Christoph Roodhooft: “Ze spreken van een leegloop, maar team rond Mathieu is versterkt”
Interview Groot nieuws bij de broers Christoph en Philip Roodhooft, vrijdagmiddag. Niet alleen konden ze met Premier Tech hun nieuwe tweede naamsponsor wereldkundig maken, ook hebben ze hun 30-koppige rennerskern voor 2026 rond. Daarbij zien we met elf vertrekkers en twaalf nieuwkomers heel wat wijzigingen, die volgens sportief manager Christoph niet tot een verzwakking van de kern rond Jasper Philipsen en Mathieu van der Poel leiden.
Met Robbe Ghys (Decathlon CMA CGM), Quinten Hermans (Pinarello-Q36.5), Xandro Meurisse (Pinarello-Q36.5), Fabio Van den Bossche (Soudal Quick-Step), Gianni Vermeersch (Q36.5) en Timo Kielich (Visma | Lease a Bike) verloor het team tamelijk wat grote namen die in de klassiekers hun ding konden doen, daartegenover staat wel de komst van een aantal talenten uit de opleidingsploeg en Florian Sénéchal, Gerben Thijssen, Maurice Ballerstedt, Hugo Houle en Lindsay De Vylder als meest opvallende namen.
“Ik ben heel blij met onze rennerskern”, zegt Christoph Roodhooft voor onze camera. “Ik denk dat we een sterke ploeg gaan hebben voor volgend jaar. Er zijn bij ons redelijk wat renners vertrokken. Er werd zelfs van een leegloop gesproken, maar ik denk dat er op veel vlakken een ietwat natuurlijke selectie is geweest. Er zijn jongens die zich financieel heel erg hebben kunnen verbeteren. Wat hun gegund is.”
Hoe lastig was het om die vertrekkers te laten gaan?
“Op het moment dat ze renners komen halen, is dat niet altijd aangenaam en leuk. Maar het bevestigt dat we iets doen dat goed is. We hebben mensen op een niveau gebracht, waar we trots op zijn. Het is nu aan hen om daar te blijven. Wij proberen om met de renners die we nu hebben, ook speciale dingen te doen.”
Heeft de onzekere markt jullie bepaalde opportuniteiten qua renners gegeven?
“We hebben ons niet laten leiden door die situatie. We zijn, zoals andere jaren, voorzichtig geweest. We hebben de zaken eerst ondergaan, dan rondgekeken hoe we op een goede economische manier kwaliteit konden binnenhalen waarvan wij denken dat we ze nodig hebben. En nu komt Premier Tech erbij, wat meegenomen is. Maar ook zonder die overeenkomst wilden we in 2026 competitief zijn.”

De broers Roodhooft haalden Premier Tech binnen – foto: Fotopersburo Cor Vos
“Dat kan met deze ploeg. Maar met het instappen wordt de situatie iets losser, en kunnen we wat dingen doen die het proces wat versnellen. Dan komt er ruimte om extra sportieve zaken te doen, zoals testen in de windtunnel.”
Zijn die renners dan niet vertrokken omdat jullie tweede naamsponsor uitbleef en jullie financieel dus wat moesten opletten?
“Niet echt. Quinten Hermans heeft zijn eerste contacten al in januari gehad. Natuurlijk is daar geld mee gemoeid. En dan is het aan ons om daarop te antwoorden of niet. Over sommige zaken hebben we nog een stemming gehad, andere deals waren al beslist nog voor dat we echt het gevoel hadden dat we partij waren. Er zijn deals die we met plezier hebben ondergaan, andere waar we wat spijt van hebben. Maar dat hoort ook bij wat we doen.”
Welke renner zie je als het grootste verlies?
