Fiets aan de Wilgen: de carrière van Robert Gesink had hoge pieken en diepe dalen
Robert Gesink zwaaide in de Vuelta a España 2024 af als wielrennen, na negentien jaar als prof. De 38-jarige Varssevelder was lange tijd een van de vaandeldragers van het Nederlandse wielrennen en kende een carrière met hoge pieken en diepe dalen, waarin Gesink zich elke keer opnieuw moest uitvinden. WielerFlits blikt voor de laatste keer terug op zijn carrière.
Deze terugblik verscheen eerder begin september 2024 op WielerFlits
In een periode waarin er voor het Nederlandse wielrennen weinig te juichen viel, brak Gesink door. Na een prima eerste jaar bij de beloften bij het continentale Team Löwik Meubelen-Van Losser Installatiegroep kreeg Gesink in 2006 een contract voorgeschoteld bij de befaamde opleidingsploeg van de Rabobank. In een team met onder meer Lars Boom, Jos van Emden en Martijn Maaskant liet de Achterhoeker op 19-jarige leeftijd direct zien een van de talentvolste wielrenners in Nederland te zijn. Zo eindigde hij op het podium in de Ronde van de Algarve, won hij het Circuit Montañes en eindigde hij als tweede in de Tour de l’Avenir. Zodoende bood de hoofdmacht van de Rabobank Gesink in 2007 een meerjarig profcontract aan.
In zijn eerste profjaar bij de Rabobank voelde de inmiddels 20-jarige coureur direct de druk van de natie op zijn schouders. Hoewel de Rabobank-ploeg wereldtoppers als Oscar Freire, Denis Mentsjov en Michael Rasmussen huisvestte, bleven de prestaties van de Nederlandse renners deze jaren een beetje achter. Michael Boogerd was op 35-jarige leeftijd bijvoorbeeld bezig aan zijn laatste seizoen als wegwielrenner. Thomas Dekker had de potentie om zijn stokje over te nemen, maar in de breedte bleef het Nederlandse wielrennen vooral achter.
Eerste jaar als prof
Als neoprof manifesteerde Gesink zich direct als megatalent. De Nederlander eindigde in april 2007 direct in de top-10 van de Waalse Pijl, werd dertiende in de Ronde van Romandië en won een fraaie rit in de Ronde van België. Later in het seizoen eindigde hij als vierde in de Ronde van Duitsland en als tweede in de Ronde van Polen.
Een jaar later deed Gesink nog beter. Hij werd vierde in Parijs-Nice, Waalse Pijl en het Critérium du Dauphiné en maakte zijn debuut in een grote ronde. Op 30 augustus 2008 stond de Nederlander, nog steeds pas 22 jaar, aan de start van de Vuelta a España. De ronde werd een grote ontdekkingsreis voor de klassementsrenner in spe. Na onder meer een zesde plaats op de Alto de l’Angliru en een vierde plaats op de Fuentes de Invierno eindigde Gesink als zesde in het eindklassement, vlak achter gearriveerde renners als Joaquim Rodriguez en Alejandro Valverde.

