WK 2015: Voorbeschouwing wegwedstrijd beloften
Wie kleuren na Ewan, Bystrøm en Skjerping de regenboog in de U23-categorie? - Foto: Sirotti
vrijdag 25 september 2015 om 08:45

WK 2015: Voorbeschouwing wegwedstrijd beloften

Een van de leukste onderdelen tijdens de wereldkampioenschappen wielrennen is zonder twijfel de wegwedstrijd voor beloften. In deze categorie – waaraan renners onder 23 jaar deel mogen nemen die niet onder contract staan bij een WorldTour-ploeg – regent het normaliter demarrages en kent de titelstrijd vaak een verrassende winnaar. Desondanks waagt WielerFlits zich aan een voorspelling.

Historie
Het WK voor beloften kent een relatief korte geschiedenis. De eerste editie werd namelijk pas in 1996 verreden. Samen met de komst van deze categorie, kwam het WK voor amateurs te vervallen. De toen 24-jarige Danny Nelissen ging in 1995 daarom als laatste amateurwereldkampioen de boeken in. En dat was bijzonder, omdat hij al vier profseizoenen in de benen had. Hartritmestoornissen zetten hem in 1994 echter noodgedwongen een half jaar aan de kant, waarna zijn ploeg TVM-Bison Kit hem geen nieuwe profverbintenis voorschotelde. Contracten bij andere ploegen bleven uit, waardoor hij teruggeblazen werd naar het amateurcircuit. In 1995 ging het Nelissen echter voor de wind en bekroonde hij zijn uitstekende seizoen met de wereldtitel bij de amateurs, wat voor Rabobank genoeg was om hem opnieuw een kans als prof te bieden.

Nelissen met de regenboogmouwtjes - Foto: Sirotti

Nelissen met de regenboogmouwtjes – Foto: Sirotti

Een jaar later volgde dus het eerste officiële WK voor renners onder 23 jaar. In de eerste seizoenen waren vooral de Italianen erg op dreef: van de eerste twaalf te verdelen medailles, graaide La Squadra Azzurra er acht bij elkaar. Het winnen van dit WK staat ook nagenoeg garant aan een profcontract voor het jaar erop – als de renners dat nog niet hadden ondertekend. Een mondiale beloftentitel biedt daarentegen totaal geen zekerheid voor een carrière in de absolute wereldtop van het wielrennen. Van alle negentien voorgaande winnaars mag je enkel van Ivan Basso en in iets mindere mate Gerald Ciolek en Michael Matthews zeggen dat ze een bepalende factor waren in een aantal grote WorldTour-wedstrijden. Coureurs als Giuliano Figueras, Leonardo Giordani en Dmytro Grabovskyy hebben de hoge verwachtingen na een gewonnen U23-WK nooit waar kunnen maken, terwijl ex-winnaars als Kurt-Asle Arvesen, Jevgeni Petrov en Kanstantin Sivtsov in hun loopbanen vooral waardevol waren als knecht. Nederlands goud was er nog nooit; Thomas Dekker pakte wel brons (2003) en zilver (2004).

Tijdens het WK voor beloften van 2014 was het Noorwegen boven. Vroeg in de wedstrijd ontstond er een klassieke WK-kopgroep met daarin een Oostenrijker (Sebastian Schönberger), een Roemeen (Eduard Michael Grosu) en een renner uit Azerbeidzjan (Torul Isgandarov). De laatste twee moesten echter afhaken en werden vervangen door de Rus Roman Kustadinchev en de Algerijn Adil Barbari. De Australische troepen van Caleb Ewan menden het peloton. Nederland toonde zich in de tweede helft van de wedstrijd bedrijvig, met Lennard Hofstede, Mathieu van der Poel en Sam Oomen in een achtervolgende groep op koploper Louis Meintjes. De Australiërs haalden echter iedereen terug, waardoor een compleet peloton koers zette naar de voet van de Alto de Compostilla. Daar ontbond Sven Erik Bystrøm zijn duivels; niemand had een antwoord op de krachtsexplosie van de Noor. Hij bereikte solo de streep, terwijl Ewan de sprint van de achtervolgende groep won. Kristoffer Skjerping maakte het feest voor Noorwegen compleet door het brons te veroveren. Mathieu van der Poel was op de tiende plek de beste Nederlander.

