Alleskunner Wout van Aert heeft nog veel te winnen in de klassiekers
Opinie Een etmaal na zijn overwinning in Gent-Wevelgem laat zijn ploeg Jumbo-Visma ludiek blijken dat ze overtuigd zijn van de oerkracht van hun kopman Wout van Aert. Na zijn klassieke succes wordt er maandag een grappige foto geplaatst waarop Wout van Aert in zijn eentje op de fiets het immense containerschip Evergreen lostrekt in het Suezkanaal.
Ook eind januari, bij het tussentijds verlengen van zijn contract, brengt de ploeg het goede nieuws naar buiten met een quasi grappig filmpje waarin duidelijk wordt dat Wout werkelijk alles kan. Het is een kwestie van tijd dat het team de hashtag #woutkanalles in het leven roept.
Alleskunners leven vaak in een luxe, maar komen ook geregeld op het moeilijke kruispunt dat er keuzes moeten worden gemaakt. Ook Van Aert zal na dit seizoen al knopen moeten doorhakken. Enkele jaren geleden heeft hij duidelijk aangegeven dat hij een zo divers mogelijk palmares in zijn loopbaan wil opbouwen. Hij hecht weinig waarde om zich ooit in de Ronde van Vlaanderen of Parijs-Roubaix tussen de recordhouders te nestelen met respectievelijk drie of vier zeges. Hij wint het liefst zoveel mogelijk verschillende koersen.
Als ik aan dat kruispunt denk waar Van Aert straks beslissingen moet nemen, hoor ik twee stemmetjes in mijn hoofd met elkaar strijden. Zoals het engeltje soms in het hoofd met het duiveltje strijdt om iemand op het rechte pad te houden. Johan Bruyneel vertelde vorige zomer dat Van Aert hem doet denken aan Bernard Hinault. Een klassementsrenner die grote rondes kan winnen, maar ook de sterkste is in massasprints en klassiekers. Bruyneel is overtuigd dat zijn landgenoot alles heeft om een potentiële grote ronde-winnaar te worden.

Foto: Cor Vos
Aan de andere kant zei Tom Boonen twee weken geleden nog dat renners die niet echt een ranke lichaamsbouw hebben en eigenlijk té groot zijn (Van Aert is 1,87 meter) goed de consequenties moeten overwegen voordat ze alles op een kort klassement in een grote ronde zetten. Een Tour, Giro of Vuelta heeft een enorme impact op je lichaam wanneer je daar eigenlijk niet voor gemaakt bent. Als je dat tikkeltje klasse net te kort komt. Dan moet je qua voeding en training maandenlang een verschrikkelijk leven leiden waardoor het plezier voor de sport veel sneller verdwijnt.
Wonderkind
De vraag voor Van Aert is of er in de grote rondes veel meer te winnen of te verliezen is? Natuurlijk is zijn recente optreden in de Tirreno-Adriatico een bemoedigende aanzet geweest naar een carrière als klassementsrenner. De tweede plaats in een zware editie van de zevendaagse Italiaanse rittenkoers biedt perspectief. Anderzijds toonde de 22-jarige Tadej Pogacar zich ongenaakbaar en was Van Aert nooit echt een bedreiging voor het Sloveense wonderkind.
Vanuit Jumbo-Visma wordt gezegd dat Van Aert de Tirreno vorige maand in eerste instantie ter voorbereiding op de kasseienklassiekers heeft gereden. Dat bestrijd ik, want het kan nooit een optimale voorbereiding zijn wanneer je in zo’n zware etappekoers, met ook nog een rit extreme weersomstandigheden, iedere dag tot het uiterste moet gaan. Dat het de Kempenaar lukt om momenteel in zijn beste conditie in de Vlaamse koersen te vlammen zegt heel veel over zijn uitzonderlijke talent.

Wout van Aert wint Milaan-San Remo – foto: Cor Vos
Van Aert is ondertussen 26 jaar. Wanneer hij zich verder wil ontwikkelen als klassementsrenner dan moet hij hier enkele jaren in investeren. Het is een keuze die hij daarom niet al te lang kan uitstellen.
