Robbie McEwen stelt Sporza gerust dat zijn val in de Scheldeprijs geen ernstige gevolgen heeft. “Mijn ribben, sleutelbeen en bekken zijn intact. Er is niks gebroken en dat is al een hele opluchting”, zei de Australiër. Zijn rivaal en winnaar Alessandro Petacchi was blij met aantrekker Van Avermaet, en zei niets gemerkt te hebben van de val van McEwen en daarmee het halve peloton.

“Meteen na de val hoestte ik bloed op, maar volgens de dokters kan dat gebeuren. Dat heeft zichzelf intussen ook al opgelost”, aldus McEwen. “Ik heb wel een lichte hersenschudding. Ik zal nog een dag hoofdpijn hebben, maar er zijn ergere dingen in het leven. Voor de rest heb ik blikschade: bulten, blauwe plekken en een bloeduitstorting aan mijn heup.”

“Donderdag probeer ik op de hometrainer mijn beentjes te laten draaien. We zullen zien wat dat geeft. Het zal wel nog enkele dagen duren voor ik goed op een fiets kan zitten. Uiteindelijk is het meest frustrerende dat ik niet gewonnen heb. Ik zat perfect en was zeker dat ik mijn tweede Scheldeprijs zou binnenhalen. Maar goed, het is niet de eerste keer dat ik val en welicht ook niet de laatste. Het hoort bij het vak en ik zal er in de volgende sprint niet aan denken.”

Degene die wél de Scheldeprijs won, was generatiegenoot Alessandro Petacchi. “De ploeg heeft uitstekend gewerkt en door de vlucht van Bernucci zaten we in een zetel. In de sprint moest ik het wel alleen doen, maar ik vond dat ik het goed deed. Van Avermaet kwam iets te vroeg op kop en ik kon makkelijk uit zijn wiel komen.

“Wat er achter mij gebeurde had ik niet door. Ik heb het net op televisie pas gezien dat er gevallen is. Jammer. Het is inderdaad mijn eerste zege ooit in België. Nu is het uitkijken naar de Giro d’Italia. Ik ben er klaar voor, maar het moet nog wel iets beter. Al heb ik nog een twintigtal dagen de tijd”, zo zegt ‘AleJet’.