Robert Gesink met Carlos Sastre en Levi Leipheimer in de Vuelta van 2008 – foto: Cor Vos
Kandidaat-Tourwinnaar?
De verwachtingen rond Gesink voor 2009 waren na zijn prestaties in 2008 hooggespannen: Nederland zag in de Condor van Varsseveld een kandidaat-Tourwinnaar. In 2009 zou Gesink dan ook zijn debuut maken in de Tour de France, na een meer dan uitstekend voorjaar waarin hij podium reed in de Amstel Gold Race achter Sergei Ivanov en Karsten Kroon. In het Criterium du Dauphiné liet de Nederlander zien uitstekend in vorm te zijn door als vierde te eindigen. In de laatste bergrit werd hij zelfs tweede.
Zijn eerste Tour de France draaide echter uit op een deceptie. Al in de zesde etappe kwam de Rabobank-kopman hard ten val, met een gebroken pols ten gevolge. Het was de eerste grote tegenslag in de carrière van Gesink. In iets minder dan twee maanden tijd wist de Nederlander zich echter weer terug te knokken: in de Vuelta a España van 2009 startte Gesink opnieuw als kopman.
In die Vuelta deed Gesink mee om de eindwinst. Na zeventien etappes was het verschil met de nummer een Valverde slechts 31 seconden in het nadeel van Gesink. De Nederlander moest het grootste deel van zijn achterstand prijsgeven in de individuele tijdrit rondom Valencia, maar pakte bijvoorbeeld tijd terug op de Spanjaard in etappe acht en etappe twaalf. Een valpartij in de zeventiende rit zorgde er uiteindelijk voor dat de Nederlander van het podium zou zakken: Gesink besloot de Vuelta uiteindelijk als zesde. Drie weken later behaalde de Nederlander zijn revanche door de Giro dell’Emilia te winnen.

Winst in Emilia in 2009 – foto: Cor Vos
Gesink was door zijn prestaties in de Vuelta en de Giro dell’Emilia inmiddels een gearriveerde renner. In 2010 wilde de Nederlander echt gaan oogsten in de grote rondes en zich revancheren voor zijn mislukte eerste Tour de France. Zijn laatste voorbereidingskoers op La Grande Boucle verliep spectaculair: Gesink won de koninginnenrit in de Ronde van Zwitserland met overmacht voor grootheden als Rigoberto Uran, Joaquim Rodriguez, Lance Armstrong en de gebroeders Schleck, waarna hij op weg leek naar de eindzege. In de afsluitende tijdrit zakte hij echter van de eerste plaats naar de vijfde plaats in het algemeen klassement.
De daaropvolgende Tour de France ging Gesink van start als een van de voornaamste uitdagers van Andy Schleck en Alberto Contador. De inmiddels 24-jarige Varssevelder zou een uitmuntende Tour de France rijden, maar weer kreeg hij te maken met tegenslag. Bij een valpartij vroeg in de ronde brak Gesink zijn ellepijp. De Nederlander kende een aantal zware dagen, maar kwam er doorheen en eindigde uiteindelijk als zesde in de Tour. Later in zijn carrière zou hij door het schrappen van Contador en Mentsjov uit de uitslag stijgen naar plek vier.

Robert Gesink in de witte trui in de Tour van 2010 – foto: Cor Vos
In het najaar trok Gesink zijn goede vorm door. De Rabobank-renner won op een knappe manier de eerste GP de Montréal en zou zijn titel in de Giro dell’Emilia prolongeren. Gesink bombardeerde zich daardoor tot de topfavoriet in de Ronde van Lombardije, die hij uiteindelijk niet zou rijden. Vlak voor Il Lombardia kreeg Gesink namelijk het bericht dat zijn vader Dick was overleden na een zware val op de mountainbike.
Gesink zou nog lang worstelen met het verdriet van zijn vader. Toen hij in 2011 de Ronde van Oman won, wees de Nederlander met zijn vingers naar de hemel om zijn vader te herdenken. De rest van het jaar zou tegenvallen voor Gesink. Weer kwam de coureur ten val in de Tour de France, waardoor hij een topnotering in rook zag opgaan. Aan het einde van het seizoen eindigde hij nog wel als tweede in de GP de Québec.
Nieuwe tegenslagen
Gesink sloot het rampjaar 2011 af met een complexe bovenbeenbreuk, waardoor hij opnieuw de Ronde van Lombardije en ook nog eens het WK moest laten schieten. De Nederland moest opnieuw leren lopen en reed nog lange tijd in de rondte met een pin in zijn been. Vanaf mei 2012 kon Gesink de ellende achter zich laten. Toen won hij de koninginnenrit in de Tour of California en zette hij later ook het eindklassement op zijn naam. De Tour de France van dat jaar zou daarna opnieuw uitdraaien op een deceptie, maar in de Vuelta herpakte de Nederlander zich weer. In de schaduw van het viertal Chris Froome, Alejandro Valverde, Joaquim Rodriguez en Alberto Contador eindigde hij op de zesde plaats.
Acht maanden later startte Gesink voor het eerst in zijn carrière in de Giro d’Italia. De Nederlander reed in de eerste anderhalve week op podiumkoers, maar werd ziek en zou afstappen. Later werd bekend dat hij last had van een hartritmestoornis. Een kleine maand later ging de inmiddels 27-jarige renner wel mee naar de Tour de France, maar deze keer niet als kopman. Bauke Mollema had inmiddels het stokje overgenomen als hoop van de natie. Als knecht speelde Gesink een belangrijke rol in de Tour van Bau en Lau.
Door de vele tegenslagen was Gesink niet meer het Nederlandse rondetalent van weleer. Toch was de Nederlander op een goede dag nog steeds een renner van wereldklasse. Aan het einde van 2013 boekte Gesink een van de mooiste zeges uit zijn carrière. In de GP de Québec klopte de Nederlander na een machtige sprint Arthur Vichot en Greg Van Avermaet, waardoor hij nu beide koersen van het Canadese tweeluik had gewonnen.

