Eerlijkheid tussen Mathieu van der Poel en Jasper Philipsen goud waard in Milaan-San Remo
Analyse Als titelverdediger met rugnummer 1 en met de regenboogstrepen als wereldkampioen voelde Mathieu van der Poel zich niet té groot om zijn eigen kansen in volle finale op te offeren voor zijn ploegmaat Jasper Philipsen. In de afdaling van de Poggio lag er voor ‘MVDP’ een grote kans om op herhaling te gaan in Milaan-San Remo. Eerlijkheid staat echter voor Van der Poel hoog in het vaandel. Zijn benen voelden niet meer fris, terwijl Philipsen in de achtervolging via de communicatie juist aangaf zich super te voelen. En zo geschiedde…
Wie niet kan delen, kan niet vermenigvuldigen. Het is een bekende uitspraak die Van der Poel goed in zijn oren heeft geknoopt. Aan het treinstation van San Remo, waar de teambussen ieder jaar staan geparkeerd, gaf Van der Poel het oprecht toe: “Natuurlijk is zelf winnen het mooist.” Soms moet je als een groot kampioen verder naar de toekomst kijken. Voor Van der Poel ligt het hoogtepunt van het voorjaar pas de komende weken. Milaan-San Remo is pas zijn eerste wedstrijd van deze jaargang. De Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix zijn straks zijn grote doelen van het voorjaar en in die keienkoersen kan hij na een middagje aan de bloemenrivièra op de volledige steun van Philipsen rekenen.
Underdogpositie
Hou echter ook rekening met ‘MVDP’ in Luik-Bastenaken-Luik. Hij probeert een beetje de underdogpositie voor deze Ardennenklassieker in te nemen, maar sinds zijn zesde plek in de corona-editie in 2020 heeft hij dit monument ook in zijn vizier. Het is tevens een monument dat zijn vader Adrie in 1988 wist te winnen. Het is voor zoonlief zeker een ambitie om dit te evenaren. Milaan-San Remo heeft hij vorig jaar al afgestreept, al was hij na de finish zo eerlijk om te zeggen dat hij er graag een tweede streepje achter had gezet. “Al is twee keer op rij met de ploeg winnen ook heel bijzonder”, aldus Mathieu.
Milaan-San Remo heeft de naam de saaiste klassieker van het jaar te zijn. Een lange loper van 279 kilometer waarna de finale ontploft op de roemruchte Poggio. De ontknoping was wederom een om van te likkebaarden met ontelbaar tactische veranderingen, waarbij een moment van vertwijfeling het verschil maakt tussen winnen en verliezen. En dan moet je, terwijl je zes uur op de fiets zit en het lactaat uit je oren spuit, juist helder kunnen nadenken.

Mathieu van der Poel op de Poggio in het wiel van Tadej Pogacar. Foto: Cor Vos
Als je hoort dat het de snelste Primavera ooit was, dan verwacht je in eerste instantie dat het een zware wedstrijd is geweest. Toch spraken de hoofdrolspelers over een relatief eenvoudige editie. “Een té makkelijke editie voor de klimmers, want dit was een van de makkelijkste koersen ooit”, concludeerde Tadej Pogacar na de finish. “Niet super zwaar”, aldus Van der Poel.
Snelheidsrecord
Dat kwam vooral omdat UAE Emirates er niet in slaagde om georganiseerd het tempo hoog te houden op de Cipressa. Marc Hirschi was de schakel die zijn rol niet waar kon maken binnen het Emiraten-team, waardoor Isaac Del Toro en Tim Wellens op de voorlaatste klim té vroeg hun werk moesten doen. Juist op de plek waar door moest worden getrokken om de koers loodzwaar te maken voor Pogacar, viel het tempo stil.
Toch werd er 9:28 minuten van de voet tot de top geklokt. Dat komt niet in de buurt van het record uit 1996 van 9:19 minuten, maar is wel weer een stuk sneller dan de 9:50 minuten van vorig jaar. Coach José Antonio ‘Matxin’ Fernández van UAE Emirates had van te voren nog benadrukt dat de sleutel van Milaan-San Remo voor Pogacar is dat de Cipressa in minder dan negen minuten te beklimmen. Hier verloor hij volgens zijn team dus al de Primavera.
