De verborgen pracht van de Monte Bondone
foto: Newspower

De verborgen pracht van de Monte Bondone

Spreek over de Italiaanse Alpen en je spreekt al gauw over de Passo Giau, Monte Zoncolan en Stelvio. Tegelijkertijd zijn er tal van andere, minder bekende beklimmingen die evengoed hun plekje in de Italiaanse wielerhistorie hebben verdiend en een plekje op je bucketlist verdienen. De in Trentino gelegen Monte Bondone is een van die beklimmingen.

De Monte Bondone is een van de hoogste pieken van de Prealpi Gardanese. Zowel als het gaat om de geografische top (op 2.180 meter) als het hoogste punt van de bergpas (1.651 meter) dat voor wielrenners bereikbaar is. De bergpas ligt tussen de vallei van de Adige, ten oosten, en de vallei van de Sarca-rivier, ten westen.

De beklimming werd vijfmaal opgenomen in het parcours van de Giro d’Italia, met de meest recente passage in 2020. Onder anderen Marc Madiot en Ivan Basso wisten er weleens te winnen. De beklimming is in de streek niet alleen populair onder wielertoeristen, maar ’s winters onder locals ook een drukbezochte bestemming om te skiën.

Trento in het avondgloren, gezien vanaf de Monte Bondone – foto: Carlo Baroni

De geboorte van een legende
Alhoewel de beklimming de laatste jaren slechts sporadisch een sleutelrol heeft gespeeld in de Giro of andere grote rittenkoersen, is het er zeker één met een historisch unieke achtergrond. Niet in het minst omdat de Monte Bondone het toneel was van de ontbolstering van Charly Gaul als topklimmer, in de Giro van 1956.

De 16e etappe van de desbetreffende grote ronde staat nog altijd in de boeken als een van de meest heroïsche en door slecht weer geteisterde etappes. Al meer dan 220 kilometer koers hadden de heren coureurs in de benen, waarin ze stortvloeden aan sneeuw, hagel en regen waren tegengekomen, toen het slotstuk van de rit voor hen opdoemde: de Monte Bondone.

Van de 83 coureurs die bij de start van de etappe in koers waren, bereikten slechts 42 de finish. Onder andere klassementsleider Federico Bahamontes staakte voortijdig de strijd. Dat gold echter niet voor de Luxemburger Gaul die de Giro hier naar zijn hand zette. Ondanks de weersomstandigheden en verschillende landverschuivingen die de weg blokkeerden, kwam hij met meer dan 8 minuten voorsprong op de eerstvolgende belager boven. “Charly heeft de huid van een nijlpaard, zei Raphäel Geminiani achteraf.

La Mitica Salita Charly Gaul
De top is van vijf verschillende kanten te bereiken, maar één beklimming springt eruit: die vanuit Trento, waar ook Gaul zo wist uit te halen. De beklimming is onder andere vernoemd naar de tweevoudig Giro-winnaar, maar deze zijde staat ook wel bekend als de Alpe di Trento. Niet alleen omdat de top hoog boven de stad uittorent, maar mede omdat je kilometerslang lang vanaf deze beklimming neerkijkt op de van oorsprong Keltische plaats.

Aan de voet van de klim is het druk. Als je het centrum van het stad verlaat en de rivier waarnaar de vallei is vernoemd, de Adige, oversteekt, begint het wegdek vrijwel meteen omhoog te lopen. Na een kleine kilometer laat je de grootste drukte echter al achter je, als je van de drukke regionale weg afdraait.

Hier begint de beklimming ook gelijk stevig met twee kilometer aan ongeveer 9% gemiddeld. Af en toe krijg je al een glimp van Trento te zien, maar het bos waar de weg lange tijd door loopt, bedekt het beeld op de stad ook regelmatig. Op dit punt laten ze nog even op zich wachten, maar verdeeld over de klim krijg je maar liefst veertig haarspeldbochten voor je kiezen.

