Voorbeschouwing: Critérium du Dauphiné 2014

foto: Sirotti
Als je in juli de Tourpoules goed wil invullen, dan is het kijken van het Critérium du Dauphiné verplichte kost. Alle belangrijke Tour-favorieten staan namelijk aan de start. Degene die de Dauphiné op zijn naam schrijft, deelt meteen een gevoelige tik uit aan de concurrentie. Het verschil zal in deze editie voornamelijk bergop moeten worden gemaakt, aangezien het aantal tijdritkilometers beperkt is. Met drie aankomsten bergop zijn hier voldoende mogelijkheden voor. Alle ingrediënten voor een aantrekkelijke koers zijn dus aanwezig. WielerFlits blikt vooruit.
Historie
De wedstrijd werd in 1947 voor het eerst georganiseerd. Toen kreeg de koers de naam van een lokale krant: de Dauphiné Libéré. De Pool Edward Klabiński werd de eerste winnaar van deze wedstrijd. Johan van der velde won de Dauphiné in 1980 en is nog altijd de enige Nederlander die deze koers op zijn erelijst heeft staan. In 2010 nam Tour-organisator ASO de wedstrijd over, waarna de naam werd veranderd in het Critérium du Dauphiné. Sindsdien wonnen achtereenvolgens Jani Brajkovic, Bradley Wiggins (tweemaal) en Chris Froome.

Laatstgenoemde kende vorig jaar weinig problemen. Froome sloeg in de 32,5 kilometer lange tijdrit meteen een groot gat op zijn concurrenten. In bergetappes bouwde hij deze voorsprong vervolgens uit. Op Valmorel reed de Team Sky-renner in de laatste meters weg bij Contador, terwijl hij in de slotetappe naar Risoul opnieuw bergop de beste bleek. Zijn ploegmaat Richie Porte eindigde als tweede in het klassement. Stef Clement verraste en werd elfde, twee plaatsen voor Laurens ten Dam. De Belkin-renner was daarmee de beste Nederlander.
Parcours

Zondag 8 juni: etappe 1, Lyon – Lyon (10,4 km – ITT)

Het Critérium du Dauphiné begint dit jaar met een tijdrit. In Lyon moeten de renners 10,4 kilometer tegen de klok afleggen. Na een lang recht stuk ligt er halverwege deze tijdrit een klim van vierde categorie: de Montée de l’Observance. Deze heuvel is slechts 0,8 kilometer lang, maar kan door het gemiddelde stijgingspercentage van 5,5 procent toch voor pijn in de benen zorgen. Daarna krijgen de coureurs geen noemenswaardige hindernissen meer voor de kiezen. Klassementsrenners die beschikken over een goede tijdrit kunnen alvast tijdwinst boeken op concurrenten.
Maandag 9 juni: etappe 2, Tarare – Pays d’Olliergues-Col du Béal (156 km)

In de openingsetappe kunnen er seconden gesprokkeld worden, maar een dag later gaat er met minuten gesmeten worden. Er staat namelijk een lastige bergetappe op het programma. De organisatie heeft zes beklimmingen in het parcours opgenomen, waarvan drie van tweede categorie. De aankomst ligt vervolgens op een berg van buitencategorie: de Col du Béal. Deze beklimming is 13,6 kilometer lang en kent een gemiddeld stijgingspercentage van 6,6 procent. De slotkilometer gaat vervolgens aan 8,4 procent omhoog. Hier gaat duidelijk worden hoe het met de vorm van de klassementsrenners zit.
Dinsdag 10 juni: etappe 3, Ambert – Le Teil (194 km)

De derde etappe is de langste van allemaal. Na 194 kilometer koers ligt de eindstreep in Le Teil. Onderweg moeten de renners twee beklimmingen van tweede categorie overwinnen, waarvan de laatste op bijna vijftig kilometer van de meet ligt. Deze berg is 3,8 kilometer lang en heeft een gemiddeld stijgingspercentage van 6,3 procent. Als sprinters in deze ronde dagsucces willen halen, zullen ze hun best moeten doen om te overleven op deze berg. Hierna volgen namelijk enkel ritten met nog lastigere finales.
Woensdag 11 juni: etappe 4, Montélimar – Gap (167,5 km)

