Krachtmens Daan Hoole was te snel te goed in zijn werk
Interview Daan Hoole verraste tijdens de Giro d’Italia de gehele wielerwereld – met name zichzelf – met zijn tijdritzege in Pisa. Dinsdag verlengde hij met succes zijn Nederlandse titel. Zijn Zweedse trainer Matthias Reck gaat dieper in op de kwaliteiten van Hoole, die al het gehele jaar sterk rijdt. Hij voorspelt bij WielerFlits dat er nog veel meer in de 26-jarige Nederlander zit.
Reck weet waarover hij praat, want de trainer – zijn vader is Duits – loopt al even mee in de wielerwereld. Van 2010 tot begin 2013 leidde hij samen met Aike Visbeek het kleine Zweedse team Cykelcity.se. In 2013 maakte eerst Visbeek de overstap naar Giant-Shimano, Reck deed dat een jaar later. In 2017 verruilde hij de Duits-Nederlandse ploeg voor zijn huidige werkgever, samen met John Degenkolb en Koen de Kort. Nu is hij de trainer van Mads Pedersen én Hoole, samen goed voor vijf ritzeges afgelopen Giro. “Er is een zekere Nederlandse connectie is”, lacht Reck.
Een specialisme dat het bijna niet kan zijn
De Zweed was niet helemaal verrast door de Giro-zege van Hoole, ondanks dat het op grote tijdritafspraken – behoudens het EK 2024 – nog nooit echt goed lukte bij de Nederlands kampioen. “Die reden is simpel. Als je bijna twee meter lang bent (Hoole meet 1 meter 98), dan is het moeilijk om de snelst mogelijke positie op je fiets aan te nemen. Wij weten al jaren dat Daan enorme krachten ontwikkelt in tijdritten, maar dat werd nooit omgezet in genoeg snelheid op de weg. Dat komt door de natuurlijke weerstand die hij krijgt, net omdat Daan zo ontzettend lang is.”

Hoole werd dinsdag opnieuw Nederlands kampioen – foto: Cor Vos
Reck legt uit dat er door veel mensen binnen Lidl-Trek hard gewerkt is om dat wél voor elkaar te krijgen. “Met Daan doen we constant aerotesten, andere kleding uitproberen, nieuwe helmen inpassen. Ik ben de tel kwijtgeraakt hoe vaak hij al niet in een windtunnel heeft gezeten de laatste twee jaar. We bleven echt enorm veel kracht terugzien in zijn data, maar de resultaten waren daar niet naar. We begrepen niet dat je met die krachtwaardes zo veel tijd kon verliezen. Vorig jaar vonden we dan eindelijk een aantal heel mooie gains en daarop deden we aanpassingen.”
Het resultaat: een vierde plek op het EK, een zesde én eerste plaats in de Giro-tijdritten en een nieuwe Nederlandse titel. “Met zijn lengte is het heel moeilijk om een goed resultaat te rijden als het een supersnelle tijdrit met een gemiddelde van 55 kilometer per uur is. Daan heeft een grote motor en een groot hart. Als er een klimmetje in het parcours zit, is dat beter voor hem. Wanneer het gemiddelde tussen de 50 en 52 kilometer zit, komt hij bovendrijven. Er is dan langer de tijd om zijn nadeel ten opzichte van het frontaal oppervlakte door zijn lengte, weerstand te bieden.”
Ongekende kracht remt progressie
Dit seizoen komt Hoole tot ontbolstering. Volgens ploegleider Steven de Jongh kan hij met name in de klassiekers nog stappen zetten. Reck beaamt dat: “Toen Daan voor het eerst bij ons kwam in het najaar van 2021, was hij al een heel goede renner én toonde Daan dat hij goed weet hoe hij zijn kracht moet gebruiken als helper in koers. Daardoor werd hij vrijwel meteen knecht voor de kopmannen in grote koersen. Hij heeft daardoor heel veel ervaring op kunnen doen, maar aan de andere kant heeft hem dat misschien wel wat kansen voor zichzelf in kleinere wedstrijden gekost.”

Hoole met Filippo Ganna in zijn wiel in het Bos van Wallers – foto: Cor Vos
“In plaats daarvan ontwikkelde Daan zich direct in een superhelper voor onze kopstukken”, gaat Hoole’s trainer verder. “Dat heeft er misschien wel voor gezorgd dat het wat langer geduurd heeft voordat hij dit soort resultaten kon neerzetten. Ik bedoel: het vraagt tijd voordat je de laatste man voor een kopman bent in de Ronde van Vlaanderen of Parijs-Roubaix. Het is nu eenmaal zo dat wanneer je geen goed eindschot hebt – wat bij Daan helaas ook het geval is – je al snel uitgroeit tot meesterknecht. Die krijgen ook weleens kansen voor zichzelf, maar die moet je afdwingen.”
Een relatief simpele manier om dat te doen, is in tijdritten. “Ik geloof er heilig in dat Daan in de toekomst kan meedoen om medaille op EK’s en WK’s tijdrijden. Op een goede dag, met een parcours waar de snelheid niet al te hoog ligt, dan ben ik ervan overtuigd dat hij het kan. En verder zal hij vooral een heel goede helper zijn, want Daan kan alles: urenlang op kop boren van het peloton, renners terughalen in finales, helpen in de sprinttrein en hij is zelfs inzetbaar in het middengebergte. Jonathan Milan en Mads zijn lyrisch over hem. Daan lijkt wel een machine.”
Dezelfde stappen als Mads Pedersen
Reck is dus ook al jaren de trainer van Mads Pedersen. Hij ziet parallellen tussen de Deense wereldtopper en de lange Nederlander uit wielererfgoed Zuidland (dat dorp bracht al zes wielerprofs voort). “In de eerste plaats is Mads een heel goede kopman voor Daan, net zoals Steven de Jongh – onderschat zijn bijdrage niet – dat als ploegleider is. Zij hebben hem geleerd wat de klassiekers van een renner vragen en hoe Daan daarvoor moet leven. Bovendien weet hij nu beter wanneer hij moet rusten, wat hij moet eten en op welke details hij zich moet focussen.”

