Dit is het volledige parcours van de Giro d’Italia 2023
Organisator RCS Sport heeft maandag het volledige parcours gepresenteerd van de Giro d’Italia 2023. De Italiaanse ronde begint volgend jaar op zaterdag 6 mei met een openingstijdrit van 18,4 kilometer in de regio Abruzzen en eindigt drie weken later op zondag 28 mei met een vlakke etappe van en naar Rome.
Fossacesia Marina heeft de eer om volgend jaar de Giro d’Italia af te trappen. Het is voor de tweede keer in de geschiedenis dat de Giro van start gaat in de regio Abruzzen. Voor de eerste Giro-start in de Abruzzen moeten we terug naar 2001, toen Rik Verbrugghe in Pescara het roze wist te pakken na een proloog van 7,6 kilometer. In 2023 beginnen de renners eveneens met een tijdrit, maar wel eentje van 18,4 kilometer van Fossacesia Marina naar Ortona.
Opvallend: de route gaat bijna volledig over een fietspad (de Via Verde-Costa dei Trabocchi, ontstaan uit een oud treinspoor) en eindigt op een kort klimmetje in Ortona. Hier zullen al de eerste verschillen ontstaan in het algemeen klassement. Ook op dag twee en drie blijven de renners in de Abruzzen. De tweede etappe trekt vanuit Teramo – over een afstand van 204 kilometer – naar San Salvo. Het is op het eerste gezicht een etappe voor de snelle mannen. Op de derde dag gaat het vanuit Vasto in zuidelijke richting naar Melfi.
Krachtmetingen naar Lago Laceno en Campo Imperatore
Op dag vier is het woord aan de klimmers met een finish aan het Lago Laceno, na de beklimming van de Colle Molella (goed acht kilometer klauteren aan ruim 7%) in volle finale. Ook in 1976, 1998 en 2012 finishte de Giro-karavaan aan het meer van Laceno en toen waren respectievelijk Roger De Vlaeminck, Alex Zülle en Domenico Pozzovivo aan het feest. In de vijfde rit naar Salerno worden de vlakkere Italiaanse wegen opgezocht, wat de sprinters dan weer in de kaart speelt.
Vervolgens trekt de karavaan, net als in de Giro van 2022, naar Napels voor een etappe over op- en afgaand terrein, geschikt voor de sterke sprinters en wellicht ook puncheurs. De klimmers zullen hun benen wellicht sparen voor rit zeven naar Campo Imperatore, een hoogvlakte gelegen in de Gran Sasso, het hoogste bergmassief van de Apennijnen. De aankomststreep is dan getrokken op 2.135 meter hoogte. In het verleden wisten Marco Pantani (1999) en Simon Yates (2018) er al eens te zegevieren.
Drie cruciale etappes
De klassementsrenners krijgen na de bergrit naar Campo Imperatore geen tijd om op adem te komen, want ook in de achtste etappe naar Fossombrone is het klimmen geblazen. De finale is – met de Monte delle Cesane (7,2 km aan 7,1%) en een dubbele passage van I Capuccini (2,1 km 10,1%) in de laatste vijftig kilometer – als loodzwaar te bestempelen. Op zondag 14 mei volgt dan de laatste etappe voor de eerste rustdag, en die is ook niet van de poes. Tussen Savignano sul Rubicone en Cesena heeft de organisatie een tijdrit uitgetekend.
Na een welverdiende en voor veel renners ook wel broodnodige rustdag kruipen de coureurs op dinsdag 16 mei weer op hun fiets voor een rit van Scandiano naar Viareggio. In de tweede Giro-week komen de sterke mannen aan hun trekken, met niet te onderschatten etappes naar Tortona, Rivoli en Cassano Magnago. De renners die in aanmerking komen voor een goed klassement, doen er verstandig aan om de dertiende (naar Crans-Montana) en vijftiende etappe (met finish in Bergamo) met rood te omcirkelen in hun agenda.
Loodzware slotweek
Na de lastige vijftiende etappe naar Bergamo, ook wel te omschrijven als een ‘mini-Ronde van Lombardije’, is het tijd voor een tweede en laatste rustdag voor de renners. In de derde en laatste week volgen er nog enkele loodzware raids door de bergen. Zo boezemt de zestiende etappe behoorlijk veel angst in. De renners trekken dan namelijk naar de in Trentino gelegen Monte Bondone, met onderweg nog enkele fameuze Alpencols. De beklimming werd vijfmaal opgenomen in het parcours van de Giro d’Italia, met de meest recente passage in 2020.
Alhoewel de beklimming de laatste jaren slechts sporadisch een sleutelrol heeft gespeeld in de Giro of andere grote rittenkoersen, is het er zeker één met een historisch unieke achtergrond. Niet in het minst omdat de Monte Bondone het toneel was van de ontbolstering van Charly Gaul als topklimmer in de Giro van 1956.