PIC497781597

Sven Erik Bystrøm juicht in Ponferrada – foto: Sirotti

flag-wc Laatste tien winnaars
2005: flag-ua Dmytro Grabovskyy
2006: flag-de Gerald Ciolek
2007: flag-sk Peter Velits
2008: flag-co Fabio Duarte
2009: flag-fr Romain Sicard
2010: flag-au Michael Matthews
2011: flag-fr Arnaud Démare
2012: flag-kz Alexey Lutsenko
2013: flag-si Matej Mohorič
2014: flag-no Sven Erik Bystrøm

Parcours

De renners treffen in Richmond een typisch stadparcours. Volgens insiders is het on-Amerikaans smal en bochtig. De omloop in de stad van tennislegende Arthur Ashe begint met een rechte lijn vanuit de start in Downtown Richmond. Daar trekt het peloton richting Monument Avenue, een lange boulevard met klinkers. Vervolgens begint een lang stuk dwars door de stad naar het oosten, over onder meer een kasseienstrook in Shockoe Bottom. De eerste twaalf kilometer van het parcours lijken dan ogenschijnlijk makkelijk.

Het venijn van het rondje zit hem echter in de staart. In de laatste vier kilometer staan de renners vier korte kuitenbijters te wachten. De eerste is de onderschatte E-main Street van 350 meter, aan 6% gemiddeld stijgingspercentage. Deze straat eindigt aan het begin van Libby Hill, een kort klimmetje van 250 meter lang. Normaal geen probleem voor toprenners, ware het niet dat Libby Hill een gemiddeld stijgingspercentage kent van 7,6% en daarnaast bezaaid is met slecht liggende kasseien. De top ligt op 3,8 kilometer van de streep.

Na een snelle afdaling met drie haakse bochten wacht volgens de organisatie the brutal climb naar 23rd Street. Ook op dit klimmetje liggen de kasseien – gedeeltelijk – erbij alsof ze uit de lucht zijn gegooid en nooit meer recht gelegd zijn. Met zijn honderd meter lijkt het heuveltje zijn brutale karakter geen eer aan te doen, maar een gemiddeld stijgingspercentage van elf procent en pieken tot wel twintig procent, doen dit wel. Na de top moeten de renners nog 2,4 kilometer rijden naar de finish.

Onder de boog van de laatste kilometer begint dan het laatste klimmetje. Daar ligt de driehonderd meter lange Governor Street, die ook in de ploegentijdrit opgenomen was. Dit heuveltje tikt net geen zeven procent (6,9%) gemiddeld aan, maar is wel breed en goed geasfalteerd. De laatste zevenhonderd meter die resteren lopen valsplat omhoog naar de streep. In totaal behelst de omloop 16,2 kilometer. De beloften rijden – gek genoeg – als gevolg een koers van 162,2 kilometer, het kortste WK voor beloften sinds Geelong (159km) in 2010.

Profielfilmpje UCI/Organisatie

Laatste drie beklimmingen door Stuart Debrueil, fervent fietser en fotojournalist uit Richmond

Favorieten
Zoals eerder in deze voorbeschouwing besproken, is de beloftenwedstrijd op het WK altijd lastig te voorspellen. Dat komt omdat de koers met de kleine ploegen (maximaal zes voor de toplanden) moeilijk te controleren is en de grote favoriet vrijwel nooit wint, al waren Romain Sicard, Michael Matthews en Arnaud Démare uitzonderingen. Een aderlating is de afwezigheid van medaillekandidaten Fernando Gaviria en onze landgenoot Dylan Groenewegen. Beide sprinters staan aan de kant met problemen aan de knie. Ook Mathieu van der Poel is namens Nederland niet aanwezig. Hij liet bondscoach Johan Lammerts – nog voor zijn val in de Tour de l’Avenir – in een vroeg stadium al weten het WK niet te kunnen combineren met het veldritseizoen.

**** flag-dk Søren Kragh Andersen

Søren Kragh Andersen - Foto: Sirotti

Søren Kragh Andersen – Foto: Sirotti

De te kloppen man in Richmond is meer dan waarschijnlijk de nieuwe aanwinst van Giant-Alpecin, Søren Kragh Andersen. De 21-jarige Deen is bezig aan een uitstekend seizoen en zoekt in de Verenigde Staten naar de kroon op zijn prestaties. Andersen wist dit seizoenen ritten te winnen in de Tour de l’Avenir (2.Ncup, twee inclusief de proloog), de Tour des Fjords (2.1) en de ZLM Roompot Tour (2.Ncup) dankzij zijn snelle benen. Ook in eendagskoersen Handeland GP en Ringerike GP (beide in Noorwegen, 1.2) kwam hij met respectievelijk winst en een tweede plek achter zijn broer Ashbjørn goed voor de dag.

De twee Noorse koersen zijn allebei langer dan dit WK en kennen daarnaast beduidend meer hoogtemeters, wat aantoont dat Andersen ook bergop zijn mannetje staat. In maart eindigde hij in de tweede (heuvel)rit van de Internationale wielerweek Coppi & Bartali als zevende, nog voor mannen als Sivtsov, Meintjes en Franco Pellizotti. Bovendien heeft Denemarken een ijzersterke ploeg – wat ze ook al tijdens de Tour de l’Avenir lieten zien – met verder nieuwbakken wereldkampioen tijdrijden Mads Würtz Schmidt, Mads Pedersen, Michael Carbel SvengaardNicolai Brøchner en Magnus Bak Klaris. Body genoeg om de koers te dragen.

