied staan flink wat hoogtemeters op het menu. Over een afstand van 229 kilometer bereiken de coureurs een maximale hoogte van 840 meter. Doorgewinterde wielerprofs draaien hier hun hand niet voor om, maar het feit dat de rit voert door de Negev woestijn kan weleens een interessant koersverloop in de hand werken. En als dat niet gebeurt, dan kan er in aankomstplaats Eilat altijd nog gesprint worden voor een prestigieuze ritzege.

Vrijdag 4 mei: Etappe 1, Jeruzalem-Jeruzalem (9,7 km)

Zaterdag 5 mei: Etappe 2, Haifa-Tel Aviv (167 km)

Zondag 6 mei: Etappe 3, Be’er Sheva-Eilat (229 km)


Van de religieuze bakermat naar ‘het eiland met de drie punten’
Na het Israëlische avontuur pakt de Giro-karavaan zondag het vliegtuig richting het noordwesten, om in Sicilië de ronde echt in gang te schieten. Op het grootste eiland in de Middellandse Zee – bijgenaamd Trinakria (Het Eiland met de Drie Punten) – zijn drie etappes uitgetekend. Het klassement zal hier een eerste maal worden opgeschud, want het voorgeschotelde terrein geeft de renners geen enkele respijt. Vanuit Catania – de geboorteplaats van de fameuze Italiaanse componist Vincenzo Bellini (1801-1835) – voert de vierde etappe over een afstand van bijna tweehonderd kilometer naar Caltagirone. Wie het parcours bestudeert, ziet een typische Giro-etappe. De op-en afgaande Siciliaanse wegen worden regelmatig onderbroken door steile arendsnesten. Zo ook in de slotfase, als de renners eenmaal afgedaald zijn vanuit Grammichele. De laatste elf kilometer lopen gevoelig omhoog. Ze vormen een opmaat naar de laatste duizend meter, wanneer de percentages oplopen tot maar liefst 13%.

De puncheurs komen ook in de tweede etappe op Siciliaans grondgebied aan hun trekken. De 152 kilometer lange onderneming start in het zuidelijke Agrigento, dat te boek staat als toeristisch trekpleister vanwege zijn bewaard gebleven Griekse tempels en kathedralen. Vanuit wieleroogpunt is Agrigento bekend vanwege het organiseren van het WK in 1994; het was uiteindelijk Luc Leblanc die enigszins verrassend naar de wereldtitel soleerde. Tijd om stil te staan bij alle pracht en praal heeft het peloton echter niet, want onderweg naar Santa Ninfa krijgt men opnieuw flink wat klimkilometers voor de wielen geschoven. De laatste 25 kilometer lopen grotendeels omhoog, terwijl het toetje wordt voorgeschoteld in de voorlaatste kilometer met percentages boven de 10%. De laatste duizend meter zijn dan weer glooiend.

Alberto Contador en José Rujano op de indrukwekkende Etna – foto: Sirotti

Etappe zes; het is tijd voor een eerste figuurlijke uitbarsting in deze Giro d’Italia. Al is een letterlijke eruptie ook niet uitgesloten, want op de flanken van de Etna – een van de meest actieve vulkanen ter wereld – kan het spoken. De renners dienen op een veertigtal kilometer van de top hun klimbenen al onder te schroeven, als het wegdek begint te stijgen. De officiële klim begint echter op vijftien kilometer van de streep, op een hoogte van 758 meter. De Etna heeft ervaring met naar boven zwoegende coureurs. Franco Bitossi, Acacio Da Silva, Alberto Contador en Jan Polanc waren eerder de lavaspuwers met dienst. Da Silva – die tijdens zijn loopbaan vijf Giroritten én drie Touretappes wist te winnen – beschouwt 22 mei 1989 nog altijd als zijn hoogtijdag als wielrenner. “Ik was nooit beter dan die ene dag op de Etna”, aldus de Portugees.

Ik was nooit beter dan die ene dag op de Etna
Acacio Da Silva 

Waar de organisatie in het verleden koos om de Etna vanuit Rifugio Sapienza te beklimmen, wijkt men nu af van het geijkte patroon. Vijftien kilometer aan een zestal procent; de eerste echte klimopdracht in deze Giro zal zijn slachtoffers eisen. De lichtgewichten kunnen hun hart ophalen bij kilometerpaal vijf én tien, als het wegdek piekt tot 15%. De laatste kilometers naar de top van de Mongibello vlakken dan weer af. Krijgen we na zeven jaar weer een Contadoresque-show? Of houden de favorieten hun kaarten nog op zak? Een ding is zeker: Il Giro is los!