Ook in rit achttien naar Zoldo Alto kunnen we ons opmaken voor een krachtmeting tussen de beste klimmers in de Giro. Het is ook meteen het begin van een duivels drieluik in de Dolomieten. In deze vrij korte rit trekken de renners over de Crosetta, de klim naar Pieve d’Alpago en de Passo Cibiana naar de bijna negen kilometer lange slotklim (aan bijna 7%) naar Zoldo Alto. In 2005 won de latere eindwinnaar Paolo Savoldelli er een bergetappe, door in een sprint af te rekenen met Ivan Basso.
De negentiende etappe kunnen we gerust bestempelen als Il Tappone (de koninginnenrit) van deze Giro. Wat er op het programma staat? De Passo Campolongo, Passo Valparola, Passo Giau, Passo Tre Croci en de lastige slotklim naar Tre Cime di Lavaredo. Goed voor meer dan 4.500 hoogtemeters, en dat na bijna drie weken koers. In 1968 legde Eddy Merckx op de Tre Cime di Lavaredo in heroïsche omstandigheden de fundamenten van zijn eerste overwinning in de Giro. Wie zorgt, 55 jaar later, voor een dergelijk huzarenstukje?
De coureur die na rit negentien in het bezit is van de roze leiderstrui, beschikt over de beste papieren om de Giro te winnen, maar is er zeker nog niet. De organisatie heeft namelijk nog een (onaangename) verrassing in petto. Op de voorlaatste dag volgt er nog een klimtijdrit van Tarvisio naar de Monte Lussari. Het is een tijdrit met twee gezichten. De eerste pakweg elf kilometer zijn vlak en dus voer voor de echte tijdritspecialisten, maar dan doemt de verschrikkelijk steile Monte Lussari op, een klim van 7,2 kilometer aan een gemiddelde van maar liefst 12%, met uitschieters tot 18%.
Alle ingrediënten zijn kortom aanwezig voor een nagelbijtende apotheose. Op de top van de Monte Lussari kennen we – normaal gesproken – de eindwinnaar van de 106e Giro d’Italia. De slotrit van en naar Rome is namelijk vlak en nodigt uit tot een laatste (massa)sprint.
Routeschema Giro d’Italia 2023
06/05 – Etappe 1: Fossacesia Marina – Ortona (18,4 km, ITT)
07/05 – Etappe 2: Teramo – San Salvo (204 km)
08/05 – Etappe 3: Vasto – Melfi (210 km)
09/05 – Etappe 4: Venosa – Lago Laceno (184 km)
10/05 – Etappe 5: Atripalda – Salerno (172 km)
11/05 – Etappe 6: Napels – Napels (156 km)
12/05 – Etappe 7: Capua – Campo Imperatore/Gran Sasso d’Italia (218 km)
13/05 – Etappe 8: Terni – Fossombrone (207 km)
14/05 – Etappe 9: Savignano sul Rubicone – Cesena (33,6 km, ITT)
15/05 – Rustdag
16/05 – Etappe 10: Scandiano – Viareggio (190 km)
17/05 – Etappe 11: Camaiore – Tortona (218 km)
18/05 – Etappe 12: Bra – Rivoli (179 km)
19/05 – Etappe 13: Borgofranco d’Ivrea – Crans-Montana (208 km)
20/05 – Etappe 14: Sierre – Cassano Magnago (194 km)
21/05 – Etappe 15: Seregno – Bergamo (191 km)
22/05 – Rustdag
23/05 – Etappe 16: Sabbio Chiese – Monte Bondone (198 km)
24/05 – Etappe 17: Pergine Valsugana – Caorle (192 km)
25/05 – Etappe 18: Oderzo – Zoldo Alto/Val di Zoldo (160 km)
26/05 – Etappe 19: Longarone – Tre Cime di Lavaredo (182 km)
27/05 – Etappe 20: Tarvisio – Monte Lussari (18,6 km, ITT)
28/05 – Etappe 21: Rome – Rome (115 km)
Lees ook
Etappe 13: Crans-Montana: wijnranken en schitterende vergezichten
Etappe 15: Bergamasker Alpen: een blik op het vernieuwde parcours van de Ronde van Lombardije
Etappe 16: De verborgen pracht van de Monte Bondone
Etappe 19: Klimmen op de Passo Giau: loodzwaar maar bloedmooi
Etappe 19: Passo Falzarego en Passo Valparola: twee Dolomietenklassiekers voor de prijs van één
Etappe 19: Le Tre Cime di Lavaredo: een helletocht naar de hemelpoort van de Dolomieten
Die durven ze letterlijk niet te volgen nee.
Jumbo wss met Van Aert en Kelderman (miss Kruijswijk) en Vingegaard/Roglic voor de tour.
QS met REV id Giro en Alaphil + Jakobsen in de tour
UAE met Almeida of Ayuso, Pogacar gaat wel naar de TdF.
Die gaat denk ik nooit de Giro doen, behalve als hij Giro en Tour in hetzelfde jaar op zijn planning zet, maar dat gaat met het WK 2 weken na de Tour (in 2023) niet gebeuren.
Gewoon alles op de Ronde v.Vl en Roubaix, dan op 95% de Giro rijden voor etappes te winnen, rust en alles op het WK.