*** flag-it Gianni Moscon & flag-gb Owain Doull

Gianni Moscon - Foto: Sirotti

Gianni Moscon – Foto: Sirotti

Een andere renner die een goed seizoen in het beloftencircuit achter de rug heeft, is de Italiaan Gianni Moscon. De 21-jarige kroonde zich dit seizoen tot Italiaanse beloftenkampioen, won de Coppa dei Laghi-Trofeo Almar uit de UCI Nations Cup U23, eindigde in diezelfde competitie als vijfde in de Vredeskoers en reed tevens een verdienstelijke Tour de l’Avenir. Voorafgaand aan rit zes verscheen hij wegens griep niet meer aan de start van de Franse rittenkoers, waarin hij op dat moment vijfde stond in het algemeen klassement. De Italianen hebben met Simone Consonni (komend seizoen Lampre-Merida), Davide Martinelli (komend seizoen Etixx-Quick-Step) en Leonardo Basso (stagiair bij Trek) overigens meer ijzers in het vuur.

Omdat de wegwedstrijd in Richmond het karakter heeft van een Belgische (semi)klassieker, is de Ronde van Vlaanderen voor beloften misschien het beste referentiekader. Hoewel – in vergelijking met het WorldTour-monument – die wedstrijd een compleet andere koers is die vaak in een sprint met een vrij omvangrijke groep eindigt, wist Moscon daar dit jaar samen met Alex Edmonson wel het verschil te maken op de Koppenberg. De Italiaan en de Australiër – die er vanwege een knieblessure in Richmond niet bij is – mochten in Oudenaarde onderling uitmaken wie de winst naar zich toe trok. Edmonson was uiteindelijk de beste in een door regen geteisterde wedstrijd.

Owain Doull - Foto: Sirotti

Owain Doull – Foto: Sirotti

De Britten hebben sinds de intrede van het WK voor beloften twee keer brons veroverd (Jonathan Bellis en Andrew Fenn). Met Owain Doull hebben ze dit jaar een serieuze kandidaat voor de medailles. De Welshman kon in de winter van 2014-2015 al een profcontract tekenen en was naar verluidt al mondeling akkoord met Europcar. Doull bedacht zich en tekende uiteindelijk bij Team WIGGINS. Dat laatste heeft hem absoluut geen windeieren gelegd, getuige zijn beresterke optreden in de jongste Tour of Britain. Ook Sky-stagiair Tao Geoghegan Hart was daar met een 21ste plek in orde, al spreken zijn derde plek in Luik-Bastenaken-Luik U23, de dertiende stek in de Tour of Utah en plaats zeven in de USA Pro Challenge meer tot de verbeelding. Met een derde plek in Parijs-Roubaix voor junioren in 2012 liet de klimmer tevens zien geen problemen met kasseien te hebben.

De 22-jarige Doull begon zijn seizoen sowieso al goed. Hij eindigde in de Ronde van Vlaanderen (tiende), La Côte Picarde (tweede) en de ZLM Roompot Tour (zevende) in de top-10, allemaal wedstrijden uit de UCI Nations Cup U23. Maar vooral zijn Tour of Britain maakte dus indruk, rechtstreeks onder de vleugels van Sir Bradley Wiggins. Op één etappe na (de door Wout Poels gewonnen etappe, heuvelop Hartside Fell; Doull werd elfde) finishte hij steevast in de top-10. Hij wist zich steeds goed te plaatsen in de massasprints, gepiloteerd door Wiggins himself. Ook in etappes met meer hoogtemeters en over een langere afstand dan in Richmond, liet Doull van zich spreken. Zijn prestaties leidden ertoe dat hij derde werd in het eindklassement achter Edvald Boasson Hagen en Poels, maar wel het puntenklassement won. En getuige zijn vijfde plek tijdens de individuele WK-tijdrit eerder deze week, zit het met zijn vorm wel snor.

** flag-ch Théry Schir, flag-pt Ruben Guerreiro & flag-no Daniel Hoelgaard

Théry Schir - Foto: Sirotti

Théry Schir – Foto: Sirotti

Zwitserland beschikt over een erg sterke generatie renners onder 23 jaar. Hoewel Stefan Küng al prof is, blijven er met Fabian Lienhard, Dylan Page, Lukas Spengler (dit jaar winnaar Parijs-Roubaix U23), Tom Bohli en Théry Schir genoeg talenten over. De laatste twee maakten voor het BMC Development Team indruk tijdens Olympia’s Tour. Beiden hebben een redelijke sprint in hun benen en kunnen een goede tijdrit overleggen. Dat geeft blijk van een grote motor, die nodig is om mee te doen voor de medailles in Richmond. In Parijs-Roubaix voor beloften toonden Bohli en Schir (veertiende en achtste) aan ook over kasseien te kunnen rijden. Schir verdient echter de voorkeur omdat hij de Tour de l’Avenir uitreed en tegen het einde toe steeds beter bergop ging rijden, terwijl Bohli er tijdens de tweede Alpenrit de brui aan gaf.

