Cancellara gelooft in LBL-kansen Mathieu van der Poel: “Ligt binnen zijn mogelijkheden”
Het voorjaar van Mathieu van der Poel kan al niet meer stuk na zijn zeges in de E3 Saxo Classic, Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix. Maar hij waagt zich de komende weken ook nog aan de Amstel Gold Race én Luik-Bastenaken-Luik. De grote vraag is: maakt hij ook kans in de laatste voorjaarsklassieker? Fabian Cancellara denkt van wel.
Van der Poel reed Luik-Bastenaken-Luik slechts één keer eerder in zijn carrière, in 2020. Hij werd toen zesde door de sprint van het tweede groepje te winnen, op veertien seconden van winnaar Primoz Roglic. Niet onbelangrijk: een dag eerder had MVDP nog de slotrit en het eindklassement van de BinckBank Tour op zijn naam geschreven na een lange solo. Deze coronaeditie van Luik-Bastenaken-Luik vond plaats in het najaar.
Vier jaar later zal hij dus opnieuw zijn opwachting maken in La Doyenne, maar is hij ook echt in staat om mee te doen voor de zege? “Het is zeker het proberen waard, gezien zijn vormpeil”, geeft Cancellara aan in zijn wekelijkse column voor Cyclingnews. “En zeker dit jaar is de kans groot dat hij een indrukwekkende prestatie zal neerzetten, gezien de afwezigheid van Remco Evenepoel en wellicht ook Primoz Roglic. Hij kan misschien wel winnen.”
Zeldzame kans
“Natuurlijk, hij zal het moeten opnemen tegen Tadej Pogacar, maar dat zou weleens kunnen uitdraaien op een geweldige tweestrijd. Vergeet niet dat Mathieu al een keer erg goed was in Luik, in 2020, bij zijn enige deelname. Hij eindigde toen als zesde nadat hij de sprint won van een achtervolgende groep, vlak achter de koplopers. De wedstrijd ligt binnen zijn mogelijkheden. Ik weet dat hij zich dit jaar ook zal richten op de Spelen, maar dit is een zeldzame kans.”
Van der Poel won zondag alweer voor de zesde keer in zijn carrière een monument, maar daar zal het volgens Cancellara niet bij blijven. “Ik denk dat er nog meer monumentale zeges zullen volgen. Ik zie hem nog wel voor een vierde keer de Ronde van Vlaanderen winnen en een derde keer Parijs-Roubaix. Het is slechts een kwestie van tijd, al zal het allemaal afhangen van zijn intrinsieke motivatie. Het is nu allemaal geweldig, maar laten we afwachten of dat over een paar jaar ook nog het geval is.”
In 2020 stonden er nog 4 man op hetzelfde niveau als Pogacar. Met Roglic, Alaphillipe, Hirschi en uiteindelijk ook Mohoric. Maar eerlijk gezegd denk ik niet dat de Pogi van toen nog dezelfde is als die van nu. Dus om dat jaar als maatstaf te nemen...
Maar daar kun je ook tegenover zetten dat de VdP niet meer dezelfde is als toen. Hij is sterker dan ooit, zo lijkt het. Of het genoeg gaat zijn om Pogacar te kunnen volgen op een Ardennenklim vraag ik me af. Maar er zijn ook vlakke stukken, bochten en afdalingen, je wint de koers niet enkel bergop.
Het is mooi dat ie het dit jaar probeert, en het zou een huzarenstukje zijn als het ook daadwerkelijk zou lukken. Maar in tegenstelling tot PR zal hij vooral de koers moeten ondergaan vrees ik.
Dat Thieu hier de koers zou moeten ondergaan is eerder een voordeel. Hoeft in feite dan alleen Pogi te viseren. Kan hij mee, dan doet hij mee voor winst. Laat de Amstel dan maar een goed trainingsblok zijn en SKA daar uitspelen of Hermans.
Sowieso zal UAE vól, vól gas het drieluik Wanne, Stockeu en Lavéé opdreunen om MvdP en de rest daar flink af te matten. In het vervolg zijn zowel de redoute als ook valkenrots klimmen waar MvdP er, tov de betere krielkippen die all in aangaan, af gaat.
Ik denk dat er 2 punten zijn waar hij een gooi naar de winst kan doen en ze zijn allebei dapper:
* demarrage op de Forges, dat is een mooie heuvel voor hem. Er zullen er alleen meer zijn die dat willen en het tempo zal er al moordend zijn.
* maar misschien nog beter en heroïsch is gaan op de Desnié, het is dan wat vroeg en wellicht gaan ze dan nog de MvdP zo ver uit de boom kijken dat ie uit het zich klimt.
benieuwd hoe belachelijk het volgende theater gaat worden
Overigens, toch jammer dat Cancellara nooit voor LBL of Lombardije is gegaan. Zeker in de jaren dat hij goed kon klimmen en er voor LBL en Lombardije niet de meest lastige parcours uitgezet waren.