Robert Gesink wint de GP de Québec – foto: Cor Vos
Toch bleef pech Gesink achtervolgen in de jaren die volgden. 2014 viel door meerdere redenen in het water: last van de urinewegen in Tirreno-Adriatico, weer een hartritmestoornis en complicaties bij de zwangerschap van zijn vrouw waardoor hij de Vuelta moest verlaten. Ook het voorjaar in 2015 verliep niet naar wens door een knieblessure. Was Gesink nog wel een renner voor de schijnwerpers, was een vraag die hij zichzelf destijds ook stelde. In een latere fase van zijn carrière zei hij daarover: “De schijnwerpers hebben me veel plezier gekost.”
Gesink krijgt Merijn Zeeman na meer tegenslag aan het huilen
Toch zou Gesink nog een keer een goed klassement rijden in zijn carrière. Redelijk tegen de verwachting in eindigde Gesink in de Tour de France van 2015 op een knappe zesde plaats. In de eerste echte bergrit naar La Pierre-Saint-Martin trok de Nederlander zelfs ten aanval, waarna hij achter de ongenaakbare Chris Froome, Richie Porte en Nairo Quintana op plek vier finishte.

Vierde op La Pierre Saint-Martin in de Tour van 2015 – foto: Cor Vos
Het zorgde voor mooie tv-momenten. Bij de NOS zagen we Merijn Zeeman in tranen na de aankomst: “Het is allemaal nog niet meegevallen dit jaar, en dan zo’n verrassing. Wat hij dan laat zien, na alle tegenslag. Hij verbaast ons allemaal. Ik ben zo blij voor hem. Alle momenten die hij heeft gekend, dan is het gewoon fantastisch dat hij dit in zo’n bergrit laat zien. Ik heb er geen woorden voor. Dit is heel emotioneel, ik had het niet verwacht. Dit is fantastisch.”
Gesink zou zich vanaf 2016 opnieuw uitvinden. Eerst als rittenkaper, daarna als meesterknecht. In de Vuelta van 2016 boekte Gesink de grootste zege uit zijn carrière door op de mythische Col d’Aubisque de veertiende etappe te winnen. Later zou hij ook op zegejacht gaan – en het wielerpubliek vermaken – in de Tour de France en de Giro d’Italia. In de achtste etappe van de Tour de France in 2017 moest hij nipt de ritzege laten aan Lilian Calmejane, in de Giro d’Italia een jaar later aan Mikel Nieve.