In Richmond rijdt Ruben Guerreiro een ‘thuiswedstrijd’. De Portugees komt dit seizoen namelijk uit voor Axeon, de Amerikaanse opleidingsploeg van Axel Merckx. Aan de andere kant van de oceaan is Guerreiro bezig aan een goed seizoen. Hij stak zijn neus in de grotere Amerikaanse wedstrijden al aan het venster. Zijn seizoen startte hij direct met een overwinning in een Portugese 2.2-rittenkoers, met als naam een hele mond vol: de GP Liberty Seguros-Troféu Sudoeste Alentejano e Costa Vicentina. Daarna kende hij een iets mindere periode, maar in augustus was zijn vorm weer stijgende. Guerreiro toonde zijn snelle benen in de Tour of Utah, waar hij in geaccidenteerde etappes een keer als vijfde (Salt Lake City) en achtste (Heber Valley) eindigde in een sprint heuvelop. Ook in de Tour de l’Avenir reed hij erg sterk. In de bergetappe naar La Rosière eindigde hij als negende, in het bijzijn van onder meer Sam Oomen, Jack Haig en Matvey Mamykin. Hij besloot de mini Tour de France als zestiende.

Noorwegen wacht de zware taak om de erfenis van Bystrøm en Skjerping te verdelen. De Noren hebben echter voor dit parcours niet de grootste talenten, daar Odd Christian Eiking, de afwezige Sindre Skjøstad Lunke en Anders Skaarseth (wel zevende in Vlaanderens Mooiste U23) meer ronderenners zijn. Het grootste wapen van Noorwegen luistert naar de naam Daniel Hoelgaard. Hij maakt komend seizoen – net als Eiking overigens – zijn profdebuut bij FDJ. Hoelgaard beschikt over een sterke sprint, wat hij onlangs nog liet zien in de Nederlandse 1.2-koers Kernen Omloop Echt-Susteren (zesde, in 2012 won hij nog), de Velothon Stockholm (1.1, tweede achter Marko Kump) in Zweden en het Kampioenschap van Vlaanderen (1.1, dertiende). In de rondes van Normandië en Bretagne toonde hij in de heuveletappes bovendien dat hij over inhoud beschikt, wat hem  in het voorjaar een vierde en derde plek in het eindklassement opleverde. Tijdens de Ronde van Vlaanderen U23 (waarin Truls Engen Korsaeth derde werd) werd hij twaalfde, vier dagen later gevolgd door een derde plek in La Côte Picarde.

* flag-sk Erik Baška, flag-be Maxime Farazijn, flag-us Logan Owen & flag-fr Franck Bonnamour

Na de gebroeders Velits en Peter Sagan hoopt het Continentale Dukla Trenčín Trek haar volgende Slowaakse stokpaardje af te leveren aan de profs. Erik Baška krijgt de zware taak om in de voetsporen te treden van Sagan. De 21-jarige Slowaak komt dit seizoen uit voor AWT-Greenway, de Tsjechische opleidingsformatie van Etixx-Quick-Step. Met ploeggenoten als Maximillian Schachmann (won maandag nog zilver tijdens de tijdrit) en Rayane Bouhanni (het broertje van Nacer) is Baška bezig aan een goed seizoen. Hij won dit seizoen ritten in de beloftenwedstrijden Carpathian Couriers Race (Polen) en Tour de Berlin (Duitsland), door onder meer Tim Ariesen (Jo Piels) en WK-kandidaat nummer één Andersen te verslaan. Zijn grootste succes boekte hij echter begin augustus, door in Estland Europees kampioen op de weg te worden. In de straten van Tartu vloerde hij de Rus Mamyr Stash en de Italiaan Martinelli in de massasprint.

België zal zich gelukkig geprezen hebben met het parcours in Richmond. Doordat de steile kasseienklimmetjes vergelijkbaar zijn met de Vlaamse heuveltjes, moeten zij daar een rol kunnen spelen. Althans, bij de profs. De Belgische beloften konden tijdens de voorbije Ronde van Vlaanderen U23 namelijk geen potten breken. Slechts twee van de zes renners reden uit, waarbij Daan Myngheer op plek vijftien eindigde. Ruben Pols werd pas 62ste. Tijdens Parijs-Roubaix was Jenthe Biermans van SEG Racing op plek twee de beste Belg, maar hij werd door bondscoach Jean-Pierre Dubois thuis gelaten.

