Patrick Lefevere blijft baas in Vlaanderen dankzij ‘Het Verdriet van België’
Analyse Op de dag dat de wielersport de overwinning op het coronavirus leek te vieren, tekende zich in Leuven een nieuw epos van Hugo Claus’ Het Verdriet van België. Dat de koers thuis is in Vlaanderen, bewezen de honderdduizenden enthousiaste toeschouwers langs het parcours. En dat de klassiekers het favoriete terrein van de Vlaamse coureurs is, onderstreepte de Belgische ploeg door indrukwekkend de kracht in de breedte te tonen. Tegen de sterkste renner van de dag, Julian Alaphilippe, was echter geen Belg opgewassen.
Aan de finish in Leuven waren de donderwolken op alle Belgische gezichten af te lezen. Al stond er een West-Vlaming uitgebreid te juichen: Patrick Lefevere. Met de tweede opeenvolgende wereldtitel van zijn poulain Alaphilippe hield hij de regenboogtrui binnen zijn Deceuninck-Quick-Step-ploeg.
Zodoende bleef de ‘éminence grise’ van het peloton de baas van ‘zijn’ Vlaanderen. Wanneer je immers met een helikopterview boven alle landsbelangen heen kijkt, dan was het weer zijn ploeg die de grootste indruk maakte met liefst vijf renners in de uiteindelijke kopgroep van zeventien. Onbewust drukte de ploeg van Lefevere daarmee toch een heel belangrijk stempel op dit WK.
Het verhaal van dit schitterende WK kan eigenlijk eenvoudig worden samengevat tot vier woorden: de beste heeft gewonnen. Een jaar na zijn al indrukwekkende wereldtitel in het Italiaanse Imola overtrof Alaphilippe zichzelf door zijn tweede regenboogtrui op een nog grootsere wijze te winnen.
Conclusies
Op 51 kilometer van de streep liet de Franse titelverdediger zien dat hij in een uitzonderlijke vorm stak. Op de Smeysberg wist alleen de kersverse Europese kampioen Sonny Colbrelli bij hem in het wiel te blijven. Dit was een moment waarop de concurrentie conclusies had moeten trekken.
In het Nederlandse kamp werd dit gedaan. Mathieu van der Poel gaf aan Dylan van Baarle aan dat hij geen superdag kende. De renner waarvan héél wielerminnend Nederland hoopte dat hij weer eens boven zichzelf zou uitgroeien, had echter door zijn gebrekkige voorbereiding door de rugblessure niet de wedstrijdhardheid in de benen die nodig is op zo’n zwaar WK.
“Ik heb vooral afgezien”, zei Van der Poel. “In het eerste wedstrijddeel kon ik niet opschuiven in de groep, omdat ik gewoon niet beter kon. Ik zag het somber in voor de finale. Als een van de laatsten sloot ik aan bij de uiteindelijke kopgroep van zeventien renners. Vanaf dat moment ging het ietwat beter. Al voelde ik ook dat ik geen overschot had. Ik had liever wat attractiever gekoerst, maar dat kon ik echt niet meer.”
Open vizier
Met een open vizier gaf hij aan Dylan van Baarle aan dat de flyer uit Voorburg niets speciaals meer voor hem hoefde te doen, behalve mee proberen te sluipen in een ontsnapping. “Ik heb Dylan Dwars door Vlaanderen zien winnen. Ik wist wel dat hij het kon. Hij deed het dan ook perfect.”
Van Baarle groeide tijdens dit WK inderdaad boven zichzelf uit. Eigenlijk mag zijn verhaal een sprookje worden genoemd. Precies een maand geleden, op 26 augustus, kwam hij in de twaalfde rit van de Vuelta a España hard ten val. Hierbij liep hij een breukje in zijn bekken op. Hij probeerde het nog vijf ritten lang, totdat de pijn ondragelijk werd. “Eenmaal thuis lag ik vijf dagen plat en kon ik nauwelijks meer op mijn benen staan. Dat mocht ik ook niet van de doktoren. De pijn was af en toe niet te harden.”
Pas op de zevende september, een kleine drie weken voor dit WK, ging het enigszins beter. De medische staf van zijn ploeg INEOS Grenadiers gaf hem een vrijbrief om fysiotherapie te volgen en rustig aan op te bouwen richting dit WK.
Bondscoach
In deze hele periode bleef bondscoach Koos Moerenhout helemaal achter Van Baarle staan. Hij gaf hem, net als met Tom Dumoulin richting de olympische tijdrit, het volste vertrouwen. Als het enigszins ging, kon hij altijd op een plek in de WK-ploeg kon rekenen. Na het zilver van Dumoulin in Tokio, beloonde ook Van Baarle dit vertrouwen van zijn coach met een knappe tweede plek. Voor het eerst sinds de derde plaats van Léon van Bon tijdens het WK in San Sebastián in 1997 stond er weer een Nederlander op het WK-podium.