Robert Gesink wint boven op de Aubisque – foto: Cor Vos
Meesterknecht
Vanaf de Tour van 2018 kennen we Gesink vooral als belangrijke pion in de klimtrein van eerst LottoNL-Jumbo en later Jumbo-Visma. De Nederlander reed in deze jaren vooral voor Primoz Roglic. Met Gesink in de ploeg won Roglic in 2019, 2020 en 2021 drie jaar op een rij de Vuelta a España. Ook was de Achterhoeker erbij in de memorabele Tour de France van 2020, waarin Roglic op de laatste dag van de ronde zijn leiderstrui moest afstaan aan Tadej Pogacar.
De nieuwe rol als cultuurbewaker en meesterknecht beviel Gesink uitermate goed. In de laatste jaren van zijn carrière leek Gesink gelukkiger dan ooit. Toch was het niet alleen maar rozengeur en maneschijn. De Nederlander miste de Tour van 2019 door een val in Luik-Bastenaken-Luik en een gebroken bekken en sleutelbeen, in de Tour van 2021 moest hij al in de derde rit opgeven na een zware val.

Vertrouwde beelden: Gesink naast kopman Roglič – foto: Cor Vos
Kers op de taart
De laatste drie jaar van zijn carrière zou Gesink tot de vaste Vuelta-kern behoren van Jumbo-Visma. In 2022 kreeg de Nederlander tijdens de Vuelta alvast de ultieme beloning van Jumbo-Visma, voor al het gedane werk in zijn carrière. Tijdens de gewonnen ploegentijdrit in Utrecht mocht Gesink als eerste renner over de meet komen, waardoor hij voor eigen publiek en zijn kinderen op het Jaarbeursplein de rode leiderstrui in ontvangst mocht nemen.
Zij hadden het succes van hun vader (nog) niet bewust meegemaakt en dus was het mooi voor hen om hun vader op het podium gehuldigd te zien worden. Gesink was na afloop zeer dankbaar: “Mijn werk is normaal om de ploeg en Primož te helpen. Dit is een heel mooie manier van ze om me te bedanken voor mijn hulp in de afgelopen jaren. Om de rode trui morgen te dragen is een droom die uitkomt.”
In zijn laatste drie Vuelta’s bleef Gesink van grote waarde voor zijn ploeg. Hoewel Roglic in 2022 uitviel, liet de Nederlander in de slotritten zien nog over grote klasse te beschikken door op de Alto del Piornal nipt naast de ritzege te grijpen. In 2023 knokte Gesink zich na weer een tegenslag (een bekkenbreuk die hij opliep in de Tour Down Under) terug in de selectie van Jumbo-Visma en was hij van grote waarde in het hooggebergte bij het historische 1-2-3’tje van de ploeg met Sepp Kuss, Jonas Vingegaard en Primoz Roglic.
De laatste Vuelta van Gesink de afgelopen weken was een minder succesvolle voor Visma | Lease a Bike. Desalniettemin heeft de 38-jarige coureur kunnen genieten van een laatste grote ereronde door Spanje en sluit hij zijn carrière vol pieken en dalen af. Helemaal afscheid van de wielerwereld zal Gesink overigens vermoedelijk niet nemen: de afgelopen maanden liet hij meerdere keren doorschemeren dol te zijn en te blijven op het wielrennen.

Robert Gesink in zijn laatste Vuelta – foto: Cor Vos
Jaar | Team |
---|---|
2024 | Team Visma | Lease a Bike |
2023 | Jumbo - Visma |
2022 | Jumbo - Visma |
2021 | Jumbo - Visma |
2020 | Team Jumbo - Visma |
2019 | Team Jumbo - Visma |
2018 | Team LottoNL - Jumbo |
2017 | Team LottoNL - Jumbo |
2016 | TEAMLottoNL - Jumbo |
2015 | TEAMLottoNL - Jumbo |
2014 | Belkin Pro Cycling Team |
2013 | Belkin Pro Cycling Team |
2012 | Rabobank |
2011 | Rabobank |
2010 | Rabobank |
2009 | Rabobank |
2008 | Rabobank |
2007 | Rabobank |
2006 | Rabobank CT |
2005 | Team Löwik Meubelen |