Klimmer Laurens De Plus is wel van de partij, maar het is waarschijnlijker dat onze Zuiderburen de kaart van Maxime Farazijn (komend seizoen prof bij Topsport Vlaanderen-Baloise) trekken. De zoon van ex-prof Peter Farazijn is lid van EFC-Etixx, dat tot vorig jaar de persoonlijke opleidingsploeg van Patrick Lefevere was. Dit seizoen was Farazijn junior goed voor een vijfde en zesde plek in de beloftenedities van respectievelijk De Hel van het Noorden en Omloop Het Nieuwsblad. Nathan Van Hooydonck maakt dit seizoen ook stappen, maar met zijn negentien jaar komt dit WK wellicht nog iets te vroeg. Benjamin Declerq is de vijfde Belg, omdat Myngheer de geblesseerde Kenneth Van Rooy vervangt.

Ook de Verenigde Staten hebben een medaillekandidaat in huis. Met Daniel Eaton, Colin Joyce, Alexey Vermeulen en Tyler Williams (nummer twee Parijs-Roubaix U23 in 2014) beschikken zij over een sterke ploeg. De kopman luistert echter waarschijnlijk naar de naam Logan Owen. De Amerikaan uit de Axeon-formatie was in het verleden voornamelijk succesvol in het veld. De 20-jarige renner is al tien jaar lang regerend Amerikaans kampioen veldrijden in zijn leeftijdscategorieën. Tijdens de WK-cross in Louisville (2013) werd hij nog vierde achter winnaar Mathieu van der Poel. Dat gebeurde later dat jaar nog eens, tijdens de wegwedstrijd op het WK voor junioren in Firenze. Daarna besloot Owen om in 2014 een breder wegprogramma te rijden. Het resulteerde meteen in een achtste plek tijdens Parijs-Roubaix onder 23. De voorbije maand was hij erg op dreef in de USA Pro Challenge (2.HC, 23ste in het eindklassement) en sprintte hij in de Tour of Utah (2.HC) naar zijn eerste profzege. Neem daarbij dat Amerikanen in eigen land altijd iets extra’s kunnen en je hebt een prima troefkaart in handen.

Waar het blik met Franse talenten de laatste jaren bijna onuitputtelijk leek, moeten ze het op dit WK zonder directe topfavoriet doen. Deze generatie kent met name een aantal prima klimmers/ronderenners, maar een topsprinter ontbreekt. Wel zijn er in potentie een aantal Franse klassiekerrenners in de maak. Eén daarvan is Franck Bonnamour. De 20-jarige stagiair van Bretagne-Séché Environnement, waar hij de komende twee seizoen als prof onder contract staat, zette dit seizoen een aantal sterke resultaten neer. Eén probleem: hij zal alleen aan moeten komen.

Begin dit jaar kwam de Fransman als vijfde over de streep in de Ronde van Vlaanderen U23, na landgenoot Nans Peters. Vorige week was Bonnamour nog driftig op zoek naar de door Jens Debusschere gewonnen Grand Prix de Wallonie, waarin hij uiteindelijk achtste werd. Twee jaar geleden was hij tijdens het WK voor junioren de laatste die op de Fiesole kapituleerde in het wiel van Van der Poel. Bij de Fransen is het ook uitkijken naar Fabien Grellier en Kevin Ledanois. Laatsgenoemde ging op het vorige WK in Ponferrada nog als leider de slotronde in, maar werd al snel gegrepen. Ledanois kende zijn profdebuut dit jaar bij Bretagne-Séché Environnement en behaalde ereplaatsen in Paris-Camembert (vierde) en de Tro-Bro Léon (negende), ook wel de Strade Bianche van Frankrijk genoemd. Tijdens de wegwedstrijd van de Europese Spelen kleurde hij mee de finale en eindigde Ledanois uiteindelijk als tiende in hetzelfde groepje als Niki Terpstra.

flag-nl Nederland sterk in de breedte
Hebben we als Nederland zijnde dan geen topfavoriet in de gelederen? Nee, op dit parcours niet echt. Dylan Groenewegen had de vooruitgeschoven man moeten zijn, gezien zijn sterke optredens dit najaar. Door zijn afmelding ontbreekt het bij Nederland aan een uitgesproken kopman, maar in de breedte beschikken ‘we’ over een sterke ploeg. Lennard Hofstede zal – net als vorig jaar – ongetwijfeld de aanval zoeken en wellicht dat hij bijval krijgt van Groenewegens vervanger Steven Lammertink. Daarnaast is Jo Piels-renner Twan Brusselman bezig aan een sterk seizoen in de Nederlandse klassiekers, wat hem het jongerenklassement in de Topcompetitie opleverde. Ook over de landgrenzen voerde hij her en der een sterk nummer op, waarvan twee keer in Polen. Het is afwachten of dat genoeg is om ook in Richmond mee te doen voor de prijzen.