Van Baarle: “Natuurlijk is dit een prestatie waar ik ongelooflijk trots op ben. Ik besef het eigenlijk nauwelijks, want dit is heel bijzonder. Na de finish was ik best emotioneel, omdat toen het verhaal van de afgelopen weken weer naar voren kwam. Ik ben Koos heel dankbaar voor het vertrouwen en heb er alles aan gedaan om hier op een goed niveau van start te gaan. Als dit WK vijf dagen eerder had plaats gevonden, dan weet ik niet of ik aan de start had gestaan.”
Nog meer bijzonder wordt zijn verhaal, als je ziet dat Van Baarle op 87 kilometer van de finish al mee was in een ontsnapping en eigenlijk in de laatste 2,5 uur van de koers geen moment heeft kunnen herstellen. “Eigenlijk was dat ideaal voor mij”, zei Van Baarle. “Ik heb sowieso een zware koers nodig, maar ik weet ook dat ik normaal bij die korte inspanningen op die Vlaamse bergjes de puncheurs niet echt kan volgen. Ik moest dus voordat die mannen aangingen al van voren zitten.”
Dat het een zware koers werd, had Van Baarle ook te danken aan de Belgische ploeg. Op 179 kilometer voor de streep zetten de Belgen al druk, toen Remco Evenepoel in een in eerste instantie ontsnapping van drie mee sprong. Vervolgens nam de ploeg van bondscoach Sven Vanthourenhout op 115 kilometer tientallen kilometers het initiatief op kop van het peloton waarbij vooral ‘El Tractor’ Tim Derclercq indrukwekkend werk verzette.
Controle
Op 87 kilometer hadden de Belgen opnieuw controle met Evenepoel in de kopgroep, waar ook Van Baarle present was. Door al deze inspanningen waren talrijke rappe mannen zoals Caleb Ewan afgemat, waardoor Wout van Aert belangrijke concurrenten kwijt was geraakt.
Alleen hadden de Belgen op 51 kilometer, na de tweede demonstratie van Alaphilippe waarbij alleen Colbrelli hem in eerste instantie kon volgen, toch wakker moeten schrikken. Was het nog wel nodig dat Evenepoel nog eens zo’n twintig kilometer op kop van de groep bleef rijden?
De jonge kroonprins van het Belgische wielrennen had na zijn olympische wegwedstrijd veel kritiek gekregen dat hij geen teamplayer zou zijn. “Als er echt maar één kopman is, moet je Evenepoel eigenlijk niet meenemen. Hij rijdt vooral voor zichzelf. Dat hebben we in Tokio gezien”, zei Eddy Merckx zelfs op de vooravond van dit WK. Op deze Vlaamse hoogdag wilde Evenepoel duidelijk het tegendeel bewijzen.
Balans
Toch hadden de drie Belgen in de kopgroep (Van Aert, Stuyven en Evenepoel, red.) na de Smeysberg de balans moeten opmaken. Daar hadden Italië en Frankrijk, die ook met drie renners in de groep van zeventien present waren, een even groot deel van het werk mogen opknappen. Van Aert gaf later eerlijk aan dat hij té laat tegen Stuyven had aangegeven dat hij niet over superbenen beschikte.
Onbewust en onbedoeld maakte Evenepoel daarmee de wedstrijd ook hard voor zijn ploegmaat bij Deceuninck-Quick-Step Julian Alaphilippe. Met alle wielerwetten spotte de Fransman op deze hoogdag. Normaal heb je tijdens een WK slechts een of twee pijlen op de boog, maar Alaphilippe bleek uiteindelijk vier demarrages in petto te hebben, waarna hij de laatste achttien kilometer ook nog eens solo naar de finish reed.
De laatste weken had zijn ploegbaas Patrick Lefevere hem als een sluwe vos weer weten te prikkelen. Natuurlijk was het een belediging voor Alaphilippe dat Lefevere uitgerekend de andere Fransman uit zijn ploeg, Florian Sénéchal, in het televisieprogramma Vive le Vélo tot zijn grote favoriet voor dit WK bestempelde. En intern liet hij hardop blijken dat hij twijfelde of Alaphilippe al over zijn hoogtepunt in zijn carrière heen was.
Lefevere is af en toe onnavolgbaar in zijn commentaren, maar in het peloton is er niemand meer door de wol geverfd dan deze Vlaamse ploegbaas. Als geen ander weet hij wat hij moet doen om de baas in Vlaanderen te blijven.
Maar ik ben er zeker van dat we dezelfde verdiende winnaar hadden gezien!
Wat is een narcist? Iemand die zichzelf als het middelpunt ziet, gigantisch geniet van het krijgen van aandacht en geen zier om iemand anders geeft. D. Trump is daar het beste voorbeeld van.
PatLef is dit niet! Een steengoede manager! Iemand die graag in de belangstelling staat, jazeker! Maar wel iemand die geeft om een ander. Vb: F. Jacobsen.
Waarom zegt iedereen anders dat elke renner in het peloton eigenlijk wel voor DQS zou willen rijden?
Nee, topper hoor die JAP. Mooi!
