Arnaud De Lie weet wat beter moet om klassieker te winnen: “Minder koersen met emotie”
Interview Wordt dit dan het voorjaar waarin Arnaud De Lie de stap zet naar meedoen voor de prijzen in de monumenten? Zelf verwacht de Belgische kampioen vooral in de klassiekers daar net onder op zijn best te zijn, en dan heeft hij één specifieke wedstrijd in zijn hoofd.
De Lie moest zijn seizoensstart even uitstellen door een val op training waarbij hij zijn knie stootte, maar vanaf hij in de Ster van Bessèges in competitie trad, haalde hij meteen een hoog niveau. Hij wist er zelfs de omstreden, stilgelegde derde rit te winnen. Via de Clasica de Almeria werkte hij toe naar de Ronde van de Algarve, waar hij momenteel de laatste hand legt aan zijn voorbereiding op het Vlaamse openingsweekend.
“Mijn winter is bijzonder goed verlopen”, stelde De Lie enige tijd terug op de ploegenpresentatie van de Lotto-ploeg. “Ik heb vijf weken in Spanje getraind, toch een groot verschil met de laatste drie jaar. Daar een huis huren is de beste keuze in mijn jonge carrière geweest. Ik heb twee keer zes uur getraind in december, dat is in België bijna onmogelijk. Trainen in mooi weer en veel zon maakt je sterker. Ik ben er echt van overtuigd dat het een belangrijke stap was om beter voor de dag te komen.”
Werkpunten
De Lie is vastberaden om beter te doen dan vorig jaar, toen hij na een sterke Omloop Het Nieuwsblad ziek werd tijdens Parijs-Nice, en nadien zelfs vroegtijdig zijn voorjaar moest beëindigen. Er werd achteraf zowel naar de Ziekte van Lyme als een niet zo geslaagde hoogtestage op Tenerife gekeken als verklaringen voor zijn mindere vorm. “Die hoogtestage ga ik sowieso niet meer doen. Ik heb in de winter wel thuis in een hoogtetent geslapen, maar daar blijft het bij.”

De Lie aan het feest in Bessèges – foto: Cor Vos
Heeft De Lie nog meer lessen getrokken uit vorig seizoen? “Dat ik kalm moet blijven wanneer er iets slechts gebeurt. Als het niet loopt, kan je toch niets meer doen en moet je het accepteren. Op dat moment moet je niet kijken naar het verleden, maar naar de toekomst. Elk probleem heeft een oplossing, dus is er geen goede reden om jezelf gek te maken. Bij momenten stelde ik mezelf duizend vragen, terwijl je alleen die ene juiste vraag moet stellen. Dat helpt me om kalm te blijven, en daar word ik trouwens ook goed in gecoacht. En dat is ook het enige wat je zelf in de hand hebt. Die ziekte was gewoon pure pech.”
Daarnaast wil De Lie op tactisch vlak stappen zetten. Tijdens zijn eerste passages in de klassiekers zagen we hem vaak met zijn krachten woekeren, op een waanzinnig hoog verzet. Afgelopen najaar deed hij hetzelfde door in de Grote Prijs van Québec Tadej Pogacar te volgen bij zijn aanval in de voorlaatste kilometer. “Dat was heel speciaal, maar het zet me ook aan het denken. Het was misschien niet de goede keuze.”
“Pas op, het was wel een heel speciaal moment. En het geeft me vertrouwen dat ik zoiets kan in een explosieve finale. Maar soms moet ik meer afwachtend koersen. Ik moet leren om minder op emotie te rijden, maar meer met het hoofd. We koersen immers niet voor mooie momenten, maar voor overwinningen. Zeker in de klassiekers wordt dat belangrijk”, vindt de Waal. “We hebben niet de allersterkste ploeg en dan moet je toch wachten tot Visma | Lease a Bike, Alpecin-Deceuninck en UAE Emirates-XRG eraan beginnen. Je moet je tactiek daar toch een beetje aan aanpassen. En dan is het simpel: als Van der Poel aangaat en je wil een kleine kans om te winnen benutten, dan moet je die grote meneer volgen.”

De Muur ligt De Lie als gegoten – foto: Cor Vos
Omloop Het Nieuwsblad
Zonder Florian Vermeersch en Victor Campenaerts is de klassieke kern van Lotto wel nog meer op De Lie gericht dan de vorige jaren. “Ik kan niet ontkennen dat we sterke mannen zijn verloren. Maar we hebben veel kwaliteit die zichzelf nog moet bewijzen in het grote werk. Ik denk aan Alec Segaert en Jenno Berckmoes. We hebben veel motivatie om te tonen dat we er nog altijd staan, we zijn niet voor niets Lotto. Die druk wil ik niet uit de weg gaan. Meer zelfs, we leggen onszelf dat op. Maar dan in de juiste doelen.”
En zo’n specifiek doel heeft De Lie wel in gedachten. “Over het algemeen is mijn eerste doel om in de klassiekers finales te kunnen rijden. En ik wil meedoen voor overwinningen. Maar als ik in Gent-Wevelgem voor de zege sprint en ik word vierde, maakt dat niet uit. Dan heb ik toch meegedaan voor de zege. Eén keer wil ik echt voor een uitslag gaan en dat is in de Omloop Het Nieuwsblad. Daar heb ik al de meeste ervaring van de laatste jaren en daar weet ik dat ik kan winnen. Het is echt een speciale koers geworden voor mij.”
De Lie werd al eens tweede na Dylan van Baarle in Ninove, en ook vorig jaar zat hij lang in de beslissende vlucht. “De Muur van Geraardsbergen ligt me heel goed. Elke koers met die helling in, eindigde ik al in de top 10 en vorig jaar kon ik er zelfs winnen tijdens de Renewi Tour. Maar het is ook de Omloop als wedstrijd zelf waar ik van hou. Dat begint al bij de ambiance in het Kuipke en de sfeer is over de hele koers vaak heel speciaal. In de Belgische trui zal dat wellicht nog extra leuk worden. Het is een groot doel.”
Als jonge renner uit een klein ploegje is het niet aan hem om steeds de koers te maken (zeker gezien zijn sterk eindschot).
Ik zie hem er wel één of twee pakken.
Overigens heeft hij het hier over klassiekers, niet monumenten.