Persoonlijk ben ik bang dat hij té veel opofferingen moet doen wanneer hij kiest om in de grote rondes voor de podiumplekken mee te strijden. Het zal ten koste gaan van andere wedstrijden, waar Van Aert misschien nog veel meer te winnen heeft. Zo is de kans groot dat hij in zijn transformatie naar een ronderenner een deel van zijn explosiviteit inlevert, een wapen dat hij in de klassiekers hard nodig heeft.
Geraint Thomas is een mooi voorbeeld. Hij behoorde in het klassieke werk ook bij de beteren met de overwinning in de E3 Prijs Harelbeke als hoogtepunt. Vanaf het moment dat hij zich op de grote rondes heeft gericht, kon hij een hoofdrol in het eendagswerk vergeten. Al maakt zijn Tour de France-zege in 2018 natuurlijk wel alles goed. Het bewijst echter dat je voor die keuze wel een prijs betaalt.
Palmares
Het palmares van Van Aert is al rijk. Toch was bijvoorbeeld Gent-Wevelgem pas zijn eerste zege in een Vlaamse klassieker. En van de vijf monumenten heeft hij vooralsnog alleen Milaan-Sanremo achter zijn naam staan. Ook een wereldtitel op de weg en een olympische titel in de wegwedstrijd blijven uitdagingen.
In de wielersport wordt er de laatste decennia in mijn ogen veel te veel gekeken en geïnvesteerd in rittenkoersen. Nieuwe wedstrijden die op de kalender komen, zijn veelal kleine rondes, terwijl jonge renners eerder hun ambities in het rondewerk dan in de klassiekers uitspreken. Kijken we terug naar de eendagswedstrijden van de afgelopen weken dan hebben we allemaal mooie koersen gezien met spannende finales. Pure promotie voor het wielrennen. Zoals het klassieke corona-jaar 2020 ook al eentje was die de boeken in kan als ‘grand-cru’. De internationale wielerunie UCI zou in mijn ogen dan ook veel meer in de eendagswedstrijden moeten investeren en organisatoren in andere werelddelen juist moeten enthousiasmeren om nieuwe klassiekers op de kalender te zetten.

In 2020 is Wout van Aert de beste in de Strade Bianche. Foto: Cor Vos
Dat Van Aert van nature een klassiekerspecialist is, bewijzen zijn uitslagen sinds de corona-lockdown. Van de tien klassiekers waarin hij in die periode startte, was de elfde plaats afgelopen vrijdag in E3 Saxo Bank Classic zijn slechtste resultaat. In zeven van die tien wedstrijden stond hij echter op het podium, waarvan drie op de hoogste trede. Dat zijn uitzonderlijke resultaten.
Met zijn klimcapaciteiten moet Van Aert ook in staat worden geacht om in Luik-Bastenaken-Luik en de Ronde van Lombardije voor de overwinning mee te spelen. Dat maakt hem meteen een man die de bijzondere kwaliteit heeft om de vijf monumenten te winnen. Een prestatie die in het moderne wielrennen door sommigen tot onmogelijk wordt bestempeld.
Strive For Five
In lang vervlogen tijden slaagden enkel Rik van Looy, Eddy Merckx en Roger de Vlaeminck in deze unieke missie. Drie Belgen uit de gouden decennia van de Belgische wielersport. Opmerkelijk is de enige renner van de huidige generatie die in de buurt van deze prestatie komt hun landgenoot Philippe Gilbert. Alleen Milaan-Sanremo ontbreekt nog in zijn ‘Strive For Five’-setje. Al lijkt dit ondertussen een onmogelijke missie voor de inmiddels 38-jarige Waal te worden.
Persoonlijk vind ik deze uitdaging voor Van Aert mooier en realistischer dan de klassementsambities voor de grote rondes. Is de sprong in het diepe het wel waard wanneer je weet dat je daardoor een vette streep door andere uitdagingen kunt trekken?