Acacio Da Silva klopt Lucho Herrera en Tony Rominger op de Etna – foto: Sirotti

Video: De show van Alberto Contador tijdens de Giro d’Italia van 2011

Dinsdag 8 mei: Etappe 4, Catania-Caltagirone (191 km)

Woensdag 9 mei: Etappe 5, Agrigento-Santa Ninfa (152 km)

Donderdag 10 mei: Etappe 6, Caltanissetta-Etna (163 km)


De Gran Sasso D’Italia als springplank naar de hel
In het tweede weekend zet de Giro verder voet naar het noorden van Italië, maar dit betekent niet dat de organisatie de broekriem aanhaalt. We naderen namelijk de voorportalen van de Apennijnen, een bergketen die een minder prominente plaats krijgt toebedeeld dan de Dolomieten en de Alpen. Dit wil echter niet zeggen dat op de Apennijnse toppen in het verleden geen battaglia plaatsvond. Voordat we deze bergstreek echter aandoen, rijden de renners voor de eerste rit op het vasteland van Pizzo via een heuvelachtige finale naar Praia a Mare.

Vanuit de finishplaats van gisteren rijden de renners vervolgens langs de Tyrreense kust naar havenstad Salerno, hoofdstad van de gelijknamige provincie. Van hieruit loopt het wegdek voor lange tijd verraderlijk omhoog, als een langzaam aanzwellend crescendo met als slotsymfonie de beklimming van Montevergine Di Mercogliano. Deze 17 kilometer lange scherprechter is niet de zwaarste horde met zijn gemiddelde van 5%, maar heeft inmiddels wel zijn plek verworven in de eregalerij van de Giro. Zesmaal eerder kalkte de organisatie er een witte lijn als aankomstplaats. Armand Desmet, Alex Zülle, Danilo Di Luca (tweemaal), Damiano Cunego en Bart De Clercq waren de overwinnaars met dienst. Vooral de zege van De Clercq in 2011 staat in het geheugen gegrift van veel wielerfans. Niet eens zozeer de overwinning zelf, maar met name het commentaar van Renaat Schotte en José De Cauwer die dag. Luistert u vooral naar de uitzinnige vreugde van rots in de branding André Meganck op de achtergrond.

Een dag na de test op Montevergine Di Mercogliano, zullen de klassementsrenners met de billen bloot moeten. De Abruzzese Apennijnen zijn klaar om uit hun winterslaap te ontwaken. Vanuit startplaats Pesco Sannita gaat het over maar liefst 225 kilometer naar de top van de Gran Sasso D’Italia. Het zwaartepunt van de etappe begint na kilometerpaal 178, als de weg naar boven wordt ingezet naar Calascio. Over een afstand van ruim veertien kilometer moeten 800 hoogtemeters worden overwonnen, goed voor een gemiddelde stijgingsgraad van 6%. Na een zes kilometer lange tussenstrook zal er opnieuw worden teruggeschakeld naar een lichter tandwiel, want de slotklim naar de top van de Gran Sasso D’Italia (Grote Steen van Italië) – in de gelijknamige bergregio – begint op ruim 26 kilometer van l’arrivo.

Marco Pantani probeert de spartelende Ivan Gotti uit het wiel te kletsen onderweg naar Gran Sasso D’Italia – foto: Sirotti

Al is schakelen naar een lichter tandwiel relatief, want de eerste 22 kilometer – waar de percentages nauwelijks boven de zes procent uitkomen – zijn op de grotere plaat te verteren. De laatste vier kilometer naar de top – waarin percentages onder de acht procent zeldzaam zijn – zullen echter wél aanvoelen als de hel. Vraag dat maar aan de tegenstand van Marco Pantani tijdens de Giro van 1999. Als regerend winnaar van de Giro- én Tour lag de wielerwereld aan zijn voeten; Il Elefantino (Het Olifantje) op het toppunt van zijn roem én kunnen. Tijdens de slotkilometers van de Gran Sasso D’Italia voerde de klimartiest in miserabele weersomstandigheden een eerste toneelstukje op. Ivan Gotti, Alex Zülle en Andrea Noe waren de marionetten met dienst. “Op de besmeurde gezichten van de concurrentie was veel af te lezen; vermoeidheid, vernedering, modder… Zijn geslagen rivalen gaven de sport die dag een stokoud karakter”, vatte La Repubblica na afloop de Onemanshow samen. Sindsdien gaat de Gran Sasso ook wel door het leven als de ‘Montagna Pantani’.

Op de besmeurde gezichten van de concurrentie was veel af te lezen; vermoeidheid, vernedering, modder… Zijn geslagen rivalen gaven de sport die dag een stokoud karakter
La Repubblica na de overwinning van Pantani op Gran Sasso

Twee weken later werd Pantani uit de Giro d’Italia gekegeld na een te hoog hematocriet-gehalte. Ondanks een opleving in de Tour van 2000, doofde het licht van ’s wereld beste klimmer. Vier jaar later werd De Piraat dood gevonden in een hotelkamer in Rimini, na jaren van depressies en mislukte sportieve comebacks. Weinig deed toen meer denken aan die hoogtijdag op de Gran Sasso D’Italia. Wie overigens de uitslag van die etappe erbij pakt, ziet dat José Maria Jimenez als tweede wist boven te komen. De man uit El Barraco werd tijdens zijn carrière ook wel beschouwd als de Spaanse Pantani. Ook Jimenez wist het wielerpubliek te ontroeren met mythische bergsolo’s, maar net als Pantani bleek de Spanjaard mentaal kwetsbaar. Twee maanden voor de dood van Pantani stierf Jimenez in een psychiatrisch ziekenhuis in Madrid. De man die net als de Italiaan jaren aan depressies leed, stierf aan een hartstilstand. De slotkilometers van de Gran Sasso als springplank naar de hel; je zou het bijna gaan denken. Het is te hopen dat de winnaar van dit jaar in zijn verdere leven bespaard blijft van dergelijke demonen.