Tim Kerkhof kent een vrij anoniem debuutjaar bij de profs. De beste prestatie van de 21-jarige Roompot Oranje Peloton-renner was een achttiende plek in de Belgische Ronde van Limburg (1.1). Vorig seizoen werd hij bij de beloften nog Nederlands kampioen, achtste in de Ronde van Vlaanderen (dit jaar 24ste) en twintigste in Parijs-Roubaix. Wellicht dat het jaar bij de profs wel voor de nodige inhoud heeft gezorgd, waardoor hij in de finale mee kan spelen. Hij kan daarbij een voorbeeld nemen aan de Spanjaard Marc Soler. Ook hij kent niet zo’n overtuigend debuutjaar, maar won afgelopen maand wel vrij gemakkelijk de Tour de l’Avenir.

Klimtalent Sam Oomen is eveneens van de partij. De bergjes op het parcours van Richmond zijn meer dan waarschijnlijk niet zwaar genoeg voor de Tilburger om het verschil te maken. Maar, zoals hij onlangs in het Weekendinterview vertelde, zal hij in de finale vast en zeker via het spel der demarrages proberen toch de wereldtitel te veroveren. “Een van de dromen die ik heb, is om een jaar lang de regenboogtrui te mogen dragen. Dat je kunt zeggen dat je in ieder geval op één punt in je carrière de beste wielrenner van de wereld bent geweest”, vertelde Oomen in datzelfde interview over zijn toekomst. Aangezien hij komend seizoen waarschijnlijk zijn profdebuut maakt bij Giant-Alpecin, blijft dat rondrijden in een eventuele regenboogtrui dan voorlopig beperkt tot de trainingen. Wie overigens denkt dat Mathieu van der Poel onklopbaar was geweest op dit parcours: dat was waarschijnlijk niet het geval geweest. De wereldkampioen veldrijden is geen liefhebber van kasseien en heeft bovendien ook liever een veel zwaardere koers met meer of langere beklimmingen.

Outsiders

Gregor Mühlberger - foto: Sirotti, archief

Gregor Mühlberger – Foto: Sirotti

Ondanks dat de grootste favorieten inmiddels besproken zijn, verdienen de volgende namen door hun prestaties van afgelopen seizoen en hun talent een eervolle vermelding: Jack Haig (Australië), José Luis Rodriguez (Chili), Jhonathan Restrepo (Colombia), Josef Černý en Frantisek Sisr (Tsjechië), Merhawi Kudus (Eritrea), Mihkel Räim (Estland), Ryan Mullen (Ierland), Yuma Koishi (Japan), Krists Neilands (Letland), James Oram en Dion Smith (Nieuw-Zeeland), Matvey Mamykin, Artem Nych en Mamyr Stash (Rusland) en de Oekraïner Marlen Zmorka. Duitsland en Oostenrijk beschikken net als Nederland, België, Noorwegen, Zwitserland en Rusland over een hele sterk team, maar missen de specifieke kwaliteiten om hier mee te doen voor winst. Jan Dieteren, Lennard Kämna (Duitsland) en Gregor Mühlberger (Oostenrijk) zijn daarbij de namen om in de gaten te houden.

Lennard Kämna - Foto: Sirotti

Lennard Kämna – Foto: Sirotti

Weer en TV
De weergoden hebben het niet al te best voorzien op de beloften. Volgens Weeronline wacht Richmond aankomende vrijdag een trieste dag. De kans op neerslag is 75 procent, met als gevolg dat het alle dagdelen overwegend regent. De maximale temperatuur is 23 graden Celsius, terwijl het ’s nachts niet verder afkoelt dan 19 °C. De wind komt uit het noordoosten, waardoor de wind op Libby Hill en 23rd Street pal tegen staat en dus een belangrijke factor kan spelen. De voorspelling luidt dat er 39 millimeter regen valt die dag, met als gevolg dat het weercijfer voor vrijdag op een twee uitkomt, een zware onvoldoende dus. Het activiteitenweer voor fietsen krijgt daarentegen een zes.

Zoals gewoonlijk biedt de NOS/NPO geen podium voor de beloftenwedstrijd. Op TV is dat nog enigszins te begrijpen door het tijdsverschil met Amerika, maar ook op internet staat er geen livestream gepland voor het WK in deze categorie. Ook Eurosport zendt de wedstrijd niet uit, maar dat komt omdat de sportzender geen rechten heeft om het WK uit te zenden. Traditiegetrouw is Sporza er op Canvas+ wel live bij, met commentaar van Michel Wuyts en José De Cauwer. Daarnaast biedt de UCI via haar YouTube-kanaal een openbare livestream aan. Voor het gemak embedt WielerFlits deze stream in onze ‘Volg Hier’ aankomende vrijdag. De koers gaat om 18.45 Nederlandse tijd van start, waarna we rond de klok van 22.50 weten wie er met de wereldtitel aan de haal gaat.

