Video Zdeněk Štybar houdt zichzelf na zijn carrière wel bezig. De Tsjech, die in 2024 noodgedwongen moest stoppen vanwege een blessure aan zijn liesslagader, gaat de komende periode nieuwe Tsjechische wielrenners opleiden en heeft een duidelijk doel: “Tsjechië weer terug naar de top van het veldrijden brengen.”

“Ik kan mijn afscheid inmiddels goed plaatsen”, vertelt Štybar voor de camera van WielerFlits als we hem tegenkomen in Hoogerheide, de plek waar hij in 2024 nog wereldkampioen werd. Eerder had de Tsjech het best moeilijk om te verwerken dat hij geen nieuwe ploeg meer vond nadat Jayco AlUla zijn contract niet meer verlengde aan het einde van zijn pechseizoen 2023.

“Mijn afscheid in Tábor op het WK in 2024 was ontzettend mooi en dat heeft mij echt geholpen. Sindsdien heb ik mijn bezigheden als ambassadeur en begin ik aan een fulltime job om jonge renners in Tsjechië op te leiden. Ik heb ook aanbiedingen gehad om ploegleider te worden bij meerdere WorldTeams, maar dat zie ik niet zitten.”

Štybar op weg naar de titel in Hoogerheide – foto: Cor Vos

Hoe Štybars nieuwe project er uitziet, is op dit moment nog niet helemaal bekend. “Het is zeker nog niet tot op de puntjes voorbereid, maar het doel is natuurlijk om het zo groot mogelijk te laten worden. De opleiding is stilletjes van start gegaan, laten we maar zeggen.”

Tsjechië afgezakt als veldritland
De afgelopen jaren is Tsjechië als veldritland stevog afgezakt. De Toi Toi Cup (het iconische regelmatigheidscriterium) bestaat niet meer en zeker bij de mannen zien we nog maar sporadisch een Tsjechische coureur bij de eerste tien in de uitslag. Michael Boros is op plek veertien pas de beste Tsjech in de UCI-ranking, maar is slechts sporadisch op televisie te zien. Een wereld van verschil met de tijd dat Stybar zelf aan de top van de cross stond, met wereldtitels in 2010, 2011 en 2014 als hoogtepunten.

“Toch zie ik talent genoeg. Op het Tsjechisch kampioenschap stonden er veel jonge renners van begin twintig nipt achter Michael Boros in de uitslag, dus over de opvolging maak ik mij niet druk. Met de juiste begeleiding gaan we nog veel verder opbouwen”, eindigt hij. En daar wil Štybar dus zelf voor zorgen.