Rondje redacteur: koninklijk door drie nationale parken en werelderfgoed met Tim de Vries
Het plaatsnaambordje van Nederland is populair bij toeristen en gespuis - foto: Tim de Vries

Rondje redacteur: koninklijk door drie nationale parken en werelderfgoed met Tim de Vries

Ieder zijn meug, maar ik koester een onredelijk grote aversie jegens het ‘micro-avontuur’. Maar goed dat Jules Deelder de introductie van die term niet meer mee hoeft te maken, dacht ik toen ik ‘m vorig jaar voor het eerst hoorde. De routesuggestie die u nu dan ook krijgt voorgeschoteld is dan ook beslist geen micro-avontuur, al zouden er zeker mensen zijn die het zo zouden noemen. Hopelijk is het wel een leuk dagje uit.

Ondanks dat ik niet per se koningshuisgezind ben, heeft deze route een thema in die geest. We doen namelijk de nederzettingen Nederland, Wilhelminaoord, Oranje en… Oude Willem aan. Afgezien van deze gimmick — hoe knullig misschien ook, ik vind dit soort routes leuk — is het met recht een rondje met van alles wat. Behalve hoogtemeters dan, als we een zeldzaam hupsje, enkele verkeersdrempels en een paar bruggetjes buiten beschouwing laten. Anders dan veel wielerwedstrijden in het noorden van Nederland slaan we op dit rondje de VAM-berg namelijk over, al valt ze met een extra lusje eenvoudigweg in de route in te passen.

Wilhelminaoord past mooi binnen het thema – foto: Miranda Drenth

Ook direct een disclaimer: zelfs in deze 130 kilometer vindt u niet alle hoogtepunten. Het Holtingerveld, de Rottige Meenthe, de Zwarte Dennen en charmante plaatsjes als Vollenhove en Hasselt vind ik ook best de moeite waard. En dat het Dwingelderveld best een aangenaam fietstochtje belooft, weet de trouwe lezer van deze site ook al. Schrijven is schrappen, net als het ontwerpen van een fietsroute. En omdat ik geen meerdaagse mocht uitzetten, houden we het voor nu bij 138 kilometer. Leuk voor Koningsdag, ook mooi voor op andere dagen.

Afijn, genoeg introductie. De fiets op.

Hevig begin
Zodra je Meppel uitrijdt heb je een goede tien kilometer om warm te draaien. Het is niet nodig om de benen los te schudden, want dat gebeurt in de bossen bij Echten genoeg. We beginnen namelijk met stevig stuiteren. Twee schandalig mooie keienstroken liggen er verscholen in de bossen. Niet meteen een aanrader als Pluvius er de scepter zwaait — onfortuinlijke deelnemers aan de Ronde van Drenthe weten daar alles van — maar verder een traktatie voor de liefhebber van het betere hobbelwerk.

Wie niet houdt van keien, kan maar beter even omfietsen – foto: Tim de Vries

Beide stroken zijn om en nabij tweeënhalve kilometer lang. Het is geen martelgang à la Bos van Wallers, maar de steentjes doen toch flink zeer. Vingers zullen op een zeer onregelmatige ritme tegen het stuur knallen, op een tempo waar John Coltrane’s Giant Steps nog een puntje aan kan zuigen. Wat mij betreft is het goed voor een full-body workout, om nog maar eens een afgrijselijke term te bezigen. Na vijf kilometer keien knallen is het wel mooi geweest. De daaropvolgende kilometers zijn gelukkig een stuk lieflijker.

We verlaten de Boswachterij Ruinen en trekken noordwaarts richting het Dwingelderveld. Als er zo’n 26 kilometer op de teller staat draait de route het Commissaris Cramerpad op, het mooiste fietspad van Drenthe. Het ideale moment om een tandje lichter te schakelen en het tempo te drukken. Dat is al aan te raden vanwege de vele medeweggebruikers, maar het is ook gewoon echt een fraai stukje. Als de heide en het bos weer plaatsmaken voor grasland blijft het zaak om naar het noorden te rijden. Via bonusheideveld Brunstingerveld kom je uiteindelijk uit bij het Oranjekanaal: het meest geschikte moment om de innerlijke brommer eventjes aan te zwengelen. Langs het water is het prettig doortrappen.

Het Dwingelderveld – foto: Karin Broekhuijsen

Na het Dwingelderveld is het Drents-Friese Wold het tweede nationale park in het rondje. Ook hier zou je gerust de hele dag of zelfs meerdere dagen kunnen fietsen. Verdwalen kan hier zomaar, maar wie de grote, mooi aangelegde betonpaden en de paddenstoelen volgt komt vanzelf uit bij het tweede koninklijk getinte plaatsnaambordje: Oude Willem. Overigens waarschijnlijk niet vernoemd naar een lid van het Koningshuis, maar naar een negentiende-eeuwse schaapsherder, maar laat deze informatie je pret vooral niet bederven.

