Tussen Bergen en Wijk aan Zee ligt het Noordhollands Duinreservaat. In dit uitgestrekte natuurgebied zetten Laurens ten Dam en Niki Terpstra de NH100 uit; een offroad rit van net iets minder dan 100 kilometer. Wij verkenden de favoriete wintertraining van Ten Dam, Terpstra en hun trainingsgroep Noord-Hollands Best.
Heb gebied is in beheer van het Noord-Hollandse waterleidingbedrijf PWN, aangezien het op drie plekken wordt gebruikt voor drinkwaterwinning. Met zijn 5300 hectare is het uit strand, duinen en bossen bestaande natuurgebied een van de grootste natuurgebieden van Nederland. Alhoewel de toegang er in verband met tijdsrestricties beperkt is, kan je er (zeker offroad) prachtig fietsen, mede vanwege een verscheidenheid aan paden.
De route start in Bergen, aan de rand van de duinen. Reken niet op uitgebreid warm rijden, want na iets meer dan een kilometer ruil je het fietspad al in voor een van de ontelbare onverharde paden die door het duingebied lopen. Ik had van tevoren verwacht dat het geen al te zware rit werd, maar het is gelijk hard werken. Het is geen technische singletrack, maar je moet toch de juiste lijn zien te kiezen. In combinatie met de bij vlagen zachte ondergrond maakt dat het op een mountainbike al best pittig.
Dit bericht op Instagram bekijken
Het duinreservaat is in grofweg drie delen op te splitsen: het noordelijke deel tussen Bergen en Egmond, het middelste deel tussen Egmond en Castricum en het zuidelijke deel tussen Castricum en Wijk aan Zee. Het zwaartepunt ligt vooral in het noordelijke en zuidelijke deel, al hebben ze beide een behoorlijk ander karakter.
Klimmen door de duinen
Rondom Bergen fiets je door een relatief open, heuvelachtig duingebied. Over de zandpaden rijd je verschillende duinen op en af. Hoewel het geen erg lange inspanningen zijn en de hoogteverschillen niet enorm lijken, is het erg taai. Misschien komt het doordat ik me behoorlijk laat opjutten, maar makkelijk is dit deel van de route zeker niet. Gelijktijdig krijg je het bijzondere natuurgebied hier in volle glorie te zien doordat je op de duintoppen vaak mooi uitzicht hebt.
In zuidelijke richting volgt een passage door het bos, waarna enkele kilometers over het fietspad volgen als de route richting Egmond aan den Hoef gaat. Hier rijd je door een groep tuintjes in de duinen. In dit deel van de duinen is (land)bouw tegenwoordig niet meer toegestaan, maar de ondertussen tientallen jaren oude tuinen en huizen die er al staan mogen wel blijven.

foto: PWN
Hier volgt tevens de technisch lastigste beklimming van de route, over boomwortels en door mul zand. Alhoewel de beklimming maar iets meer dan honderd meter lang is, win je hierin wel ruim twintig meter aan hoogte. De klim loopt door een klein stukje bos maar eenmaal boven bereik je een uitkijkpunt, waar je uitkijkt over het Noord-Hollandse landschap.
Het bos in
Met deze klim achter de rug heb je het meeste klimwerk sowieso gehad. Vanaf hier loopt de route overwegend een stuk vlakker door, richting Wijk aan Zee. Eerst nog door een open duinlandschap, maar al gauw duik je het bos in. Tot Wijk aan Zee loopt het merendeel van de route door het bos, al verlaat je het met enige regelmaat voor een korte passage door de duinen of over een fietspad.
Als je de Zeeweg ter hoogte van Castricum oversteekt, kom je in het zuidelijke deel van het Duinreservaat terecht, waar nog ruim twintig onverharde kilometers volgen. Vooral de verscheidenheid aan het soort wegdek die je treft maakt de route erg leuk. Van smalle paden die op singletrack lijken tot gravelwegen en van zandpaadjes tot boswegen; vrijwel alles kom je tegen. Hier passeer je ook meerdere kleine passen waar pony’s en schotse hooglanders grazen.

foto: Ties Wijntjes
Alhoewel dit deel van de route dus een stuk vlakker is, volgen nog enkele pittige kuitenbijters. Vooral kort voor Wijk aan Zee tref je nog een paar lastige beklimmingen. Zo passeer je hier de kikkerpoel, waar een paar venijnige korte klimmetjes elkaar snel opvolgen. Als je vervolgens het fietspad opdraait, zit de duinpassage er nog niet helemaal op. Er volgt hier nog één laatste beklimming die je van twee verschillende kanten oprijdt, alvorens de rit richting het strand gaat.
Uitgerekt strand
Langs Wijk aan Zee rijd je vervolgens richting de strandopgang, vanaf waar de route bijna twintig kilometer in rechte lijn over het strand loopt. Waar dit voor de één de kans is om even bij te komen, zal je veel groepjes wielrenners op de strandfiets ook het gashendel even goed zien opentrekken. Ik wil wel rustig aan doen, maar op de mountainbike is het hoe dan ook aanpoten, doordat de noppen van mijn banden zich steeds een beetje ingraven.
Toch heeft het iets speciaals. Tuurlijk, het is een open deur dat je niet elke dag over het strand fietst maar het is best gaaf: een gevoelsmatig eeuwige uitgestrekte zandvlakte voor je, met naast je de alsmaar beukende golven en aan de andere kant de hoge duinen. Zeker met een windje in de rug, en als je geen haast hebt, is het een mooie ervaring.

foto: Ties Wijntjes
Bij Bergen verlaat je het strand weer. Over fietspaden draai je weer het hart van de duinen in, waarna nog een kleine tien afsluitende kilometers over de mountainbike-route van Schoorl volgen. Hier krijg je nog enkele leuke stukken singletrack en de nodige hoogteverschillen te verwerken.
De laatste grote uitdaging volgt in de vorm van de Schoorlse Nok. Met zijn 48 meter boven NAP is dit één van de hoogste duinen van Schoorl en zelfs van Nederland. Zeker gezien je bijna van zeeniveau komt is het best een lange en zware beklimming. De route voert je twee keer, direct achter elkaar, over de duin. Naast de beklimming zijn ook de afdalingen behoorlijk uitdagend gezien hun technische aard.
Na iets minder dan honderd kilometer ben ik zonder overdrijven behoorlijk gesloopt. Misschien komt het door de ploegmaat die me in de duinen het vuur aan de schenen heeft gelegd, maar de route is zonder twijfel als uitdagend te bestempelen. Het Noordhollands Duinreservaat is ongelooflijk mooi en die pracht hebben Terpstra en Ten Dam in hun route behoorlijk goed weten te vangen.