“Edward Planckaert leek even op weg om te vertrekken (de lead out van Jasper Philipsen werd bij Soudal Quick-Step gemeld, red.), maar hij heeft net op tijd zijn kar gekeerd en daar zijn we blij mee. Dat zou een verlies kunnen geweest zijn. Wij hebben Edward naar een niveau gebracht waarbij hij in de sprints een beslissende factor kan zijn. Dat zou jammer zijn geweest. Xandro Meurisse is ook jammer. Maar ik ga geen namen noemen, want wie je niet noemt voelt zich misschien miskend. En dat is zeker niet de bedoeling.”
“We hebben met al die jongens jarenlang samengewerkt. Dat stopt op een gegeven moment. Timo Kielich heeft negen jaar bij ons gereden, maar hij krijgt nu een kans bij Visma | Lease a Bike. Logisch dat hij die kans ook wil nemen.”
Je liet al blijken dat je vindt dat de ploeg is versterkt. Bedoel je dan dat je rechtstreekse vervangingen voor mannen als Hermans en Vermeersch hebt gehaald, of kijk je ook naar de groei van talenten zoals Tibor Del Grosso om dat gat op te vullen?
“Het is inderdaad lang geleden dat we nog dat soort talent op die leeftijd bij ons hebben gehad zoals Tibor Del Grosso. In zijn geheel, als we iedereen echt op niveau kunnen krijgen, kunnen we een sterkere voorjaarsploeg maken dan we hadden.”

Wordt Del Grosso naast Van der Poel een van de leiders? – foto: Fotopersburo Cor Vos
Met Del Grosso en Kaden Groves als potentiële derde en vierde leider, naast Mathieu van der Poel en Jasper Philipsen?
“Ja, zoiets. In koersen zoals Dwars door Vlaanderen moeten die mannen hun stempel drukken, of alleszins kunnen meedoen voor winst op het juiste moment. Tibor was daar vorig jaar al zesde. Nu moet hij in het groepje zitten dat sprint voor de winst.”
Afgelopen seizoen wonnen jullie weer twee monumenten en drie ritten in de Tour de France. Wat staat er dan nog op het verlanglijstje?
“Wij hebben in bepaalde wedstrijden een geweldige reeks neergezet, ik denk dat iedereen het daar wel over eens is. Het moeilijke aan dat soort reeksen, is dat je weet dat er ooit een einde aan gaat komen. Ik kijk zeker niet uit naar het moment dat je de parking in San Remo opdraait zonder te winnen. We hebben daar drie jaar op rij gewonnen. Het is moeilijk en bijzonder uitdagend om toch die uitdaging aan te gaan.”
“Wij willen toch een beetje geschiedenis schrijven. Dat kan met de renners die we hebben, en dankzij Mathieu van der Poel zeker met de kopman die we hebben. De komende drie jaar zijn daar het goede moment voor. Dat hoeft niet per sé allemaal volgend jaar te gebeuren.”
Wat wel duidelijk is, na het zien van jullie transferbeleid: jullie gaan verder op de gekende koers en willen vooral scoren in de klassiekers en sprintwedstrijden.
“Ik denk dat het belangrijk is om iets te blijven doen waar we goed in zijn. Dat is niet zo evident. Ook daar moet je aan werken, dat gaat niet vanzelf komen. Wij hebben het gevoel dat het moeilijk genoeg is om daar 100 procent mee te blijven. Vooral omdat we ook zien dat ook andere ploegen begrepen hebben dat winnen niet evident is. Er zijn meer kapers op de kust. Er zijn een aantal wedstrijden op een jaar waar je niet naartoe moet gaan om te winnen, dat weten we allemaal. ”
Maar ook genoeg topwedstrijden waar Mathieu van der Poel bij de topfavorieten behoort.
“Als Tadej Pogacar aan de start staat is het vaak heel moeilijk. Van der Poel is vaak de enige om hem te beantwoorden als Pogacar goed is. Maar mee blijven doen op alle vlakken, zowel materiaal als renners, is een hele uitdaging. Dan komt nadien dat winnen er nog al dan niet bij.”
Om te reageren moet je ingelogd zijn.