Oproep aan rennersvrouwen: ‘Toupeer je haar en wees luid!’
Ride In het najaarsnummer van RIDE Magazine staat een grote reportage over rennersvrouwen. Auteur Manon Colson was tien jaar lang verslaggever in de Tour de France en in die periode is haar fascinatie en bewondering voor rennersvrouwen gegroeid. Omdat tijdens de afgelopen Tour de rol van de ‘vrouw van’ door het optreden van Trine Vingegaard plots weer ter discussie staat, klom ze in de pen voor een persoonlijke oproep in RIDE Magazine.
“Rennersvrouwen lijken me het minst van allemaal te benijden”, zo schrijft Colson. “Zij hebben nooit bewust gekozen voor een leven tussen de fietsen. Tenminste, niet echt. Ooit zijn ze namelijk verliefd geworden op een leuke, frisse jongen met ambities. Nu zijn ze samen met een man die als een monnik met zijn werk bezig is.”
“Eten, drinken, slapen, alles staat voortdurend in het teken van de fiets. Terwijl hij aan het koersen is, ergens op de wereld, bestiert zij het huishouden. De kinderen, school, werk, feestjes, verjaardagen, bruiloften, alles doet ze steeds alleen. En als hij dan weer eens tegen het asfalt kwakt, moet zij hem oplappen. Fysiek, en vooral mentaal.”
Omdat ik in die jaren dat ik naar de Tour ga vaak bij renners thuis aan de keukentafel zit vanwege interviews, leer ik hun vrouwen beter kennen. Hun opofferingsgezindheid, de manier waarop ze zich zonder te zeuren kunnen wegcijferen voor de carrière van hun man, maakt indruk op me. Iets waarvan ik eigenlijk diep van binnen vind dat het toch eigenlijk niet meer kan in de huidige maatschappij. En toch bewonder ik die vrouwen.

Erik Zabel met vrouw Cordula – foto: Fotopersburo Cor Vos
Zeker als ze net wat anders zijn dan de rest. Vrouwen die hun man van wat extra glans voorzien. Zo was Cordula Zabel met haar hoog getoupeerde blonde kapsel niet alleen een boeiende verschijning, maar bracht ze ook als een van de eerste rennersvrouwen stoïcijns haar kleine kinderen mee naar de Tour als haar man Erik op de fiets zat.
Een van mijn meest favoriete rennersvrouwen ooit daarentegen is Odessa Gunn, de vrouw van de min of meer vergeten Rabobank-kopman Levi Leipheimer. In 2003 mocht ik bij hoge uitzondering bij het Amerikaanse koppel thuis in Girona op bezoek. Odessa Gunn toonde haar larger than life persoonlijkheid. In een rood shirt met glitters sprankelde ze door de kale woning en poseerde ze ondertussen als een volleerd fotomodel. Alles was great, onze verhalen interesting, ze kletste ons de oren van ons hoofd.
Leipheimer stond er ondertussen wat bedeesd bij, zwijgend en mysterieus grijnzend, zoals hij ook na afloop van een gemiddelde koersdag van zijn fiets stapte. Het mag duidelijk zijn dat ik hem na die reportage met andere ogen bekeek.

Sarah de Bie bij haar man Wout van Aert – foto: Fotopersburo Cor Vos
De ‘affaire’ rond Trine Vingegaard, hoewel dat woord net iets te groot lijkt voor dat wat er gebeurt, lijkt rennersvrouwen weer even met beide voeten op de grond te zetten. Ondanks dat ze zo belangrijk zijn voor die carrière van hun partner, ondanks al die uren die ze steken in alles wat er nodig is om de leefsituatie van ‘de man’ zo goed mogelijk te organiseren. En ondanks de lof en waardering die ze daar tegenwoordig in het openbaar voor krijgen van ploegen, kan ik me niet aan de indruk onttrekken dat ze nog steeds het liefst op de achtergrond worden gezien.
En zo zijn we weer terug bij af. Alleen degene die fietst, mag zich met het fietsen bemoeien. Maakt niet uit hoeveel werk, liefde, tijd en aandacht daar van de niet-fietsende partner tegenover staat. Als ik zo vrij mag zijn, misschien ook wel vanwege al die jaren waarin ik me moest verantwoorden voor het doen van mijn werk, bij deze een oproep aan alle wielervrouwen. Toupeer je haar, trek een glitter-shirt aan, plaats honderden Insta-posts, sta aan elke finish met al je kinderen, wees luid, geef je mening. Zonder jou was die man van je niet zo ver gekomen, en dat weet jij als geen ander.
De hele reportage over de rennersvrouwen is te lezen in het najaarsnummer van RIDE Magazine.