Video: Het uitzinnige Sporza-commentaar na de zege van Bart De Clercq op Montevergine Di Mercogliano
Video: Het duel tussen Marco Pantani en Ivan Gotti op Gran Sasso D’Italia

Vrijdag 11 mei: Etappe 7, Pizzo-Praia a Mare (159 km)

Zaterdag 12 mei: Etappe 8, Praia a Mare-Montevergine di Mercogliano (208 km)

Zondag 13 mei: Etappe 9, Pesco Sannita-Gran Sasso d’Italia (224 km)


Een eerbetoon aan ‘Scarpa’ en racen op Imola 
Aan het begin van week twee wordt er afscheid genomen van de Apennijnen, om via de oostkust voet te zetten richting het gebergte. Met drie heuvelritten en één vlakke etappe ruiken de sprinters en puncheurs glorie. De week begint met een heuvelachtige etappe richting het in de provincie Peruglia gelegen Gualdo Tadino. De 15.000 inwoners eren tot op de dag van vandaag hun wielerheld Adolfo Leoni. De in 1970 gestorven sprinter zegevierde in de jaren 40 en 50 maar liefst zeventien(!) keer in Il Giro, en won in 1942 Milaan-San Remo. Wie mag zich in één adem noemen met deze legende?

De rit naar Gualdo Tadino staat deels in het teken van een oude wielerheld, de etappe naar Osimo is helemaal een eerbetoon aan een veel te vroeg gestorven Giro-strijder. Vanuit het fabelachtige Assisi – waar Joaquim Rodríguez in 2012 de roze trui wist te grijpen – gaat het via de Passo Cornello en Valico Di Pietra Rossa naar Filottrano, daar waar Michele Scarponi vorig jaar – vlak voor de start van de Giro – noodlottig om het leven kwam. Als eerbetoon aan Scarpa – winnaar van de ronde in 2011 – doorkruist het peloton Filottrano, met als scherprechter de gelijknamige muur. Deze 1,8 kilometer lange kuitenbijter, die dit jaar als scherprechter diende van een etappe in Tirreno-Adriatico, kent pieken tot 16%. Het is een opstapje naar de finale naar het middeleeuws ogende Osimo, met de Via Costa del Borgo (maximaal 16%) en de 1,7 kilometer lange slotmuur als aperitiefjes. Kan Astana zijn gesneuvelde ploegmaat op de best mogelijke manier eren?

Filottrano eert zijn gevallen held Michele Scarponi – foto: Sirotti

In de twee daaropvolgende etappes zullen de klimmers al met hun hoofd bij het hooggebergte zitten, maar dat betekent niet dat er niks te beleven valt. Koersen langs de Adriatische Zee geeft televisiestation Rai alle gelegenheid om Oscarwinnende plaatjes te schieten. Na ruim honderd kilometer doorkruist het peloton badplaats Rimini, de plek waar Pantani het leven liet. Na een vlakke aanloop finisht het peloton – na een slotronde van zestien kilometer – uiteindelijk op het circuit van Imola, bekend vanwege zijn geschiedenis met de Formule 1. Wellicht dat de beklimming van Tre Monti, met de top op 7,4 kilometer van de streep, nog voor vuurwerk kan zorgen. Het is overigens niet de eerste keer dat de Giro deze atypische aankomst aandoet. In 2015 won de ontluikende Ilnur Zakarin hier na een knappe solo. Rit dertien voert de coureurs vervolgens naar de voorportalen van de Karnische Alpen. De 180 kilometer lange etappe naar Nervesa Della Battagli speelt de rappe mannen in de kaart.

Dinsdag 15 mei: Etappe 10, Penne-Gualdo Tadino (239 km)

Woensdag 16 mei: Etappe 11, Assisi-Osimo (156 km)

Donderdag 17 mei: Etappe 12, Osimo-Imola (213 km)

Vrijdag 18 mei: Etappe 13, Ferrara-Nervesa della Battaglia (180 km)


Sappada en het verraad op Roberto Visentini
Aan de voet van de Monte Zoncolan – gelegen in de Karnische Alpen – wordt de fietser gewaarschuwd voor wat komt. Hij opent er ‘de deur naar de hel’. Deze deur was tot 2003 nog gesloten, tot koersdirecteur Carmine Castellan in zijn spektakeldrang deze met veel bombarie open sloeg. In de twaalfde etappe was het zover. Vanuit San Donà di Piave voerden de renners door de regio Friuli-Venezia Giulia naar het tien kilometer lange monster. Rasklimmer Wladimir Belli had de eer om de duivelse slotstroken van de Monte Zoncolan als eerste aan te snijden. In de achtergrond besloot roze trui Gilberto Simoni echter om op de pedalen te staan, waardoor de kale Italiaan enkele minuten later slechts een voetnoot in de geschiedenis werd. Zijn ploeggenoot Francesco Casagrande was de laatste tegenstrever die zwichtte. Achter een solerende Simoni zorgden Casagrande, Garzelli, Pantani en de piepjonge Yaroslav Popovych voor een fascinerend schouwspel. De 33-jarige Pantani leek op de Zoncolan zijn carrière een zoveelste herstart te geven. Negen maanden later bleek zijn vijfde plaats op de Zoncolan definitief zijn laatste wapenfeit.

