Wielerminnend Italië is in rouw vanwege het overlijden van Crescenzo D’Amore. De Italiaan werd dit weekend dood aangetroffen in zijn auto. De politie tast nog in het duister over de doodsoorzaak en is inmiddels een onderzoek gestart, zo meldt Tuttobiciweb. D’Amore stond in zijn jeugdjaren te boek als een groot talent, maar wist de verwachtingen bij de profs nooit in te lossen.

De Italiaan begon op jeugdige leeftijd met wielrennen en bleek al snel over bijzonder veel talent te beschikken. D’Amore maakte furore als sprinter. In 1997 beleefde hij het mooiste moment uit zijn sportieve carrière: in San Sebastián snelde hij namelijk naar de wereldtitel bij de junioren, door in een pelotonsprint af te rekenen met de Zwitser Martin Bolt en Markus Salumets uit Estland. Roy Sentjens eindigde die dag als vierde.

D’Amore bleef vervolgens nog twee jaar koersen bij de amateurs, maar maakte vervolgens de stap naar de profs. De pijlsnelle coureur tekende bij de roemruchte formatie Mapei-QuickStep. Hij reed er samen met kampioenen als Johan Museeuw, Paolo Bettini, Tom Steels, Pavel Tonkov en Adriano Baffi.

Geen doorbraak
De verwachte doorbraak van D’Amore bleef echter uit en dus moest hij uitwijken naar Cage Maglierie-Olmo, een kleinere Italiaanse ploeg. D’Amore slaagde er uiteindelijk nooit in om echt door te breken, al bleef hij nog wel een tijdje prof bij Tenax (2003), Acqua & Sapone (2004-2006) en OTC Doors-Lauretana (2007). In 2011 maakte hij nog een kortstondige comeback in dienst van Androni Giocattoli, maar dit werd geen succes.

D’Amore boekte in al die jaren maar één overwinning bij de profs: in 2004 won hij een rit in de Settimana Internazionale Coppi e Bartali. In 2003 en 2004 spurtte hij ook naar enkele podiumplaatsen in de Giro d’Italia.