Op de Poggio sneuvelde het snelheidsrecord van Van der Poel uit 2023 (5m40s) wel. Ditmaal had Pogacar slechts 5m39s nodig. Het zegt veel over de twee beste klassiekerspecialisten van deze generatie dat zij spreken over een niet al te lastige editie van Milaan-San Remo, terwijl er twee essentiële records uit de boeken werden gereden.
Kaart Philipsen
Zoals verwacht stemde Van der Poel zijn koers op de Poggio af op de demarrages van Pogacar. De eerste keer zat de wereldkampioen direct in het Sloveense wiel, terwijl hij zich de tweede keer vlak voor de top enigszins liet verrassen. Met een kleine voorsprong draaiden de twee favorieten de afdaling in, waarbij ‘MVDP’ niet overnam van de tweevoudig Tourwinnaar. Hierdoor gaf hij eigenlijk al aan dat hij de kaart van ploegmaat Philipsen speelde, terwijl er op dat moment zeker grote kansen voor hemzelf waren.

Mathieu van der Poel kijkt waar ploegmaat Jasper Philipsen zit in de afdaling van de Poggio – foto: Cor Vos © 2024
Net bij het opdraaien van de kustweg volgde een hergroepering. Dat Van der Poel in de vlakke laatste kilometers richting de Via Roma vol in de achtervolging op Matej Mohoric ging, was volkomen te begrijpen. Op dat moment was de snelle Philipsen dé te kloppen man van de twaalf renners aan het front. En dat maakte de Belgische Limburger van Alpecin-Deceuninck dan ook waar.
De zege is ook een beetje het gelijk van de broers Christoph en Philip Roodhooft. In de aanloop was er enige discussie over het programma van Philipsen. Na de Tirreno-Adriatico vloog hij terug naar België om woensdag nog Danilith Nokere Koerse te rijden. Enigszins met tegenzin. In een interview met Het Nieuwsblad gaf Philipsen aan: “Mijn eerste idee was dat dit raar was. De ploeg zag het anders. Kijk, ik kan wel alleen naar mezelf kijken en mijn eigen lijnen uittekenen, maar uiteindelijk heeft een wielerploeg ook een management en sponsors die hun visie hebben. Ik begrijp dat het daarin geven en nemen is. Ik geef mijn mening, maar respecteer dat de finale beslissing bij de ploeg ligt.”
De Roodhoofts weten een goede mix tussen oude wijsheden en het moderne wielrennen te vinden. Momenteel vinden velen dat trainen beter is dan wedstrijden ter voorbereiding op een grote afspraak rijden. Ik geloof in deze theorie richting de rittenkoersen, maar blijf erbij dat wedstrijdhardheid richting de klassiekers nog altijd een voordeel geeft.
Die koershardheid heeft Van der Poel na maanden keihard trainen in het prachtige gebied rondom Calpe nu met de 288 kilometers van Milaan-San Remo ook in de benen. Zijn voorjaar gaat nu echt beginnen…

1: ik geloof niet dat Mathieu voelde dat hij slechte benen had, en daarom al op de top of in de afdaling de kaart Philipsen trok. Ik denk gewoon dat Pogacar al dusdanig hard naar beneden ging dat overnemen niks zou toevoegen, hooguit energie zou kosten. Ik denk dat dit besluit genomen werd toen ze beneden waren en Philpsen er nog altijd bij was.
2: hij lag in de afdaling niet in "gewonnen positie". Daarvoor was het gat met Pidcock en de groep Pedersen daarachter veel te klein.
3: ik denk vooral dat dit realistische scenario vooraf heel duidelijk is doorgenomen binnen de ploeg. Is Jasper er beneden nog bij en voelt hij zich nog OK, dan gaan we vol voor zijn kansen. Maar over die eventuele ploegbeslissing op voorhand (volgens mij cruciaal voor het verloop van de laatste 3 km) staat volgens mij niks in de analyse.