Favorieten volgens WielerFlits
**** Søren Kragh Andersen
*** Gianni Moscon, Owain Doull
** Théry Schir, Ruben Guerreiro, Daniel Hoelgaard
* Erik Baška, Maxime Farazijn, Logan Owen, Franck Bonnamour

Download definitieve deelnemerslijst UCI

[poll id=”118″]

RIDE Magazine
53 Reacties
23-09-2015 13:49
[quote=Pédaleur de charme]Toch opvallend hoe weinig wereldkampioenen bij de beloften ook bij de grote jongens kampioenen zijn gebleken. Matthews is van de laatste 10 jaar eigenlijk de enige.[/quote]

Ik vind het totaal niet opvallend. Je wordt wereldkampioen omdat je op die ene dag de beste bent. Daarin spelen nog eens een heleboel factoren mee. Een gunstig parcours, geluk, een sterke ploeg ter ondersteuning, een superdag, gunstige wedstrijdomstandigheden etc. etc. En liefst heb je die factoren allemaal mee op het moment dat je 21 of 22 bent en dus op je best ben als belofte. Sommigen zijn op vroege leeftijd al zo goed (Sagan) dat ze zelfs niet eens een 'eerlijke' kans krijgen omdat ze al prof zijn geworden. En zo kan ik nog wel een tijdje doorgaan.

Ik vind het eerlijk gezegd de normaalste zaak van de wereld dat er niet zoveel beloftewereldkampioenen zijn doorgegroeid tot toprenners bij de profs.
23-09-2015 14:06
@paul: die is al 23.
23-09-2015 14:11
@Verweggistan merci! :-)
23-09-2015 15:29
De absolute topfavoriet is geblesseerd helaas. Nu gewoon maar hopen op Andersen of Moscon, anders zal het vrij weinig waard zijn geweest. Veel renners tussen de favorieten trouwens die helemaal geen favoriet zijn.
23-09-2015 15:50
Ciolek natuurlijk wel Milaan San Remo in de tas. Das niet voor koekenbakkers.
23-09-2015 15:57
@Matthijs
Ik ben benieuwd: wie zijn dat volgens jou dan wel? :)
23-09-2015 16:04
Wat is dat nou weer voor onzin allemaal, Matthews geen wereldtop? Wint allerlei wedstrijden waaronder in de grote rondes. Speelt mee in de finales van de klassiekers enz. Als dat geen wereldtop is weet ik het ook niet meer..... Voor de rest hebben Ciolek (winst Milan-san Remo), Velits (etappe Vuelta) en Demare toch wel aardige carrières opgebouwd. Over de laatste 3 winnaars is nog niet veel te zeggen, maar die hebben tijd nodig. De overige winnaars zijn volgens mij allemaal prof geworden, dus wat dat betreft kan je nou niet echt zeggen dat die dan faalhazen zijn. Bovendien waarom moet iedereen altijd pas geslaagd te zijn als ze absolute wereldtop zijn? Een carrière van ongeveer 10 jaar prof zijn met hier en daar een overwinning, is volgens mij ook gewoon een jongensdroom! Sterker nog überhaupt al profrenner worden is al een doel op zich!
23-09-2015 16:18
Matthews al 5 ritoverwinningen in grote rondes. Dan behoor je toch wel tot de wereldtop.
23-09-2015 17:31
[quote]Matthews geen wereldtop? Wint allerlei wedstrijden waaronder in de grote rondes. Speelt mee in de finales van de klassiekers [/quote]

Ik gebruikte niet de term 'wereldtop' maar de term 'kampioen'. Je bent pas een kampioen als je wint, niet als je meespeelt in finales. Qua ritzeges in (grote) rondes doet Matthews het idd heel goed, maar hij heeft nog wat groters nodig om tot kampioen gekroond te worden.

[quote]Matthews al 5 ritoverwinningen in grote rondes. Dan behoor je toch wel tot de wereldtop.[/quote]

Vind je? Daarvoor ontbreekt naar mijn smaak op z'n minst een ritoverwinning in de meest prestigieuze van die grote rondes.
23-09-2015 17:58
Mathieu Hermans wereldtop!
23-09-2015 20:13
Parkoers lijkt wel beetje op Quebeq vind ik. De klimmetjes zijn wel korter en steiler en liggen er kasseien op. Ideaal dus voor Matthews, Kristoff en Uran :).
Sterke sprinters vs punchers.
23-09-2015 22:20
Oostenrijk wordt vrij vluchtig in een bijzin genoemd, maar die rijden hier wel rond met één van de sterkste selecties. Het zou mij in ieder geval niks verbazen als Großschartner of Mühlberger ermee aan de haal gaat, al is die eerste nog wel zwaar gevallen in Wallonië.

