WF spreekt Kelderman: “Eerst bevestigen, dan verder kijken”

Wilco Kelderman
Het wielerseizoen zit er grotendeels op. Wielerflits kijkt alvast vooruit naar volgend seizoen, waarin er weer een aantal Nederlandse talenten de overstap gaan maken naar de profs. Één van die renners is de 20-jarige Wilco Kelderman. De geboren Amersfoorter wordt aankomend seizoen prof bij Rabobank en ziet zo een droom in vervulling gaan. Wielerflits voelde de jongeling aan de tand.
Hoe het allemaal begon
Wilco Kelderman begon op redelijk vroege leeftijd met wielrennen. Waar het begon als hobby, veranderde dat al snel in het idee om profwielrenner te worden. ”Ik begon op mijn twaalfde of dertiende met wielrennen, in categorie zes. Ik was altijd redelijk fanatiek en het begon als een mooie hobby. Maar al snel kreeg ik er meer aardigheid in. Bij mijn overstap naar de junioren ben ik voor UW&TC de Volharding gaan rijden, met als doel over te stappen naar Rabo Continental.”
In 2010 volgde de stap naar de beloftenploeg van Rabobank. De inwoner van Barneveld boekte in zijn eerste jaar als belofte meteen een aantal goede resultaten, waardoor hij extra in de gaten werd gehouden door de profploeg. ”De overstap naar de beloften kwam sneller dan verwacht. Het verliep super en pakte goed uit. Ik boekte in 2010 al enkele goede resultaten. Ik werd bijvoorbeeld tweede in de proloog in de Tour de l’Ain. Dat was voor mij een teken dat het prof worden er in moest zitten.” Dit wielerjaar wist Kelderman dezelfde proloog in de Ronde van de Ain zelfs te winnen, tussen een aantal gerenomeerde profs als David Moncoutié, Pierre Rolland en Jean-Christophe Peraud.
Type
Na twee succesvolle jaren bij Rabo CT volgt nu de logische stap naar de profs. Maar wat voor soort renner is Wilco Kelderman nu eigenlijk? ”Ik zie mezelf als klassementsrenner. Ik beschik over een sterke tijdrit en kan ook goed een proloog rijden. Dit komt doordat ik de bochten harder neem dan sommige andere renners. Ik ben niet heel explosief, maar wist afgelopen seizoen wel een massasprint te winnen in de Thüringer Rundfahrt. Het klimmen kan beter, maar daar moet je macht voor krijgen. Dat komt vanzelf, al gaat het me over het algemeen wel goed af. Ik denk dat ik van het zelfde type ben als een Cadel Evans of een Bradley Wiggins.”
In de media en op het internet wordt Kelderman al veelvuldig vergeleken met Robert Gesink, Bauke Mollema en in iets mindere maat met Steven Kruijswijk. Het talent hoopt dat hij de zelfde weg kan bewandelen. ”Wat er op internet staat en wat er geschreven en gezegd wordt in de pers, houdt me niet zo bezig. Ik trek me er ook weinig van aan, moet ik zeggen. Al hoop ik natuurlijk wel dezelfde progressie te maken als die drie.”
Komend seizoen
In zijn eerste seizoen wil Kelderman pakken wat hij pakken kan, al beseft hij dat hij onderaan de ladder begint. ”Ik zal veel moeten knechten denk ik. In de tijdritten wil ik graag goede uitslagen rijden. Pakken wat ik pakken kan, al besef ik dat het lastig wordt. Aanvallen maakt sterker, dus ik zal er in sommige koersen ook wel eens invliegen en de aanval zoeken.”
Waar veel klim- en rondetalent bij Rabobank de voorgaande jaren tijdens het eerste profjaar geen grote ronde reden, stapte de bankiersploeg de afgelopen twee jaar van die gedachtegang af. Steven Kruijswijk reed in 2010 zo in zijn eerste profjaar de Giro, iets wat Tom-Jelte Slagter dit jaar ook deed. Welke grote ronde zal Kelderman gaan rijden in 2012? ”Geen”, klinkt het duidelijk. ”Dat is eigenlijk niet een keuze van de ploeg, dat wil ik zelf niet echt. Als ik er al één zou willen rijden, zou dat de Vuelta zijn. Die ligt verderop in het seizoen, waardoor ik al meer aan het niveau gewend moet zijn. In bijvoorbeeld WorldTour-koersen zal ik erg moeten wennen aan het niveau, schat ik in.”