Wijngaarden rondom Mezzacorona, veelal van de Teroldego druif – foto: Pillow Lab

Met enkele kilometers in de benen krijg je regelmatig uitzicht op Trento en de vallei eromheen. Niet alleen de grootte van de stad, maar ook de op het eerste oog ontelbare wijngaarden domineren het uitzicht hier. Dit deel van de vallei van de Adige staat dan ook bekend om de rijke wijncultuur, aangezien rondom Trento veel van de mousserende Trentodoc wordt geproduceerd en je enkele kilometers noordelijker de inheemse Teroldego Rotaliano vindt.

Trento is de geboorteplaats van verschillende bekende wielrenners zoals Daniel Oss, Moreno Moser en Gianni Moscon. Tegenwoordig is voormalig wereldkampioen Francesco Moser er ook woonachtig en bezit hij net buiten de stad een vermaard wijnhuis: Moser Trento.

Slingerend loopt de weg verder omhoog, door bossen en langs kleine dorpjes. De schaduw die de vele bomen langs de weg bieden is fijn, want de temperatuur komt hier geregeld ruim boven de 30 graden uit. Zeker het tweede deel van de beklimming is hierdoor niet alleen erg mooi, maar ook best aangenaam. Hiernaast loopt de weg behoorlijk steady omhoog. Het stijgingspercentage fluctueert overwegend tussen 7% en 9%, met enkele korte uitschieters boven de 10%. Op wat korte steile passages na, is het dus een klim waar je lekker in een ritme kan komen.

Op de Viote-vlakte is de Brentagroep goed zichtbaar – foto: Carlo Baroni

De top van de weg ligt na iets meer dan 18 kilometer op de Viote-vlakte, in een klein dorpje wat vooral is ingericht op het skitoerisme waar het ’s winters van leeft. Hier kan je genoeg restaurants vinden voor een flink bord pasta of een goeie pizza. Prima beloning dus! Of je rit verder gaat naar de Westelijke Sarca-vallei of niet, het is hoe dan ook aan te raden nog eens 800 meter verder te rijden. Op deze plek vind je aan de rechterkant van de weg namelijk een prachtig uitzichtpunt over onder andere de Brentagroep en de Garda-bergen.

De vallei van de meren
De oostelijke beklimming is een stuk minder mooi. De weg is hier erg breed en voelt bij vlagen zowat aan als een snelweg, omdat het meerdere keren kilometerslang rechtdoor loopt. Omhoog is dit dus niet heel spannend, maar voor de liefhebber van hoge snelheden is het zeker een erg leuke afdaling.

De Valle dei Laghi, met in de voorgrond het meer van Toblino – foto: Marco Simonini

Overigens is het startpunt – of eindpunt van de afdaling – wel erg mooi. In de Valle dei Laghi, tref je enkele prachtige meren en ben je aan vrijwel alle kanten omringd door indrukwekkende bergtoppen. Tevens herbergt deze vallei door de bijzondere ligging een bijna mediterraan microklimaat, waardoor het erg geschikt is voor de teelt van druivenranken, olijfbomen en fruitbomen.

De vallei is ook onderdeel van de DoGa: een fietsverbinding tussen de Dolomieten en het Gardameer. Naast de prachtige meren, zoals het onder windsurfers geliefde Lago di Cavedine en het Lago di Toblino met haar prachtige kasteel, tref je er dus ook een rustig fietspad in de luwte van de bergen aan.

Trento en de Monte Bondone zijn jaarlijks het decors van de Leggendaria Charly Gaul, een Gran Fondo van ruim 140 kilometer en 4000 hoogtemeters ter ere van Gaul. Komend jaar vindt er tevens het UCI WK Gran Fondo plaats, op hetzelfde parcours.

1 Reacties
7 januari 2022 20:03
De beklimming Scanuppia - Malga Palazzo ligt hier ook in de buurt. Een van de steilste met stukje van 45%.

Om te reageren moet je ingelogd zijn.