Kragh is wel de uitgesproken topfavoriet hier, daarachter blijft het gissen.
24-09-2015 11:33
José Luis Rodriguez pakt hem. Ik heb er 70 euro op in gezet.
24-09-2015 11:54
Naar mijn mening zou Dion Smith ook wel een sterretje verdienen. Werd bijvoorbeeld al 5e in de Tour of Alberta, 15e in de USA Pro Challenge en 16e in de Tour of Utah en heeft ook een sterke sprint in de benen. Ik reken op hem voor de top-10.
24-09-2015 12:24
Vreemd dat Gerts niet in de selectie van Nederland zit en jammer dat Groenewegen geblesseerd is want die was zeker een van de favorieten geweest.
24-09-2015 12:37
Gerts is 23 dus die zal niet mee mogen doen.
24-09-2015 14:19
Ben vooral erg benieuwd naar Sam Oomen en Søren Kragh Andersen
24-09-2015 14:29
@Youri: Ik had een mooie lijst van tien man, maar daar is de helft al van uitgeschakeld haha :tranen: Dus ik heb het niet goed gedaan. Je weet hoe dat werkt als je dat weken van tevoren moet uitvogelen.

Ik vind Schir en de vier éénsterfavorieten eigenlijk nergens echt in aanmerking komen. :) Geoghegan Hart moet normaal gesproken toch wel veel kunnen. Mads Pedersen vind ik trouwens gedeeld topfavoriet voor de Denen. Die hebben toch een retesterk team hier.

Muhlberger (had ikzelf overigens ook niet merk ik nu), Daniel Martinez (eerder kopman dan Restrepo op dit parkoers), Michael Carbel (God, die Denen zeg), Oomen en Tolhoek (en dat zeg ik zelfs als self-proclaimed antichauvinist).

Ook een grote favoriet vind ik Dion Smith. Wist helemaal niet dat die hier zou meedoen. Ik denk trouwens dat Gregory Daniel gedeeld Amerikaans kopman is.

Offtopic: hoe weet je dat ik dit ben? :D
24-09-2015 15:10
@Matthijs (Rosanero)
Je hoort wel eens wat, zo nu en dan ;-) En als ik weet wie er achter een profiel schuilt, verkies ik er zelf voor om diegene met zijn voornaam aan te spreken. Wel zo persoonlijk. :)

Wat betreft de favorieten: dat is een beetje een dingetje voor mezelf, ik kies niet heel vaak sterren uit hetzelfde land. Laat ik duidelijk zijn: de Denen hebben een verschrikkelijk sterke generatie voor dit soort wedstrijden. Nederland, Oostenrijk, Noorwegen en in zekere zin ook de Zwitsers en de Russen, beschikken over fantastische talenten. Echter, veel van die renners blinken uit in andere disciplines of hebben een ander profiel wedstrijden nodig om het verschil te kunnen maken. Natuurlijk zijn Geoghegan Hart, Mühlberger, Martinez, Oomen en Smith sterke coureurs en de meesten ook toppers in wording. Maar - hoewel ik weet dat dit in de U23-categorie niet altijd uitmaakt - zijn dit meer klimmers, in mijn ogen. Pedersen en Carbel zijn op dit parcours natuurlijk als een vis in het water, maar Andersen staat daar voor mij nog net boven. Dan komen we terug op het feit dat ik liever voor tien nationaliteiten kies bij de sterverdeling. Ik zou voor de grap mijn aantekeningenbrief kunnen twitteren, maar dan ben ik een tweet of negen onder weg ;-) Bovendien is de volledige startlijst (what a shame) nog altijd niet gepubliceerd. De Denen kunnen bijvoorbeeld wel acht zeven of acht sterke renners opstellen, maar ze mogen er maar zes. Nederland heeft daarentegen al hun vijftal geopenbaard, waar Tolhoek niet bij zit. Vandaar dat ik hem ook niet genoemd heb ;)
24-09-2015 15:21
@Youri IJnsen
Ik begrijp de persoonlijke noot, maar het maakt het voor anderen wel lastig deze interessante discussies te volgen.
24-09-2015 15:54
@dikkechaap
Zo beter, zie mijn post hierboven?;)
24-09-2015 15:56
Prima verklaring Youri. ;) Ben het met je eens.
24-09-2015 16:57
Nog één naam die niemand heeft genoemd: Juan Sebastian Molano. Zeer rap, en heeft al Europese ervaring dit jaar opgedaan met Colombia. Het is alleen de vraag of hij die heuveltjes kan overleven. Ik denk het niet, maar je weet het nooit.

Als hij er nog bijzit in de laatste kilometer, zijn er niet veel sneller in dit peloton.
24-09-2015 23:19
@Youri
Top!
25-09-2015 14:14
Turgis of Ledanois.

Reacties zijn gesloten.

RIDE Magazine