De etappe naar Gap lijkt gemaakt voor vluchters. Veel renners zullen in deze fase van de wedstrijd al een grote achterstand hebben in het klassement, waardoor ze vermoedelijk een vrijgeleide krijgen van de ploeg van de leider. Omdat de finale te zwaar is, hebben ook sprintersploegen er geen belang bij om te achtervolgen. De Col de Manse moet namelijk beklommen worden. Deze berg is bekend van de Tour de France. In 2003 ging Joseba Beloki in de afdaling onderuit, waarna Lance Armstrong door het weiland moest rijden. Ook vorig jaar zat de Col De Manse in het parcours. Toen kwam Rui Costa als eerste boven en reed hij solo naar Gap.
Donderdag 12 juni: etappe 5, Sisteron – La Mure (189,5 km)

Aanvallers hebben in de vijfde etappe opnieuw een goede kans op dagsucces. Het zal daarom vermoedelijk lang duren voordat er een vluchtgroep definitief weg kan rijden. Er staan zes beklimmingen op het menu, waarvan de top van de laatste berg op bijna twintig kilometer van de meet ligt. Als je meezit in de kopgroep, heb je dus goede klimmersbenen nodig om het af te maken. Deze etappe lijkt daarom gemaakt voor een type als Thomas Voeckler. Vorig jaar wist de Europcar-renner al een etappe te winnen in het Critérium du Dauphiné. Kan hij deze prestatie herhalen?
Vrijdag 13 juni: etappe 6, Grenoble – Poisy (178,5 km)

In de zesde etappe zit het venijn in de staart. Dan moeten er namelijk twee heuvels van vierde categorie overgereden worden. De Côte de Ronzy (1,7 kilometer aan 6,3 procent) is daarvan de laatste. De top van deze klim ligt op ruim zeven kilometer van de eindstreep. In de een na laatste kilometer moet er opnieuw even geklommen worden. De weg gaat dan een paar honderd meter aan vijftien procent omhoog. Er zijn in de slotfase dus genoeg plaatsen waarop je een aanval kan plaatsen. Punchers zullen deze etappe met rood omcirkeld hebben in hun agenda.
Zaterdag 14 juni: etappe 7, Ville-la-Grand – Finaut-Émosson (160 km)

In deze rit zullen de klassementsrenners er weer moeten staan. De zevende etappe is namelijk de koninginnenrit. Na de Côte des Gets (10,3 kilometer aan 4,9 procent), de Col du Corbier (7,5 kilometer aan 7,5 procent) en de Pas de Morgins (6 kilometer aan 5,7 procent), krijgen de renners twee bergen van buitencategorie voor de kiezen. Eerst volgt de Col de la Forclaz. Deze regelmatige klim is 12,6 kilometer lang en kent een stijgingspercentage 8,2 procent. Daarna ligt in Zwitserland de aankomst op de Montée de Finhaut-Émosson (10,2 kilometer aan 8 procent). De slotkilometer van deze berg is de zwaarste. De zevende etappe lijkt een garantie voor spektakel.
Zondag 15 juni: etappe 8, Megève – Courchevel (131,5 km)

De renner die in de leiderstrui aan de slotetappe begint, zal allesbehalve veilig zijn. Er staat namelijk wederom een aankomst bergop op het programma. Ditmaal ligt de meet op Courchevel. Deze berg van eerste categorie is 5,9 kilometer lang en heeft een stijgingspercentage van 6,2 procent. Voordat de renners aan de slotklim beginnen, moeten ze eerst drie andere bergen overwinnen. Er zijn dus nog voldoende mogelijkheden om oorlog te maken en de leider in het klassement aan te vallen. Het wordt daarom waarschijnlijk tot op de laatste dag spannend.
Favorieten
Het Critérium du Dauphiné kent zoals gewoonlijk een ijzersterk deelnemersveld. De drie grote favorieten voor de Tour de France staan aan de start: Chris Froome, Alberto Contador en Vincenzo Nibali. Wie van de drie deelt de eerste tik uit?
Chris Froome heeft op basis van het verleden een streepje voor. De Tourwinnaar van 2013 is de titelverdediger en beschikt ook dit seizoen weer over een goede vorm. Dat bewees de Brit door de Ronde van Romandië op zijn naam te schrijven. Ondanks dat de concurrentie sterker lijkt te worden, blijft Froome de topfavoriet in elke ronde waarin hij start. Bovendien heeft de 29-jarige renner met Richie Porte de nummer twee van vorig jaar als ploeggenoot. Ook Mikel Nieve is een sterke kracht bij Team Sky.