4: men staart zich blind op het snelheidsrecord op de Poggio. Maar veel aparter is de adempauze halverwege de klim, na de eerste demarrage van Pogacar. Daar kon alles wat toen op de rekker lag weer aansluiten (waarschijnlijk inclusief Philipsen). Of zou Mathieu op dat moment al de kaart van Jasper getrokken hebben?
Waar ik inderdaad wel benieuwd naar ben, is zijn traject richting LBL. Want het lijkt bijna op een verschoven piek tov vorig jaar. Met het skippen van Strade en TA, om het klassieke voorjaar 2 weken te rekken.
Als het hem lukt krijgt hij op de top een biertje van me.
LBL is een ander verhaal, als Mathieu die kan winnen... ik geloof het eerlijk gezegd niet echt, Ayuso komt ook meedoen, naast Pog, Rog, Remco, Van Eetvelt, Van Gils, Pidcock(?).
Van het rijtje dat jij noemt hoeft hij alleen schrik te hebben van Evenepoel en Pogacar. Als die op de Redoute al vol doorknippen dan wordt het lastig. Komen ze daar niet weg, heeft hij zeker kans. La Roche aux Faucons heeft een stijl stuk, maar totdat ze de provinciale weg ook een stuk dat redelijk vals plat loopt tot dat bochtje. Daar kan hij met zijn vermogen denk ik wel aanhaken.
Van Eetvelt en Van Gils zijn leuke talenten, maar natuurlijk nog geen serieuze uitdagers in dit soort werk. Ayuso, Roglic en Pidcock die je noemt hoeft hij denk ik niet voor onder te doen. Roglic in de huidige vorm zeker niet.
De Pogacar van LBL 2020 is ondertussen ook nog een pak sterker geworden in dat werk, denk ik.
En als Pogi iets tegenkomt, is er ook nog Evenepoel. Als die loskomt, rij je daar ook niet meer naartoe.
Maar het zou in ieder geval mooi zijn als Van der Poel het probeert.
Denk dat je Ayuso en Pidcock op Ardense heuvels dan toch onderschat.
Vwb Pidcock die werd vorig jaar tweede op grote afstand in Luik. En als je de rest van de top 10 ziet dan is daar geen reden aan te nemen dat Vdp dat niveau niet zou moeten kunnen halen.
ja, hij werd 6e een dag na een lange solo, maar het was het coronajaar, de vlaamse klassiekers kwamen na lbl, dus mvdp zat nog in de opbouw.
wat hadden de renners die hij niet kon volgen (pogacar, alaphilippe, roglic, hirschi) net gedaan? wel, die hadden een weekje eerder net een zwaar wk in imola achter de rug waar alaphilippe wereldkampioen werd, nadat ze de week dáárvoor allen een tour van 3 weken hadden afgerond waar pogacar roglic nog net uit het geel reed op het einde. en oh ja, hirschi, die had 4 dagen eerder nog even tussendoor de waalse pijl gewonnen.
dus ondanks zijn solo in de binckbank had mathieu daar vèruit de friste benen, met zwaar vermoeide tegenstanders die net uit een tour en een wk kwamen (waardoor ze ook nog eens afwachtender reden). dat korreltje context ontbrak even.
Dat jij beweert dat vdP een dag na zo'n lange solo in een WT koers dan nog de beste benen zouden hebben is natuurlijk onzin.
Maar indien die andere mannen een gaatje dichten, het weer stil valt, er geaarzeld wordt (omdat het gat niet groot is) na RaF, dan zou het zo maar kunnen. Ik zeg 5% kans.
Ik snap al de (hoofdzakelijk) Nederlanders niet zo goed, die nu commentaar leveren. Als dit binnen team Visma was gebeurd had iedereen hier geroepen. #SamenWinnen
Even de oranje bril afzetten, en de neutrale koersliefhebber bril opzetten. Pogi-boy en Matje waren nooit weggebleven met z'n tweeën, want het schijnt dat Pidcock ook wel een beetje kan dalen. Pogi ging volle bak waardoor MVDP niet overnam (Of niet kon), en nog komt Pidcock gewoon aansluiten in de afdaling, met in zijn kielzog de overige renners die we terugvinden in de top twaalf uitslag.