Gilberto Simoni danst op de steile slotstroken van de Monte Zoncolan – foto: Sirotti

Percentages die aan het onwerkelijke grenzen, motards die moeite hebben om hun tweewieler recht te houden en coureurs die met een gemiddelde snelheid van zes kilometer per uur veranderen in slakken. Er was veel te doen om de duivelse Zoncolan, maar de Giro en Castellan hadden hun equivalent van de Alto de l’Angliru. Al is Contador van mening dat de Zoncolan een stuk zwaarder is dan zijn Asturische broeder. “Er is geen twijfel over mogelijk dat de Zoncolan zwaarder is dan de Angliru.” Sinds 2003 kwam de Giro er nog viermaal terug, en met twee zeges mag tweevoudig Girowinnaar Simoni zich signore Zoncolan noemen. De Italiaanse rasklimmer is ervan overtuigd dat de Zoncolan zijn gelijke niet kent. “De Zoncolan is de zwaarste beklimming in Europa.” De cijfers spreken Gibo niet tegen. Vanuit Ovaro stijgt het wegdek in tien kilometer maar liefst twaalfhonderd meter, goed voor een gemiddelde stijging van maar liefst 11,9%(!) procent. Van kilometerpaal twee tot en met zes is de stijging zelfs 15,4%. Als hier de Giro niet ontploft, dan ontploft hij nergens. Onderschat ook niet de uitwringende werking van de Passo Duron (4,4 km aan 9,8%) en de Sella Valcalda Ravascletto (7,6 km aan 5,6%) in volle finale.

De Zoncolan is de zwaarste beklimming in Europa
Gilberto Simoni

Tijd om uit te rusten hebben de renners na de Zoncolan niet, want op zondag trekken de coureurs naar de Oostelijke Dolomieten. Waar de veertiende etappe al wordt bestempeld als zwaar, staan op zondag zelfs nog meer hoogtemeters op het programma. Bekende toppen als de Passo Fedaia, Passo Pordoi en Tre Cime Di Lavaredo worden gemeden, maar met de Passo del Mauria, Passo Tre Croci, Passo Di Sant’Antonio, Costalissoio en de slotklim naar Sappada is het een dag voor campionissimo’s. Aankomstplaats Sappada is de Nederlanders goed gezind, want het was Johan van der Velde die hier in 1987 wist te zegevieren. Het werkelijke verhaal die dag werd echter geschreven in de achtergrond. Onderweg naar Sappada vond Roberto Visentini – de tot dan trotse leider – namelijk zijn Waterloo. Door zijn eigen ploeggenoot Stephen Roche welteverstaan, die profiteerde van een zwak moment van zijn Italiaanse ploegmakker en titelverdediger en hierdoor een fundament wist te leggen voor Girowinst. Maar er was toch een afspraak dat de Ier kopman zou zijn in de Tour? En dat hij in ruil daarvoor zijn diensten ter beschikking zou stellen van de ploeg én Visentini in de Giro? De ogen van de mentaal uitgebluste Italiaan priemden van woede, toen hij na het overschrijden van de finishlijn Roche op het podium zag pronken met de roze trui.

Roberto Visentini werd tijdens zijn carrière bewonderd door het vrouwelijk schoon – foto: Sirotti

Allrounder Visentini stond tijdens zijn carrière te boek als een elegante renner. Hij had alles in zich om de opvolger te worden van kampioenen als Fausto Coppi, Gino Bartali en Felice Gimondi. Een playboy die hield van het vrouwelijk schoon en la bella vita. Zo erg zelfs – zo beweerden critici – dat hij een broertje dood had aan trainen. Hij was als rijkeluiszoon ook een buitenbeentje in een peloton vol stoempende rouwdouwers met granieten koppen. “Hij had het talent, maar niet de drang om alles uit zijn carrière te halen. Bij Roberto leek het altijd alsof wielrennen niet het belangrijkste was in het leven”, aldus generatiegenoot Valerio Piva in gesprek met Cyclingnews. Zijn toenmalige ploegmanager Davide Boifava kan zich vinden in de woorden van Piva. “Je kon hem vaak betrappen op vreemd gedrag. Op een dag zei hij zelfs tegen me: waarom koers ik in godsnaam?” Een dergelijk dun koord tussen ambitie en gelatenheid breekt op een gegeven moment, en dat was het geval onderweg naar Sappada. Na urenlang in het defensief gedwongen te zijn door de in de kopgroep zittende Roche, brak het mentale verzet bij Visentini op de slotklim. In een tiental kilometer verloor hij maar liefst zes minuten, én daarmee de Giro d’Italia. Dertig jaar na dato wijt Visentini zijn inzinking aan een opgezette combine onder leiding van Roche. De Ier ontkent in alle toonaarden, volhoudend dat hij slechts een kans zag om de ronde te winnen. Feit is dat Visentini zijn – naar wat blijkt – laatste kans op Girowinst die dag zag sneuvelen. Na vier anonieme jaren zette hij in 1990 een punt achter zijn loopbaan. Sappada bleek voor Roberto Visentini het eindpunt van een opmerkelijke carrière.