Nadat Keldermans seizoen al redelijk vroeg beëindigd werd door een polsbreuk, hoopt hij in 2012 vroeg aan zijn seizoen te beginnen. ”Ik weet nog niets over mijn programma, eigenlijk. Maar ik wil wel vroeg beginnen. Afgelopen seizoen ben ik ook vroeg gestopt, gedwongen weliswaar. Dan zou ik ook al wat langer aan het niveau kunnen wennen. Als ik soms hoor van ploegleiders hoe het er in WorldTour-koersen aan toe gaat, dan is het zaak om vroeg te beginnen.”

Wilco Kelderman
Toekomst
Voor menig talent is het winnen van de Tour de France de ultieme wielerdroom. Ook Kelderman heeft die droom, al is de Gelderlander realistisch: ”Een eerste doel van me is om ooit de Tirreno-Adriatico of Parijs-Nice te winnen. Dat zou me wel vet lijken. De Tour lijkt me eerst nog niets. Pas over drie of vier jaar kan ik zeggen of ik die kan winnen. Maar dat blijft toch de ultieme droom, al zou ik ook graag eens wereldkampioen worden. Maar ik zal eerst maar eens moeten bevestigen, daarna kan ik pas verder kijken.”
De Tour lijkt Kelderman vooralsnog te hoog gegrepen. Maar denkt hij er ooit wel toe in staat te zijn? ”Dat durf ik niet te zeggen. Ik hoop hem ooit kort te kunnen rijden. Als je dat kunt, kun je hem namelijk ook winnen. Maar dat is iets voor later. Ik wil nu eerst kijken of ik een korte uitslag kan rijden in de kleinere rondes.” Bij de vraag of hij denkt meteen hoge ogen te kunnen gooien zoals renners als Sagan, Kittel, Matthews, Guardini en Pinot klinkt het wederom heel realistisch: ”Voor sprinters liggen er nu eenmaal meer kansen dan voor klassementsrenners, al weet je het nooit natuurlijk”, aldus de regerend Nederlands Kampioen tijdrijden bij de beloften.
Sterke punten
Zoals gezegd ziet Kelderman zichzelf als een klassementsrenner. Zijn er nog zwakke punten die hij wil verbeteren, of wil hij juist zijn sterke punten uit diepen? ”Ik hoop mijn sterke punten te verbeteren. Ik ben best wel tevreden over mijn niveau tot zover, maar ik zal me meer richten op het verbeteren van mijn sterke punten dan mijn zwakke punten.”
Eerder kwamen ook al de namen als Gesink en Mollema naar voren als mogelijke voorbeelden voor Wilco Kelderman. Hij ziet dit zelf ook, al heeft hij ook een zwak voor een andere renner: ”Natuurlijk zou het mooi zijn als ik de zelfde ontwikkeling zou kunnen maken als Gesink en Mollema. Maar ik bewonder ook Edvald Boasson Hagen. Natuurlijk een ander type, maar ook iemand die over een sterke tijdrit beschikt.”
Een ander sterk punt vindt het 20-jarig talent de structuur binnen de Raboploeg. Hij was er daardoor al vrij snel uit, dat hij bij Rabobank zijn profdebuut ging maken. ”Ik ben al vrij vroeg in gesprek gegaan met Rabobank. Ik wilde sowieso naar Rabobank en zij wilden mij, dus daar waren we er snel uit. Door het vroeg tekenen van een profcontract hebben ook andere ploegen zich niet gemeld.”
Veranderingen
Met zijn profcontract op zak staat Kelderman ook voor een aantal veranderingen. Wat verwacht hij hier zelf van? ”Ik denk dat het dagelijks leven er ongeveer net zo uit blijft zien zoals nu. Ik zal vast wel wat vaker van huis zijn. Dan rij je een hoop wedstrijden, waarna een rustperiode komt, om vervolgens weer een serie wedstrijden te rijden. Al zal het er nu natuurlijk veel professioneler aan toe gaan.”
De 20-jarige Rabobankrenner vindt het lastig afscheid nemen van Rabobank Continental. Hoewel er nog een aantal beloftevolle renners vanuit Rabo CT naar een profploeg verhuizen, vindt Kelderman het jammer dat hij de ploeg van Piet Kuijs en Arthur van Dongen moet verlaten. ”Het is zeker lastig afscheid nemen. We waren buiten een wielerploeg ook een soort vriendenploeg. We zullen ook wel goede vrienden blijven, konden altijd met elkaar lachen. Maar ook bij de profploeg zal ik mijn draai vast wel vinden, dat komt vanzelf”, besluit Kelderman.