Waar ik wakker van ga liggen is het gedrag van de toeschouwers. Dat boegeroep, dat infantiele gebaren van 'rij maar wat trager'. Dat een kind awoert roept, tot daar aan toe, maar een volwassene? Ik kan er niet bij. En zeker al niet naar iemand als Julian, die met open vizier koerst, nooit profiteert, altijd beukt. Welke schlemiel is begonnen met dat dwaze gebaar? En waarom reageerden Michel, José en Renaat daar niet op. Ze waren zo vol van de sfeer en de volkstoeloop. Blijkbaar mocht niks of niemand het feestje vergallen vandaag. Als ze dat nu hadden afgekeurd, openlijk, dan had dat misschien iets kunnen opleveren voor de volgende koersen in Vlaanderen. Nu hebben ze het gedoogd. Ik hoop dat België de volgende 50 jaar geen WK meer mag organiseren.
Maar ik ga ervan uit dat de meerderheid van de Belgen er net zo tegenaan kijkt als jij..
Het zijn de dwaze enkelingen, ook in Vlaarderen.
1. PatLef heeft wederom gelijk!
2. Perfect voor Remco; de Belgische ploeg bijgestaan zodat die kritiek kan geschrapt worden, tegelijk zijn ploegmaat in de kaart gespeeld zodat die kon winnen. Achteraf gezien véél gewerkt voor uiteindelijk de WK in eigen ploeg én een goede training die zijn vorm bewijst voor de komende RvL.
3. PatLef geeft kleur aan het wielrennen. Hele topics op dit forum over hem. Waarom nooit over andere managers? Ah, ik weet 't... grijze muizen!
4. Uitslag vandaag: 3 renners van DQS in de top 10 mét daarbij de winnaar. Hoeveel van TJV in de top 10? Geen één!
Ik onthou een zeldzaam mooi WK (het mooiste dat ik ooit heb gezien denk ik) met een weer-ga-loze Alaphilippe die hier 1 van de strafste nummertjes uit zijn carrière uit zijn benen heeft geschud.
Noch WvA, noch MvdP zijn wat mij betreft renners die duidelijk beter zijn dan Julian en krijgen vandaag een pak voor de broek, net zoals Matje hetzelfde deed in de Strade en Wout bv. in de Ventoux-rit.
Dan kunnen daar wel allerlei redenen en theorieën aan worden opgehangen, maar de beste renner van de dag heeft met een reeks demarrages (al vanaf de Moskesstraat!) de rest gewoon fijngemalen.
Verder is er weinig drama aan, de sterkste heeft gewonnen.
Men wil Evenepoel in een hoekje zetten om 'gazetten' te verkopen. Zo laag. Net zo goed had iemand anders die kilometers op kop gereden. In de finale hoorde ik bijna op ieder kaske "attaque Julian Alaphillip" "attaque "attaque", en plots reed ie daar alleen. Ja kom op, hoezo Evenepoel?
De sterkste won vandaag en er kwam geen hogere wiskunde aan tactiek bij kijken hoor.
Maar dan nog: schitterende koers, oververdiende winnaar.
Boogerd als erkende klassiekerspecialist, kopman en enige renner van NL ineens in de finale ging rijden voor Freire, terwijl ie zelf had kunnen winnen. Of de Wit-Rus Kiryienka op de OS in 2012. Ging ie uit het niets een peloton met ploeggenoot en topfavoriet Cav mennen in de hoop de rest terug te halen, zonder ook aanvullende belangen.
De Italianen hadden 3man in de beslissende kopgroep, met daarbij topfavoriet Colbrelli.
Maar daarover geen woord.
Vreemd om over 'het verdriet van België' te spreken. Het is jarenlang bekend dat het als thuisland extreem moeilijk is om het wk te winnen (Ballan als enige). En de topfavoriet wint ook meer niet het wk, dan wel..
Tot slot hebben de belgen weldegelijk in dienst van het team gereden.
Het was zeker geen geval Sint-Michiels-Gestel.
Dus tenzij de analist hier vindt dat de belgen collaboreerden, begrijp ik de titel en aanhef van deze analyse niet.
Zijn prestaties met zijn ploeg mogen er zijn, maar na iedere column of interview neem ik hem steeds minder serieus.
Even goed is men dat geblaat van Merckx allang beu en men alleen maar happy met iemand die buiten het zwart wit tijdperk een regenboogtrui op gaat halen.
In een minder zware koers had Van Aert misschien net meer kans gehad. In een sprint van een man of 30.
Maar Evenepoel heeft de orders opgevolgd en daarmee kregen we een harde koers. Wellicht hadden de Denen het wel gedaan als Evenepoel het niet had gedaan maar zowel Evenepoel als de Belgen daarachter hadden gerust ietsje minder kunnen rijden. Stuyven ging op het eind voor eigen kans en maakte er niks van maar dat was schijnbaar wel na toestemming van Van Aert.
We hadden misschien minder verantwoordelijkheid kunnen nemen maar het is onmogelijk om te zeggen "als dit _________" => dan was Van Aert wereldkampioen geworden. Dus dat gevoel leeft totaal niet.
Hen zo binnen schot houden en voor flinke tijd met de kop in de wind dwingen was misschien nog een aardige kans geweest ja.