Ik weiger te feesten met mensen die mij de Giro d’Italia hebben doen verliezen
Roberto Visentini ruim dertig jaar na de veelbesproken etappe naar Sappada 

Carrera – de toenmalige werkgever van Visentini en Roche – organiseert tot op de dag van vandaag in Verona bijeenkomsten voor oud-medewerkers. Roberto Visentini zal er echter nooit zijn gezicht vertonen. “Waarom zou ik naar dergelijke feestjes gaan? Om diegene te ontmoeten die mij destijds hebben verraden? Ik weiger te feesten met mensen die mij de Giro d’Italia hebben doen verliezen.”

Video: Roze trui Simoni demonstreert op de onuitgegeven Monte Zoncolan
Video: Simone en Piepoli vieren na demonstratie op Zoncolan
Video: Korte samenvatting van de beruchte Giro-etappe naar Sappada

Zaterdag 19 mei: Etappe 14, San Vito al Tagliamento-Monte Zoncolan (181 km)

Zondag 20 mei: Etappe 15, Tolmezzo-Sappada (176 km)


Stilstaan bij de verschrikkingen van de Grote Oorlog
Na de beslommeringen in de Karnische Alpen en Dolomieten en een welverdiende rustdag, staat de dinsdagetappe in het teken van het rijden tegen de klok. Finishplaats Rovereto koestert een ambigue relatie met de Eerste Wereldoorlog. Rondom deze – in de provincie Trente gelegen – industriestad joegen ruim twintigduizend Italiaanse en Oostenrijkse soldaten elkaar aan het begin van de twintigste eeuw de dood in. De op de top van de heuvel gebouwde Ossario di Castel Dante – vernoemd naar de zich hier vestigende Italiaanse dichter, schrijver en filosoof Dante Alighieri – eert nog dagelijks de slachtoffers.

Dat de Giro d’Italia in Rovereto aankomt, mag ook vanuit wielerhistorisch oogpunt geen verrassing heten. Of het aan het water ligt is niet bekend, maar de bijna veertigduizend inwoners tellende stad heeft veel wielrenners voortgebracht. Het wielergeslacht Bertolini – Parijs-Brussel-winnaar Alessandro voorop – zag hier het levenslicht, net als Denis Bertolini en BORA-hansgrohe’s Cesare Benedetti. Voordat ze aankomen in Rovereto, rollen de coureurs op het Piazza del Duomo in Trento van het startpodium voor een 34,5 kilometer lange tijdrit. Het parcours kent twee gezichten. De eerste 23 kilometer, buiten enkele stroken vals plat, zijn geschikt voor de grote plaat. De laatste tien kilometer lopen echter gevoelig omhoog, onderbroken door een enkele technische passages bergaf. De finish is bij het kasteel van Rovereto, pal voor de Campana dei Caduti (Klok van de gevallenen). Deze klok luidt dagelijks om 21:30, als eerbetoon aan de gesneuvelden tijdens de Eerste Wereldoorlog.

De Giro del Trentino brengt in 1989 een bezoek aan Rovereto en zijn beroemde herinneringsklok – foto: Sirotti

Na de enige individuele tijdrit gaat het via een etappe van Riva Del Garda naar Iseo – geschikt voor de vrijbuiters – naar de Alpen. Al zal de achttiende rit naar de top van de Prato Nevoso aanvankelijk niet aanvoelen als een zware onderneming. De eerste 130 kilometer door de Povlakte zijn namelijk zo goed als… vlak. Eenmaal Grinzane Cavour voorbij is het voor de eerste keer klimmen geblazen naar het dorpje Novello. De wedstrijd zal pas echt ontbranden in de laatste vijftien kilometer, als de slotklim naar wintersportoord Prato Nevoso opdoemt. Tweemaal eerder vond hier een Giro-etappe zijn besluit. In 1996 wist de Rus Pavel Tonkov na een ware Alpenexercitie het roze te grijpen, terwijl Stefano Garzelli hier vier jaar later zijn succesvolle jacht op Girowinst inzette. De vraag is of Prato Nevoso opnieuw een voorspellende gave bezit. Met een gemiddeld stijgingspercentage van 7,2% over een afstand van 13,2 kilometer is het niet de zwaarste col, toch moet hij wel in staat zijn om verschil te maken. Dat moet dan wel gebeuren in het begin, want de laatste twee kilometer vlakken af naar 5%. Al kunnen de in de finale opdoemende haarspeldbochten wellicht iets teweeg brengen.