Dus dat Mathieu dan kiest voor Jasper te rijden lijkt me niet meer dan normaal.
Niet alle meerwaarde is in koers te vatten.
'heb je sowieso niks aan' hahaha, dat klinkt nogal paniekerig eigenlijk.
Denk dat de goal vooral is Jasper tevreden houden zodat ie zijn contract verlengt (hij zou ook wel gek zijn om het team te verlaten).
Søren Kragh Andersen: “Als Jasper Philipsen door mij kan winnen, dan is dat voor mij ook groots”
Gianni Vermeersch: “Als Jasper zijn duivels ontbindt, zijn er geen renners die hij niet kan volgen”
Van de 5 laatste MSR winnaars zijn er 4 geboren en getogen in Nederlands lullend Belgie! Dat is dus tach-tig procent he jongens, 80!
Als van Gils nog iets meer Vlaams kraanwater drinkt is hij de volgende.
Is een hele vreemde zin die suggereert dat het één uitspraak is, is dat zo? Wat zei ie nou?
Iets wat ik eerder omgekéérd zie. Nu zal Philipsen, wetende dat hij beter en beter wordt en de rapste van allen is juist mínder genegen zijn om in kansrijke positie zichzelf op te offeren. In situaties waar het kantje boord is of de groep met MvdP een achtervolgende groep met Philipsen kan voorblijven zal éérder leiden tot 'tandje lager Mathieu, Jasper komt er aan'. Mocht MvdP ergens een groepje missen waar Philipsen in zit zal die niet snel zichzelf laten afzakken. In GW, PR maar misschien ook de ronde gaat dit wel een thema worden.
In Vlaanderen en Roubaix mag Van der Poel proberen weg te rijden, maar als ze met een groepje naar de finish gaan en Philipsen zit er nog bij (en hij is niet compleet choco), dan is het voor hem.
Eigenlijk was de tactiek perfect logisch bij Alpecin. En ze hebben hun monument al meteen in de pocket.
Na een nachtje slapen de MSR film nog een keertje "teruggekeken". En de echte analyse is eigenlijk dat het koerspatroon al vast lag na Strade Bianche, met het nummertje dat daar werd opgevoerd door Pogacar. En de UAE ploeg die al het hele jaar op een goed niveau bezig is.
UAE kondigt aan de koers hard te maken op de Cipressa ('in 9 minuten naar boven'). Maar dan blijkt dat ze dat niet waar kunnen maken (door tactische fouten, positionering of gewoon geen goede benen); echter geen enkele renner of ploeg lijkt hiervan gebruik te maken, alsof ze allemaal blij zijn dat ze niet al gelost zijn door UAE.
En op de Poggio zie je eigenlijk precies hetzelfde. UAE mag de touwtjes in handen nemen, en iedereen zit te wachten en te sparen tot Pogi gaat. Maar ook daar valt het stil, maar zie je niemand een poging doen om er gebruik van te maken. Zelfs VdP niet; alsof niemand rekening heeft gehouden met dat scenario.
Uiteindelijk maakt de angst voor UAE en Pogacar, en de adempauze op de Poggio, dat Philipsen er nog bij zit. En dus in de positie komt om te doen wat hij deed.
Wat als...
- UAE een compleet andere tactiek had gehanteerd? Geen tempo gemaakt had op de Poggio. Wat hadden andere ploegen dan gedaan? Was het chaos geworden? En had dan een aanval misschien wel ineens een gaatje opgeleverd?
- VdPoel of iemand anders WEL gebruik gemaakt hadden van het moment adempauze om er meteen overheen te klappen (ja je moet wel kunnen natuurlijk)? Wie of wat had er dan nog aangehangen bovenop? Bettiol, Ganna of Pidcock? Pedersen misschien, maar wie nog meer?
Nogmaals, ik denk dat de echte analyse is dat alle ploegen de tactiek hadden afgestemd op het voorspelbare en aangekondigde koersgedrag van UAE, en dat UAE niet zo sterk bleek als verwacht of gedacht. Maar dan er werkelijk niemand op voorhand met dat scenario rekening hield.