Wout van Aert (links) met Tadej Pogacar in de Tirrneo. Foto: Cor Vos
Gelukkig staat hij nu nog niet op dat kruispunt en jaagt hij in deze weken op de Vlaamse jachtvelden naar succes. In het geweld richting de Hoogmis op deze paaszondag is Van Aert het meest overeind gebleven van alle favorieten. De Grote Drie (G3) van de Tirreno kenden allen een zwak momentje in de aanloop in de Vlaamse koersen. Van Aert kreeg in Harelbeke na zijn inspanning door een lekke band rond de Taaienberg verderop op de klim van het Vossenhol een kleine terugslag. Die misser zette hij twee dagen later reeds recht met een ijzersterke overwinning in Gent-Wevelgem. En afgelopen woensdag kenden Mathieu van der Poel en Julian Alaphilippe vooral op Côte de Trieu in Dwars door Vlaanderen een mindere dag waarbij de hitte als excuus werd aangedragen.
Het maakt Van Aert tot dé topfavoriet voor deze Ronde van Vlaanderen. De afgelopen wedstrijden hebben echter bewezen dat de verhoudingen aan de top weer kleiner zijn. En al roepen ze bij zijn ploeg in koor dat Wout alles kan, tot dusver blijft het voor hem nog altijd een droom om alles en iedereen in zijn Vlaamse achtertuin voor te blijven.
Ik denk dat Nederlanders en Vlamingen (in grote lijnen) anders over deze stelling denken.
Voor mij is de Tour winnen het allerhoogste in het wielrennen en komt voor de monumenten eerst nog de wk-wegtitel.
Ik vind het eerste criterium om van een grote carrière te spreken toch echt wel veel winnen. Daarin staan de klassiekers inderdaad onder de grote rondes. Een Froome (hoewel die mij veel minder wist te begeesteren dan de grote eendagsrenners van zijn tijd) of Contador plaats ik wel boven bv. Cancellara of Boonen. Nadeel bij ronderenners is wel dat het doping-smetje nooit veraf lijkt te zijn.
Helemaal bovenaan staan de renners die zowel in het eendagswerk als de grote rondes dominant zijn, maar is dat nog van deze tijd? Je hebt wel Valverde, maar die was in de grote rondes toch nooit echt de grootste topper. Of Nibali, maar die was vooral heel allround zonder ergens echt de allerbeste in te zijn.
Ik zeg overigens niet dat van Aert van dat niveau is. Hij heeft voorlopig 1 monument gewonnen. Dus probeer eerst eens wat grote eendagskoersen daadwerkelijk te winnen voor je je in het rigide keurslijf van de ronderenner perst.
Net zoals bij Terpstra in Nederland zijn er buiten de wielerfans ook amper nog mensen die pakweg een Nuyens of een Devolder kennen. Geen van hen heeft natuurlijk ooit de klassiekers gedomineerd en ook in andere koersen geschitterd - figuren als Museeuw, Cancellara, Boonen en Sagan, die naast meerdere monumenten ook Tour-ritten en wereldkampioenschappen op hun palmares hebben, zijn met recht en rede breder gekend. Hen zou ik op gelijke hoogte plaatsen als renners die 1 keer de Tour en 1 à 2 keer Giro en/of Vuelta wonnen. De naambekendheid van Van Avermaet is hier trouwens vooral de hoogte ingeschoten door zijn Olympische titel.
Voor de rest heeft Van Aert nog niet genoeg gewonnen om een carriereswitch te maken. Dan vind ik dat hij eerst nog een paar monumenten en een WK/OS titel nodig heeft vooraleer dat risico aan te gaan.
Misschien was Froome puur fysiek gezien sterker, en heeft Boonen meer gewonnen. Maar het gaat voor mij toch ook om het puntje van de stoel. Cancellara kon de rest op de stenen degraderen zoals ik dat nooit heb gezien (zelfs niet in de vorige generatie met bv. Museeuw) en Contador die solo ging dansen op 110 km van de meet deed me altijd meer dan een naar zijn powermeter turende Froompie.