Dinsdag 22 mei: Etappe 16, Trento-Rovereto (34,5 km)

Woensdag 23 mei: Etappe 17, Riva del Garda-Iseo (155 km)

Donderdag 24 mei: Etappe 18, Abbiategrasso-Prato Nevoso (196 km)


Stofhappen op de Colle Delle Finestre en de coup van Ivan Gotti
De organisatie heeft het beste duidelijk voor het laatst bewaard. Il Tappone (de koninginnenrit) voert het peloton dwars door de Alpen, wat inhoudt dat er aartsmoeilijke beklimmingen moeten worden bedwongen. Al vanuit de start in Veneria Reale gaat het zeurend omhoog, om na kilometerpaal twintig te beginnen aan de 28 kilometer lange Colle Del Lys. In de regel is deze klim een loper, al stijgt het wegdek halverwege voor een vijftal kilometer aan ruim 7%. Na een snelle afdaling en uitgerekte vallei, begint op 92 kilometer het onding genaamd Colle delle Finestre.

In 2005 ontdekte koersdirecteur Angelo Zomegnan deze nog onuitgegeven bergpas. Na een uitgebreide inspectie bleek de Finestre een waar monster, en werd door spektakelman Zomegnan dan ook geschikt geacht om in koersverband overheen te rijden. Het bleek een schot in de roos, want de wielerfan kreeg die dag een ijzingwekkende etappe voorgeschoteld. Paolo Savoldelli reed al sinds het einde van de tweede week in het roze, maar werd de laatste dagen van alle kanten bestookt door de betere klimmers Gilberto Simoni, José Rujano en Danilo Di Luca. Het was dan ook niet verrassend dat dit drietal wegreed van de Italiaan op de Finestre, in een ultieme poging de Giro nog op zijn kop te zetten. Met het verstrijken van de kilometers leek een scenario van Visentiniaanse proporties in de maak, maar de Finestre bleek niet alleen ongenadig voor Savoldelli. Voor de slotklim naar Sestriere viel Di Luca weg door krampen. Enkele kilometers later viel ook het doek voor de grimassende Simoni, waardoor Rujano overbleef. De Venezolaanse pocketklimmer vloog die dag, maar bleek op de top van Sestriere 28 seconden tekort te komen om de leiding over te nemen. Simoni strandde uiteindelijk op 45 tellen van Savoldelli, die zijn tweede Girowinst in extremis wist veilig te stellen.

De witte koersbroek van Danilo di Luca was de enige dissonant in het mythische decor van de Colle delle Finestre
– Peter Winnen in Windbreker: en andere verhalen

Danilo Di Luca voert Gilberto Simoni en José Rujano aan op de Colle Delle Finestre – foto: Sirotti

Simoni was ontredderd, Zomegnan daarentegen meer dan tevreden. Op de Colle delle Finestre kon de Giro d’Italia weer nieuwe heldenverhalen schrijven. Peter Winnen vatte het op treffende wijze samen. “De witte koersbroek van Danilo Di Luca was de enige dissonant in het mythische decor van de Colle delle Finestre.” Ook in 2011 en 2015 ontplofte de koers op de flanken van deze col. Vooral de laatste passage deed terugdenken aan de dreigende Waterloo van Savoldelli in 2005. Alberto Contador moest hier namelijk zijn concurrenten laten gaan. Even leek zijn situatie penibel, maar de Spanjaard wist het verlies uiteindelijk beperkt te houden. De vraag is of we ook dit jaar vuurwerk krijgen op de flanken van de Finestre. In tegenstelling tot de voorgaande edities ligt de klim nu een stuk verder van de finish. Een geschiedenisloze passage over de het Alpinistische monster; het is moeilijk voor te stellen. Met zijn lengte van 19 kilometer en gemiddelde stijgingsgraad van maar liefst 9% – met pieken tot 14% – is het een van de zwaarste beklimmingen in Italië. Wat de Finestre vooral bijzonder maakt, is het tweeledige karakter. De eerste helft loopt over asfaltwegen, het tweede gedeelte gaat over onverhard terrein. De renner die als eerste bovenkomt wint de Cima Coppi, aangezien de Finestre het hoogste punt is in deze Giro met 2178 meter.

Na de Finestre gaat het via een uiterst snelle en in het begin technische afdaling, langs Pourrières, naar de beklimming van Sestriere, die kan worden geclassificeerd als loper. In 14 kilometer stijgt het wegdek aan 5%, met halverwege een piek van 9%. Na een lange bijtrap-afdaling en dito aanloop wordt de negentiende etappe afgesloten met de steile slotklim naar Bardonecchia. Gedurende zeven kilometer zakken de percentages nauwelijks onder de 8%, terwijl de dubbele cijfers regelmatig worden overschreden. Wie fietst zich in de voetsporen van Eddy Merckx en de verstoten Mauro Santambrogio, die hier in het verleden wonnen?