Of dat is toch wat ik zou doen
Giro een paar weken na de klassiekers zie ik echt niet gebeuren. Wat moet zo'n Van Aert trouwens in de Giro gaan zoeken? Met zo'n loodzwaar parcours en op voorjaarsgewicht kan hij daar niet gaan meespelen voor een eindklassement. En ik vermoed dat hij liever nog een paar extra Tour-ritten wint dan lager aangeschreven Giro-etappes. Qua publiciteit is het ook dé koers van het jaar.
Ook bij de ploeg denk ik dat ze hem liever meenemen als luitenant voor niet echt stuurvaste types als Roglic en Vingegaard. Zet daar nog Kelderman of Kruijswijk bij, en je hebt echt wel iemand nodig als wegkapitein.
Crosswinter met het WK, voorjaar met primaire focus RVV/PR en dan Tour/WK.
https://wielerrevue.nl/artikel/560505/geruchtenstroom-komt-op-gang-wout-van-aert-wil-naar-giro-ditalia-in-2023/
Begrijp wel dat je eens wat anders wil, maar ik zou dit een vreemde combi vinden. Na zo'n belasting in de eerste helft van het jaar ook nog eens een nieuwe vormpiek 2 maand later op het WK, lijkt mij niet evident.
Ik zie hem wel niet in topvorm het cross seizoen rijden (en die is natuurlijk al beperkt tot pakweg 10-15 crossen). Terug laat op de weg terugkomen ( geen omloop of strade) om zo op te bouwen via P-Nice/Tirreno en Sanremo naar E3 tot Amstel.
Vervolgens 3 weken relatieve rust/vormbehoud (in welke mate dat mogelijk is) om als kopman aan de Giro te starten puur voor etappewinst en ietswat hulp voor de AK-man ( maar niet zo diep gaan als afgelopen tour).
Vervolgens heb je 10 weken ( wat wel ruim voldoende zou moeten zijn) voor rust en opbouw naar het WK.
Blijkbaar had hij afgelopen tour toch wel last van uitputting na zijn tour ( mag natuurlijk ook wel als je zag wat hij daarin deed). Ik denk ook dat zijn doelen in de tour gehaald zijn ( etappezeges, groen en geel met het team) en wel nieuwe uitdaging wil (Giro en WK).
Enige probleem zal natuurlijk team en sponsoren zijn. Ze zien liever hun boegbeeld in de Tour (publiciteit met etappezeges en het broodnodige werk voor Vingegaard/Roglic voor geel)
Ideale weg daar naartoe volgens mij: minutieus toewerken naar het voorjaar met piek van MSR tot Roubaix.
Dan rust + lange stage richting Tour om een tweede keer écht top te zijn. Gids zijn op het vlakke voor de kopmannen + eigen kans gaan bij sprint/punchaankomsten. Niet meer in de cols zichzelf uitwringen. Dan fris uit de Tour naar het WK.
Voorjaar/Giro-combi vind ik overmoed. In de Giro in zijn nadagen een rit proberen winnen, prima. Op dit moment op de piek van zijn carrière, moet dat geen doel zijn.
De kranten moeten ook hun pagina's vullen nu er minder wedstrijden zijn.
Hij houd de deur op een kier voor de buitenwereld enkel voor het topic levend te houden. Net als REv ook doet met Giro/Tour discussie terwijl hij het in zijn hoofd al weet.
Maar schrijf maar op: Wout rijdt de Tour!
En enkele argumenten kan je hierboven lezen bij Mooie George
Je zou bijna gaan denken dat het ook in de wielrennerij de 21e eeuw is.
Ik zeg natuurlijk niet dat een Vingegaard zo maar eventjes de Giro en Vuelta op z'n naam schrijft, want daarvoor zijn er in de wielrennerij veel te veel onstabiele factoren waarop je zelf geen invloed hebt (En er zijn gelukkig ook genoeg sterke concurrenten.). Maar persoonlijk sla ik een eindzege in alle drie de grote rondes hoger aan als tweemaal Tour winst.
Met een prachtig parkoers als de Giro ons wederom voorschotelt, zou je toch het liefst alle toppers hier zien starten ? Ik wel in ieder geval.
REV reed de Erlaitz (San sebastian) omhoog in +-10min aan 7.25 W/kg
Vingegaard reed le Croix Neuve (Mende-TdF) omhoog in +-9min aan 7.25 W/kg
REV reed Pico Jano (Vuelta) omhoog in 30min aan 6,5W/kg
Vingegaard reed Spandelles (TdF) omhoog in 30min aan 6,17 W/kg
REV reed Sierra Nevada (Vuelta) omhoog in +-60min aan 5,71W/kg
Vingegaard reed Ventoux (TdF 21) omhoog in +-60min aan 5,75W/kg.
Dus zoveel hogere waarden trappen Pogacar en dergelijke niet hoor. Of REV in dezelfde omstandigheden dezelfde waarden kan trappen zal pas blijken als ze allemaal in topvorm tegen elkaar koersen
Hup Remco