Werelderfgoed
De heide van het ook al mooie Doldersummerveld — het houdt maar niet op — markeert het begin van de passage door UNESCO werelderfgoed. Het werd namelijk ooit aangekocht door de Maatschappij van Weldadigheid, een zeer ambitieus initiatief om armoede te bestrijden en de bakermat van de verzorgingsstaat. Wie goed oplet, ziet langs de kant van de weg ook paaltjes staan die het koloniegebied markeren. De route voert vanaf nu door diverse plaatsnamen die eindigen op ‘oord’, ook een nalatenschap van het initiatief van Johannes van den Bosch. Boschoord is de eerste. Daarna scheren we langs Vledderveen. Geen kolonie die onder de Maatschappij valt, maar een zogenoemde desperadokolonie.

Huis Westerbeek is nu hoofdkantoor van de Maatschappij van Weldadigheid – foto: James van Leuven / Provincie Drenthe

Hier kwamen heel wat mensen terecht die vanwege gebrek aan beschikbare hoeves niet meer in de kolonie konden blijven. Wie er in één nacht in slaagde om een plaggenhut te bouwen met een rokende schoorsteen, mocht er blijven wonen. De leefomstandigheden waren daar een stuk minder. Zoals Vledderveen zijn er meer nederzettingen in de buurt van de koloniën ontstaan. Hoewel de tijd goed z’n best heeft gedaan, is in de koloniën zelf nog prima te zien hoe werd gepoogd het leven van de paupers die hierheen trokken van wat perspectief te voorzien. Let bijvoorbeeld op de afstand tussen de diverse percelen. En werp in Frederiksoord ook zeker een blik op enkele fraaie gebouwen.

Het allermooiste pand op de route vind je weer enkele kilometers verderop op Landgoed De Eese. Tot de collectie gebouwen die al zo’n honderd jaar het eigendom is van de familie Van Karnebeek, waar de koninklijke familie goede banden mee onderhoudt, behoort een prachtig landhuis in Noorse stijl. En om bij het thema te blijven: het is in de omgeving een publiek geheim dat koning Willem-Alexander in vroeger tijden diverse tarwesmoothies soldaat heeft gemaakt op de fraaie havezate. Zou hij ooit licht aangeschoten op de fiets zijn gestapt en per ongeluk de korte keienstrook naar de doorgaande weg hebben genomen? Vragen, vragen…

Vier provincies op een dag?
De passage over de Woldberg is het enige echte hupsje op het traject. Langs de A32 is het lekker om het zitvlees even van het zadel te nemen. Nu volgen er enkel nog bruggetjes die voor goed zichtbare ‘hoogteverschillen’ zorgen. Zet daarvoor via Steenwijkerwold koers naar Nationaal Park nummer drie: Weerribben-Wieden. In het grootste aaneengesloten laagveenmoerasgebied van Noordwest-Europa kun je je eveneens enkele dagen prima vermaken op een fiets.

Tussen Ossenzijl en de petieterige nederzetting Nederland, de laatste quasi-koninklijke stop, vind je diverse bruggetjes. Fietsers eroverheen, boten met boodschappen, bouwmaterialen, vee en wat dies meer zij eronderdoor. Ondanks dat het er niet echt lekker doorfietst (je bent er eigenlijk nooit de enige), is het wel een van mijn favoriete passages.

Je vindt mooie tjaskermolens in Weerribben-Wieden – foto: Bertrik Hakvoort / MarketingOost

Wie vier provincies op één dag wil afvinken, moet soms even van de route afwijken. Het kan met vrij weinig extra moeite, want via Nederland komen we uiteindelijk uit op de voormalige Zuiderzeedijk, bijna op de grens met Flevoland. Zorg er wel absoluut voor dat je door hartje Blokzijl rijdt, want dit beeldige havenstadje mag niet gemist worden. Het is tevens een zeer geschikte locatie voor een laatste tussenstop.

Als fervent liefhebber van pontjes kon ik het niet laten om de fietsveer bij Jonen in het traject op te nemen. Van hieruit steek je in een keer door naar het immens toeristische Giethoorn. De vele bruggetjes langs en over de Dorpsgracht kun je vanwege de drukte het beste laten liggen, maar richting Wanneperveen vind je er toch nog een tweetal om het af te leren. Rest er nog een laatste mogelijke fotomoment bij het plaatsnaambord van Doosje. Je zult beslist niet de eerste zijn die giechelend een selfie maakt bij één van de vele curieuze plaatsnamen in de gemeente Steenwijkerland. Wie is uitgeginnegapt, kan via de Zomerdijk nog even een paar laatste kilometers knallen voor Meppel wordt bereikt.

4 Reacties
29 november 2022 14:06
Geweldig gebied waar ik jaarlijks minimaal 10 van dit type ritten rij. Er gaat op fietsgebied niets boven noordoost NL
29 november 2022 20:26
Mooi verhaal! Ben in Drenthe wel enigszins bekend, verder niet. Klinkt als een route die ik eens moet rijden.
29 november 2022 23:24
Goed geschreven stuk, krijg zin om het rondje te fietsen zelfs al kom ik zelf zelden boven de 60 km :)

Om te reageren moet je ingelogd zijn.