Materiaalzone 
Fietstoerisme 
De opvallendste continental transfers in Nederland
De meeste continental-teams in Nederland hebben hun ploeg vol voor 2025. De afgelopen maanden vonden er bijna vijftig inkomende transfers plaats binnen de acht Nederlandse continentale ploegen. Alleen BEAT moet de komende weken nog twee renners aankondigen. Welke transfers viel WielerFlits het meeste op?
Om te beginnen zijn dat de acht inkomende transfers van Visma | Lease a Bike Development Team. De Nederlandse opleidingsploeg ziet meerdere Nederlanders vertrekken aan het einde van 2024, maar haalt daar geen Nederlanders voor terug in de plaats. In een eerder interview gaf Robbert de Groot aan op dit moment geen Nederlandse renners uit 2005 en 2006 te zien die de potentie hebben om de WorldTour te bereiken. Zorgelijk, noemde De Groot dat. Met Matisse Van Kerckhove en Cedric Keppens contracteert de ploeg wel twee Belgische junioren uit die lichting.
Andere teams in Nederland vissen wel uit de vijver die Visma-Lease a Bike links laat liggen. Liefst twaalf junioren uit 2006 worden volgend jaar continental-renner, waarvan negen bij Nederlandse teams. Senna Remijn is daarvan het grootste talent. Hij werd knap derde op het WK en ook tweede in de Vredeskoers. Remijn rijdt de komende twee jaar voor de opleidingsploeg van Alpecin-Deceuninck. Jurgen Zomermaand was ook iemand die ons opviel door zijn achtste plaats op het WK en derde plaats in de loodzware La Classique des Alpes Juniors. Hij gaat naar de opleidingsploeg van dsm firmenich-PostNL.
Senna Remijn – foto: Cor Vos
Van de continentale ploegen die niet gelieerd zijn aan een WorldTour-team, springt de transfer van Bram Danklof naar Parkhotel Valkenburg in het oog. Danklof werd in 2024 niet geselecteerd voor internationale kampioenschappen of Nation’s Cup-wedstrijden door de KNWU, maar de 18-jarige renner heeft iets speciaals om zich heen hangen. In de hoog aangeschreven Junioren Rundfahrt reed Danklof een heel junioren-peloton de vernieling in, waarna hij de 2.1-koers met bijna tweeënhalve minuut voorsprong op de nummer twee won. Parkhotel Valkenburg haalde met Nino de Jong nog een interessante renner in huis. De Jong reed de afgelopen twee jaar voor Hagens Berman Jayco, maar kon daar niet overtuigen.
Diftar was een andere ploeg die geluid maakte op de transfermarkt deze zomer. De continentale ploeg heeft wat meer ervaring in de ploeg nodig om de jonge talenten te begeleiden en haalde wereldkampioen op de baan Yoeri Havik, die ook op de weg nog steeds dik in orde is. Met Quinten Veling haalde de ploeg daarnaast ook de criteriumkoning van 2024, een renner waar veel teams op aasden deze zomer.
Quinten Veling – foto: Cor Vos
Continentale wielerploegen hebben er overigens een hand van om renners op latere leeftijd nog een kans op continental-niveau te geven. Met de doorstroming van Frank van den Broek, Jelte Krijnsen en Bart Lemmen naar de profs hebben we de afgelopen jaren gezien dat die aanpak kan werken. Ook dit jaar vonden er weer van dit soort transfers plaats. Veling is zo’n voorbeeld natuurlijk, maar de meest gewilde renner van allemaal was misschien wel Pete Uptegrove die uiteindelijk voor Metec-Solarwatt koos. De 23-jarige Uptegrove won de Holland Cup en de Arno Wallaard Memorial en kan dus terugkijken op een zeer goed wielerjaar. Metec gelooft dat er nog meer rek zit in Uptegrove: pas dit jaar is hij zich meer gaan toespitsen op het wegwielrennen.
VolkerWessels haalde met Tim den Braber ook zo’n renner. Den Braber won afgelopen jaar de Zuiderzeeronde en mag het in 2025 op continental niveau laten zien. Bij de ploeg uit Overijssel is de grootste aanwinst overigens Tim Marsman, die verrassend genoeg overstapte van Metec-Solarwatt naar VolkerWessels. Marsman is al jaren een van de beste continental-renners in Nederland. Dat hij nu naar een concurrent overstapt, is op zijn minst opvallend te noemen. Metec-Solarwatt nam overigens ook afscheid van Hidde van Veenendaal, die naar BEAT trekt.
Reacties zijn gesloten.