De voorlaatste etappe biedt de klimmers een laatste kans een omwenteling te zorgen in het klassement. Waar de negentiende rit meteen bergop ging, duurt het zaterdag een tijdje vooraleer de klimgeiten worden losgelaten. De eerste 130 kilometer zijn nagenoeg vlak; de laatste tachtig kilometer daarentegen allerminst. Via de lastige Col Tsecore (16 km aan 7,7%) en Col De Saint-Pantaléon (16,5 km aan 7,1%) gaat het naar de slotklim van Cervinia, dat aan de Zwitserse grens is gelegen. De laatste klimopdracht in deze Giro is met een gemiddelde van 5,3% niet al te uitdagend. Het is vooral de lengte – ruim achttien kilometer – die nog voor slachtoffers kan zorgen. Vraag dat maar aan Pavel Tonkov, die in 1997 op weg leek naar zijn tweede Girozege op rij. Dat was echter buiten Ivan Gotti gerekend. De Italiaanse klimmer wist in de rit naar Cervinia een coup succesvol af te ronden, en de Rus ontredderd achter te laten. “Alles is voor mij veranderd sinds mijn overwinning op Cervinia. Sinds die dag barstte ik van het zelfvertrouwen”, aldus de van nature bescheiden Gotti na afloop van de Giro van 1997.

Tonkov won uiteindelijk nooit meer de Giro. Gotti daarentegen wel. Zij het door de diskwalificatie van landgenoot Pantani.

Ivan Gotti legde op de slotklim naar Cervinia de basis voor zijn eerste Girozege – foto: Sirotti

Video: Simoni, Di Luca en Rujano zorgen voor spektakel op de Colle delle Finestre
Video: Ivan Gotti beslist de Giro op de flanken van Cervinia

Vrijdag 25 mei: Etappe 19, Venaria Reale-Bardonecchia (181 km)

Zaterdag 26 mei: Etappe 20, Susa-Cervinia (214 km)


Aankomst in hoofdstad Rome 
Na twintig etappes en ontelbaar veel massasprints, heuvels, beklimmingen en verhalen, eindigt de 101e editie van de Giro d’Italia met een vlakke etappe van en naar Rome. De organisatie kiest voor een etappe vol festiviteiten. Vorig jaar eindigde de koers nog met een afsluitende tijdrit rond Milaan. Nu rijden de renners tien rondjes van 11,5 kilometer door de oude binnenstad, via het Piazza del Popolo (Plein van het Volk) en het Colosseum naar de 700 meter lange finishstraat.

Na een laatste spurt en de plichtplegingen, wordt het boek van de 101e Giro d’Italia weer dichtgeklapt. Drie weken koersen door het Italiaanse landschap is weer voorbij gevlogen. C’è un grande Giro! 

Zondag 27 mei: Etappe 21, Rome-Rome (118 km)

Links
Officiële website
Alle 21 etappes
Routeboek van de Giro d’Italia 2018
Alle 21 hoogteprofielen
Deelnemerslijst

RIDE Magazine
32 Reacties
Sorteer op:
28 april 2018 09:14
Mooie voorbeschouwing, complimenten. Leuk ook alle links naar dat oude beeldmateriaal.
28 april 2018 09:19
Koen,

hulde voor de mooie schrijfstijl met een aantal zeer poëtische passages. Informatief en zeer prettig te lezen.
28 april 2018 09:22
Het parcours is zo zwaar, en de slotweek is zo beangstigend lastig dat ik vrees dat het voor veel favorieten een beetje verlammend zal werken, en dat renners die in de eerste twee weken het mooie weer maken, uiteindelijk daarvoor een prijs zullen moeten betalen.
28 april 2018 09:31
Rit 14: cruciaal voor het AK
Rit 15: cruciaal voor het AK
Rit 16: cruciaal voor het AK
Rit 17: rustig
Rit 18: cruciaal voor het AK
Rit 19: cruciaal voor het AK
Rit 20: cruciaal voor het AK

Ik kan WernerFranke wel volgen als hij de slotweek verlammend zwaar noemt. Dit is toch een beetje te veel van het goede.
28 april 2018 09:39
Ik denk dat Froome op de Etna al de leidertrui pakt en hem niet meer weg geeft, mits hij ‘opeens’ zwakker is dan voorgaande jaren. Dit parcours is denk ik wel te zwaar voor Tom Dumoulin.
28 april 2018 09:57
@WernerFrankie

Onzin. Dit is de minst zware giro van sinds dat ik hem kan heugen. Geen langere tijdritten, maar een zware dolomieten rit. Dit jaar heeft de Tour een zwaarder parcours.