Hoole in dienst van Pedersen in de afgelopen Giro – foto: Cor Vos
Volgens de trainer is het belangrijk dat dit niet al te snel in zijn carrière naar voren kwam. “Als je alles al op de goede manier doet als je 21 jaar bent, dan groei je niet meer na je 26ste. Bovendien is dat mentaal lastig. Ik bedoel: Mads deed ook niet alles goed op zijn 23ste. Dat vraagt tijd. Als je Mads twee of drie jaar terug had gevraagd of hij zijn eten wel afweegt, dan had hij gezegd: ‘go **** yourself’. Maar nu doet hij dat wel. Ieder jaar vinden we een nieuw stukje van de perfecte puzzel. En dat geldt ook voor Daan. Ieder seizoen verhoogden we trainingsarbeid, met dit als resultaat.”
Jaar | Team |
---|---|
2026 | Decathlon CMA CGM |
2025 | Lidl - Trek |
2024 | Lidl - Trek |
2023 | Lidl - Trek |
2023 | Trek - Segafredo |
2022 | Trek - Segafredo |
2021 | SEG Racing Academy |
2021 | Trek - Segafredo |
2020 | SEG Racing Academy |
2019 | SEG Racing Academy |
2018 | SEG Racing Academy |
Iets als "Hoole maakt bij Lidl-Trek goede ontwikkeling door" had natuurlijk ook gekund, en dan had de ploeg en de renner meteen wat erkenning gekregen voor de afgelopen 4 jaar.
¨Toen Daan voor het eerst bij ons kwam in het najaar van 2021, was hij al een heel goede renner én toonde Daan dat hij goed weet hoe hij zijn kracht moet gebruiken als helper in koers. Daardoor werd hij vrijwel meteen knecht voor de kopmannen in grote koersen. Hij heeft daardoor heel veel ervaring op kunnen doen, maar aan de andere kant heeft hem dat misschien wel wat kansen voor zichzelf in kleinere wedstrijden gekost. In plaats daarvan ontwikkelde Daan zich direct in een superhelper voor onze kopstukken¨.
Ik kan me wel voorstellen dat mee en tegenwind meer verschil kan opleveren. Maar Reck zegt juist dat tijdritten van 55 km p/h een nadeel voor hem is.
Dus ik vind het een leuk verhaal, maar ik begrijp nog niet hoe de conclusies tot stand zijn gekomen. Nu heb ik natuurkunde laten vallen in de 4 e klas. Dus misschien ga ik het na simpele uitleg nog niet begrijpen.
Hoole heeft een erg hoge CdA waarde, dat betekent hoe niet-aerodynamisch een houding is (voornamelijk door het feit dat hij zo groot is en dus een groot frontaal oppervlak heeft, daar kan hij niets aan doen), Remco z'n CdA waarde is bv extreem klein net omwille van z'n kleine gestalte (klein frontaal oppervlak). Al moet je natuurlijk nog een houding vinden waarbij de CdA-waarde klein is en je toch nog steeds "comfortabel" op de pedalen kan duwen.
Nu neemt de luchtweerstand toe met het kwadraat van de snelheid. Ga je dus 2x trager (een heuvel op aan 30km/h ipv op het vlakke rijden aan 60km/h) dan wordt de luchtweerstand 4x kleiner en heeft hij dus ongeveer 4x minder last van die hoge CdA waarde.
Uiteraard heeft Hoole wel het voordeel dat hij meer spieren heeft en dus grotere vermogens kan duwen dan Remco maar heeft hij het nadeel dat hij zwaarder is en dus grotere vermogens nodig heeft om een heuvel op te geraken.
De performance-dudes van de ploeg zullen dus berekend hebben dat een optimale tijdrit voor Hoole een is waar hij rond de 50km/h gemiddeld moet rijden, ongetwijfeld het resultaat van veel spelen met waardes en cijfertjes; in een snellere tijdrit heeft hij te veel last van zijn hoge CdA-waarden, in een tragere (want meer heuvelachtige) tijdrit heeft hij te veel last van z'n gewicht.
Heeft het te maken met de ervaring op de piste?