Vorig seizoen eindigde Alberto Contador als tiende in het Critérium du Dauphiné. Dit jaar is de Spanjaard duidelijk beter. Dat liet de renner van Tinkoff-Saxo zien door op indrukwekkende wijze Tirreno-Adriatico te winnen. Daarna bevestigde Contador in de Rondes van Catalonië en het Baskenland dat het met zijn vorm goed zit. In Catalonië eindigde hij zelfs voor Froome, maar toen keerde de Team Sky-renner net terug van een blessure. Het is de vraag of Contador ook van een fitte Froome kan winnen.

In tegenstelling tot Froome en Contador, heeft Vincenzo Nibali dit seizoen nog niet kunnen overtuigen. Zijn beste prestatie tot dusver is een vijfde plaats in de Ronde van Romandië. “Ik wil niet te veel tijd besteden aan wat anderen op dit moment doen. Ik kan het helaas niet. Het is duidelijk dat het zo niet verder kan”, erkende Nibali na deze ronde. De Astana-renner lijkt getergd te zijn om weer op zijn oude niveau terug te komen. Er moet daarom absoluut rekening met hem worden gehouden. De Italiaan heeft daarnaast met Jakob Fuglsang een ploegmaat die ook zelf een goed klassement kan rijden.

Tejay van Garderen lijkt dit seizoen een stap gezet te hebben. De Amerikaan begon het wielerjaar uitstekend door achter Chris Froome als tweede te eindigen in de Ronde van Oman. Daarna werd de BMC-renner derde in Catalonië en won hij bovendien de koninginnenetappe in de Spaanse WorldTour-koers. Het deelnemersveld daar was redelijk vergelijkbaar met dat van het Critérium du Dauphiné. Als Van Garderen zijn stijgende lijn weet door te zetten, moet er in Frankrijk dus een goede uitslag voor hem inzitten.

Hetzelfde kan gezegd worden van Michal Kwiatkowski. Het Poolse talent lijkt steeds beter te worden in het rondewerk, waardoor het niet lang meer kan duren voordat hij een klassement in een WorldTour-koers wint. In de Ronde van het Baskenland was Kwiatkowski al erg dichtbij. Toen moest de Pool alleen Contador voor zich laten. Het is echter de vraag of de pas 24-jarige renner een dergelijke prestatie kan behalen in de Dauphiné. Hij heeft namelijk een zwaar voorjaar achter de rug en moest daarom al vroegtijdig afhaken in Romandië. Daarna heeft de Pool een maand geen koers gereden. Wellicht heeft dat hem goed gedaan.

De Nederlandse hoop is gevestigd op Wilco Kelderman. Als de Belkin-renner zijn Giro-vorm weet mee te nemen, zit er voor hem een mooie uitslag in. Het is echter de vraag hoe hij hersteld is van drie weken koers. In 2011 wist Steven Kruijswijk na een sterke Giro zijn goede lijn door te trekken in de Ronde van Zwitserland. Hij won daar op mooie wijze een bergrit. Kan Wilco Kelderman een soortgelijke prestatie neerzetten? Ook de pas 21-jarige Daan Olivier staat aan de start. De Giant-Shimano-renner reed goed in de Ronde van Califonië. Misschien kan hij in de Dauphiné verrassen.

Tot slot zijn er een aantal andere outsiders. AG2R La Mondiale heeft met Jean-Christophe Péraud en Romain Bardet twee kandidaten voor een goed klassement. Ook Garmin-Sharp levert met Ryder Hesjedal en Andrew Talansky een tweetal klassementsrenners af. Meerdere ploegen wedden op twee paarden, want Katusha heeft met Simon Spilak en Dani Moreno eveneens een sterk duo in huis. De Belgische hoop is gevestigd op Jurgen Van den Broeck, terwijl bij Movistar Beñat Intxausti voor het succes moet zorgen. Ten slotte beschikken ook de ProContinentale ploegen met Rein Taaramäe, Daniel Navarro en Leopold König over renners die de top tien kunnen halen.
TV
Eurosport zendt de koers elke dag rechtstreeks uit. Vanwege het wereldkampioenschap voetbal wordt er eerder op de dag gefinisht dan normaal. De aankomst wordt steeds verwacht tussen half drie en drie uur. Eurosport begint daarom dagelijks om 13:30 met de uitzending.
Favorieten volgens WielerFlits
**** Chris Froome
*** Alberto Contador en Vincenzo Nibali
** Tejay van Garderen, Richie Porte en Michal Kwiatkowski
* Jean-Christophe Péraud, Wilco Kelderman, Simon Spilak en Andrew Talansky