Een dag in het spoor van sprintkoning Arvid de Kleijn in Maleisië
Net als vorig jaar is Arvid de Kleijn de grote man in de massasprints van de Ronde van Langkawi, en WielerFlits volgt dat op de eerste rij. Tijdens de zesde etappe stapten we mee in de ploegleidersauto met Tudor-sportdirecteur Marcel Sieberg, om nog dieper in de leefwereld van de 30-jarige Nederlandse sprinter te kruipen.
Als journalist in de achtdaagse Ronde van Langkawi, is het zaak om elke dag opnieuw te zoeken naar interessante invalshoeken om onze platformen mee te vullen. De meeste ploegen zijn naar Maleisië afgezakt om hun UCI-puntenaantal nog even op te krikken, en die strijd is uiteraard boeiend om te volgen. Maar het is ook een ideale gelegenheid om Arvid de Kleijn beter te leren kennen.
De Nederlandse sprinter knokte zich vorig jaar naar de wereldtop met zeges in Milaan-Turijn en Parijs-Nice, en in eigen land ging wellicht enkel Olav Kooij hem nog vooraf voor de titel van ‘snelste man van Nederland’. Na een moeilijk vervolgjaar krijgt De Kleijn in Langkawi de kans om zijn zelfvertrouwen in de sprints terug te vinden en toch met een goed gevoel de winter in te trekken.
De Kleijn is een dankbare klant om te interviewen. Niet vies van een fijne anekdote, steeds open, eerlijk en ter beschikking van de lokale en internationale media. Maar hoewel De Kleijn ook naast de interviews de tijd zoekt voor een babbel en een lach, zochten we toch nog een beetje meer diepgang. Voor de vierde rit vroegen we ploegleider Marcel Sieberg op de man af of we geen dag naast hem mochten plaatsnemen in de volgauto van Tudor Pro Cycling, om voor een langere tijdspanne in hun spoor te trekken.
Sieberg stemde meteen toe, maar vroeg ons even later toch om twee dagen later nog eens terug te komen. “Dan maken we plaats voorin de auto en ben je zeer welkom”, aldus de ervaren Duitser. Ook de Britse mecanicien ging akkoord.
In de auto met Sieberg
Vrijdagochtend in Shah Alam was het zo ver. Sieberg was ons niet vergeten en stelde ons bij aankomst meteen voor aan de groep. De Kleijn zelf: “Ik heb niet zo goed geslapen.” Heel open vertelde hij over zijn medische problemen, maar zijn ambitie was daardoor niet minder geworden. “Hopelijk breng je geluk.” Enerzijds was het met een bang hartje dat De Kleijn de rit begon, maar zijn ambitie was nooit ver weg.
Sieberg, die in zijn topjaren zelf indruk maakte als lead out voor André Greipel, leidt het sprintproject rond De Kleijn en is dus de ideale man om ons te gidsen. De minzame Duitser vertelt over zijn appreciatie voor De Kleijn, en dat is niet onlogisch. De twee bouwden het Tudor-project samen mee op: De Kleijn schonk hen de eerste UCI-overwinning en later een eerste zege op WorldTour-niveau. Daarmee heeft hij veel krediet gekregen.
De etappe die we volgen is zo goed als biljartvlak, en Sieberg vertelt ons dat er verder niet zo veel tactiek bij komt kijken. De sprinttrein, die kennen de renners intussen wel. En de laatste vijf kilometer zijn richting Port Dickson gewoon rechtdoor. Zelf houdt de lange Duitser ervan om meer uitdagende situaties te coachen, zodat zijn ervaring meer van nut is voor mannen als De Kleijn. Maar voor ons levert het gebrek aan spektakel wel meer tijd op voor interessante gesprekken, over heden, verleden en toekomst.
Competitiebeest
Halverwege dwalen de gesprekken af naar Sieberg zijn eigen tijd als renner. Hij vertelt dat de Lotto-ploeg er jarenlang in slaagde om de sprintgroep rond André Greipel, met ook Jürgen Roelandts, Greg Henderson en Adam Hansen, samen te houden. Hij zei er meteen bij dat je zoiets vandaag de dag nog amper in het peloton ziet. Het was nochtans de grote sterkte van die groep, volgens de Duitser. Ook rond De Kleijn was het de bedoeling om een groep met Sebastian Changizi, Rick Pluimers en Maikel Zijlaard samen te houden.
Maar, zo zegt Sieberg, je wil ook iedereen de ruimte geven. “Pluimers is aan het veranderen in een klassieke renner. Je kan hem niet de hele tijd sprintkoersen laten rijden, want dat is te gemakkelijk in voorbereiding op de klassiekers. En ook Zijlaard heeft een grote stap gezet, ondanks dat hij er een paar keer heeft uitgelegen. Hij was in Tirreno en de Giro indrukwekkend. Die jongens kun je niet beperken. Maar anderzijds, wij hebben ook een lead out nodig.” Zo blijft in Langkawi alleen Changizi over van de ‘vaste’ groep.

De Kleijn onderweg, gezien vanuit de wagen – foto: WielerFlits
Hoewel hij in Nederland niet de bekendste naam is, merkten we in Langkawi wel al het perfectionisme van De Kleijn op. Iets wat uit anekdotes van Sieberg alleen maar wordt bevestigd. Tijdens de rit is hij niet vies om zelf bidonnen te komen ophalen voor zijn ploeggenoten, maar in de finale verwacht hij wel dat er exact wordt gedaan wat er is afgesproken.
De Kleijn is heel dankbaar en heeft met zijn Deense kamergenoot Changizi een heel speelse en fijne band, maar het competitiebeest is zelfs in FIFA-spelletjes nooit ver weg. Ook zijn sprints en de hele voorbereiding zou De Kleijn liefst blijven overdoen. “Het zou me niet verbazen als ze daar op de kamer nog meer over praten. Hij is niet te stoppen en zou liefst de hele avond blijven analyseren”, lacht Sieberg goedkeurend.
In de finale dringt Sieberg zijn mannen op om op tijd naar voren te schuiven, en moedigt hij hen aan om langs de rechterkant van hun Uno-X-collega’s te passeren. Changizi doet dat uiteindelijk ook en piloteert De Kleijn naar winst. “Dat had nog wel iets eerder gemogen”, knipoogt De Kleijn, nadat hij voor de tweede keer in deze ronde naar de overwinning was gesprint.
“Nog betere Arvid op komst”
In de auto bij Sieberg volgt een kleine vreugde-uitbarsting, en bij aankomst op de parking komen Pim Ligthart en Leonard Snoeks, de ploegleiders van Picnic PostNL en Uno-X Mobility meteen hun welgemeende felicitaties overbrengen. “In 2026 gaan we een nog betere Arvid zien”, is Sieberg overtuigd. En wij zullen, na deze dag in zijn spoor, nog beter begrijpen hoe dat komt.
Geplaatst als onderdeel van: Redactieblog: Een dag in het spoor van sprintkoning Arvid de Kleijn in Maleisië
Om te reageren moet je ingelogd zijn.