Mooie voorbeschouwing redactie.
28 april 2018 10:04
Schitterend lesmateriaal.
28 april 2018 10:06
Als ik er naar kijk dan zijn al die ‘bergetappes’ met 1 berg aan het einde ideaal voor Dumoulin. Ik kan me daarnaast zomaar voorstellen dat Froome een tandje minder is dit jaar. Etappe 14, 15, 19 en 20 worden uitkijken voor Dumoulin.
28 april 2018 10:45
Mooie voorbeschouwing over een altijd schitterend Giro-parcours. Die eerste vier dagen hadden anders gemogen, hopen dat het een succes wordt.
28 april 2018 12:00
Weinig zware bergritten met meerdere grote cols erin. Eigenlijk wordt het laatste weekend pas echt zwaar. Tegenvallend parcours. De Tour is dit jaar beduidend spectaculairder. Wel een goed parcours voor Dumoulin.
28 april 2018 12:06
Dumoulin heeft laten zien (denk aan Vuelta 2015 en Giro 2017) EN zelf expliciet verteld dat EEN beklimming aan het eind op zijn lijf geschreven is (in interview voor etappe Oropa in Giro 2017).
28 april 2018 12:06
De ritoverwinning van Bart De Clercq staat me nog levendig bij, die kwam er enkele dagen na het overlijden van Wouter Weylandt. De hele VRT-equipe was zwaar aangeslagen, Vannieuwkerke was al naar huis gegaan, De Cauwer werd ingevlogen, en toen De Clercq hem nipt pakte leken alle emoties eruit te komen. André Meganck, die je in al die jaren trouwe dienst denk ik geen enkele keer gehoord hebt, breekt zowat de hele cabine af.
28 april 2018 12:51
Elk jaar weer denk ik: dah ga nie, er komt geen renner aan in Rome. Veel te zwaar die Giro.
Gegarandeerd rijdt de helft van het peloton halverwege de Zoncolan achteruit terug het dal in, en de andere helft draait zodra ze het grind op de Finestre onder de bandjes krijgen een u bochtje en gaat beneden in Susa een pastaatje pakken. Waanzin.

En toch, het is zo, het gaat ze toch lukken. Er komen er een paar bovendrijven die het uiteindelijk redden om de laatste rondjes rondom het Colisseum te betwisten, ongelooflijk!

Wat jammer dat Movistar zo'n beperkte ploeg afvaardigt. Deze giro is gemaakt voor de toppers van die ploeg.
28 april 2018 15:44
Dat team van Movistar is vergelijkbaar met het team dat in de Vuelta 2017 opgesteld werd. 6 renners haalden Madrid en werden 18de tot 51ste in het algemeen klassement. Wel tweede in het ploegenklassement.
28 april 2018 16:26
Zie dat ik niet de enige ben die niet gelukkig wordt van dit parcours. Niet ontzettend veel makkelijker dan eerdere jaren, wel veel minder spectaculair. Dit lijkt meer op een Vuelta dan een Giro met alleen maar aankomsten bergop zowat.
29 april 2018 11:20
Het enige negatieve aan het parcours vind ik de 1e drie dagen. Maar verders -zoals ieder jaar- is dit parcours interessanter dan de tour.
29 april 2018 19:28
Dit lijkt inderdaad op de Vuelta, met die bergfinishes.
29 april 2018 21:39
Persoonlijk niet zo een fan van het parcours, weinig ritten waar men echt een actie kan opzetten van ver om een ploeg te ontregelen. Ik zie enkel die rit vd laatste vrijdag.
29 april 2018 23:22
zie toch 4 etappes met meerder beklimmingen !
29 april 2018 23:35
Finestre is toch wel 1 van de mooiste dingen die de wielrennerij te bieden heeft, wellicht op Sporza alleen de laatste km's vanwege Stage 4 : Grobbegem-St Janst ten Goorbeek met liefst 3(!) gouden kilometers erin.
30 april 2018 03:58
Er zitten wel degelijk een paar loodzware slotklimmen in, maar helaas hebben de meeste van die etappes een relatief eenvoudige aanloop. Voor Dumoulin betekent dit dat mensen met een versnelling waarschijnlijk nog redelijk fit aan de slotklim beginnen. Het zal denk ik moeilijk worden voor Dumoulin om mannen met een versnelling zoals Chaves, Lopez en Aru te volgen bij een demmarage. Daarnaast vrees ik dat het gebrek aan tijdrit kilometers dit verschil niet gaat goedmaken voor Dumoulin.

Mooie voorbeschouwing WF!
30 april 2018 08:37
@ Secondant
Beklimmingen aan het eind zijn juist het kolfje naar de hand van Tom! De geschiedenis leert dat hij mannen als Chaves en Aru gewoon lost op zulke beklimmingen, omdat zij niet langdurig een hoog tempo kunnen aanhouden.

Superman, tsja, dat weten we nog niet.
30 april 2018 09:26
@assen

Dit is allemaal wel weer heel erg wishful thinking. Dumoulin is er de laatste week vorig jaar ook gewoon een keer goed afgepoeft in een aankomst bergop, maar omdat hij zo ontiegelijk veel tijd pakte in de tijdritten was het voldoende.
30 april 2018 09:47
De belangrijkste learning de laatste jaren op het gebied van parcoursbouwen is toch wel de hoge spektakelwaarde van korte bergritten. Onbegrijpelijk dus dat de Giro deze trend negeert.

Helaas ook 'ouderwets' bijna alle AK-actie in een bizar zware laatste week gepropt, terwijl Italië voldoende kansen op spreiding biedt. Tot slot fikse verplaatsingen, geen bergritten met aankomst na een afdaling en de ietwat vreemde keuze voor Sicilië het tweede jaar op rij.

Niet de beste beurt van RCS wat mij betreft.
30 april 2018 09:50
@Vainsteins Heeft Sporza dan de Giro? Op Eurosport zit men namelijk al dagen te zeggen dat de Giro exclusief bij hen zit. Ik denk dat de aankomsten in de Ronde van België net verlaat zijn door Sporza omdat ze geen Giro hebben.

Reacties zijn gesloten.