Ik ken best smalend doen als iemand MvdP de beste aller tijden noemt, maar langs de andere kant begrijp ik wel dat mensen lyrisch zijn. Renners die spektakel brengen, hebben een streepje voor. Alleen vind ik wel dat de allergrootsten fysieke sterkte ook koppelen aan sluwheid, om zo hun palmares uit te bouwen.
Wat is dit voor onzin? Er werd duidelijk gesteld dat hij een goed klassement wilde rijden, b.v. hier: https://www.wielerflits.nl/nieuws/jumbo-visma-klaar-voor-de-tirreno-met-wout-een-goed-klassement-rijden/
Ik denk dat specialisatie ervoor zorgt dat je inderdaad niet overal in kan uitblinken.
Redelijk meedoen kan wel maar domineren is wat anders.
Een grote ronde en een klimklassieker winnen kan wel zoals Roglic deed maar die zie ik geen Parijs Roubaix winnen.
Types als van Aert kunnen wel de RVV winnen en Lombardije maar die zie ik hooguit een top 10 rijden in een zwakbezette grote ronde.
Het is moeilijk vergelijkbaar, maar Boonen kon niet wat Van Aert kan, en omgekeerd kan Van Aert wel wat Boonen kon. Ik ben dus ook geneigd te zeggen dat Van Aert in principe beter is, of hij ook een beter palmares opbouwt valt te betwijfelen want de concurrentie is ook niet bepaald slecht.
Ontopic: Van Aert kan gewoon focussen op monumenten, klassiekers, groene truien en etappes de komende jaren, dan na 4-6 jaar oogsten, gewicht verliezen om grote klassementen te winnen en wellicht Lombardije als openstaande monument.
...willen de lijsjesfetisjisten bevredigd zijn. Wat hemzelf betreft valt dat reuze mee. Hij droomde van De Ronde en Roubaix, een vrouw en een kindje. Ik denk dat ie zichzelf al behoorlijk verbaasd heeft met die massasprints, tijdritten en klimmen in het hogere kringen maar als je 'm vraagt waar ie over 2020 het meest van baalt dan vertelt ie iets over een regenachtig weekend in oktober.
En alle andere renners die dat in het verleden hebben gedaan heb ik sterk mijn twijfels bij. Een Eddy Merkx die meerdere malen betrapt is op doping en inleveren van andermans plasjes kun je niet echt serieus nemen als beste wielrenner aller tijden.
Daarnaast heb je ook nog het "probleem" van de ploeg. Roglic is duidelijk de betere klimmer dus Wout zal altijd een man voor zich hebben. Die dubbele kopman rol is allemaal een beetje voor de show. Maar het kan wel een goede tweede uitgangspunt zijn als Roglic het ergens laat liggen. En je hebt ook nog twee ontzettende jonkies van 22 en 24 (Pogi en Bernal) die de tour al hebben gewonnen en in principe alleen maar beter worden.
Persoonlijk vind ik hem er niet zo erg bovenuit steken in los aan te wijzen disciplines. Geen probleem want zijn basisniveau is zo hoog dat je overal voor de prijzen mee kan doen, met aantoonbaar hogere winstkansen dan bv Van Avermaet in z’n beste dagen. Met her en der wat andere accentverschillen zie ik m ook wel alle 5 de monumenten winnen, maar z’n beperkingen kennende acht ik het geen zekerheid en denk ook niet dat dit in een jaar of drie is geklaard. Zal toch een investering op langere termijn moeten zijn.
Dat zal Van Aert en begeleiding ook vast weten. Op zich kun je als ronderenner nog wel de Ronde van Lombardije en LBL winnen. Gok daarom ook dat PR en RvV zo de focus hebben, want een naar ronderenner omgeturnde Van Aert zie ik in beide races niet meer winnen, of z’n winstkansen krijgen een knauw omdat ze niet elk jaar betwist gaan worden.
Het is wel moeilijk. Voor VdP is het nu veel makkelijker. Die is absoluut de beste in veel opeenvolgende korte inspanningen (agr etc), die heeft de body nodig voor mtb wat een hoofddoel is nu en heeft nergens aangetoond om mee te kunnen in rondes met klimwerk. Daar heeft de fysiek al de keuze grotendeels bepaald.