Voorbeschouwing: Critérium du Dauphiné 2013

foto: Sirotti
In voorbereiding op de Tour de France is het Critérium du Dauphiné voor een kopman slechts een tussenstation op weg naar de geletrui. Echter wordt deze rittenkoers tekortgedaan door het weg te zetten als opvulling tussen twee grote rondes. In de acht dagen vanaf 2 juni tussen Chámpery en Risoul smelten ambities of wordt vertrouwen getankt voor een goede Tour. WielerFlits blikt vooruit.
Parcours

Rit 1, Champéry – Champéry (121 km)
Net als de Tour de France start het Critérium du Dauphiné met een rit in lijn. De achtdaagse ronde bijt het spits af in het Zwitserse skioord Champéry. De renners krijgen geen gelegenheid om elkaar rustig warm te rijden. Vanaf de startlocatie krult het wegdek omhoog in de richting van de bijna tien kilometer lange Côte de Morgins (1e categorie).
De 121 kilometer lange eerste etappe passeert al na amper 14 kilometer de Franse landsgrens. Het peloton verplaatst zich met een noordwestelijke koers in de richting van het Meer van Genève. Na een grote lus keren de renners in Thonon-les-Bains in de richting van de start- en finishplaats Champéry, de laatste veertig kilometer van de rit volgen over hetzelfde traject, zij het in tegengestelde richting.

foto: ASO
Rit 2, Châtel – Oyonnax (191 km)
De tweede rit en tevens de langste deze editie (191 km.) start in de Franse grensplaats Châtel. De rit leidt lange tijd in relatief dalende lijn. In het tweede deel van het traject volgen de Côtes zich in ramp tempo. Met in totaal zes klimmen van respectievelijk vierde, derde en tweede categorie kan onderweg naar Oyonnax het fundament voor de bergtrui worden gelegd. Na de beklimming van de laatste klim van de dag, de Col du Sentier (tweede categorie), resteren elf kilometers in opnieuw dalende richting. De reeks aan venijnige beklimmingen lijkt in het voordeel van de etappekapers, renners die de aanval niet schuwen. Nadelig voor ontsnappers is het gegeven dat deze rit een zeldzame kans voor sprinters is. Met een tijdrit en minstens drie aankomsten bergop, hebben de rappe mannen weinig te zoeken in deze etappekoers, elke kans zullen ze dus met beide handen grijpen.

foto: ASO
Rit 3, Ambérieu-en-Bugey – Tarare (167 km)
Slechts 167 kilometer telt de derde rit met startplaats Ambérieu-en-Bugey. Dit Franse dorpje, gelegen in de historische regio Bugey, is een tussenstation op de treinverbinding Lyon-Genève. Het peloton laat de spoorverbinding links liggen en vertrekt in sneltreinvaart in de richting van finishplaats Tarare. Onderweg zijn na 119,5 en 157,5 kilometer twee bergen van derde categorie, de enige obstakels van de dag.

foto: ASO
Rit 4, Villars-les-Dombes – Parc des Oixeaux (32,5 km)
De renners die in juli de Tour de France rijden, hebben in de vierde etappe van deze Critérium du Dauphiné een schaarse kans de tijdritfiets in een wedstrijd te testen. Op een biljartvlak parcours zijn de renners met een groot vermogen de voornaamste kanshebbers voor de dagzege.

foto: ASO
Rit 5, Grésey-sur-Aix – Valmorel (139 km)
De vijfde rit finisht op de top van de Montée de Valmorel, een col van de buitencategorie. Voordat het peloton kan wedijveren op de stijgende weg van de bijna dertien kilometer lange klim dienen, ze eerst 120 kilometer relatief makkelijke maar nerveuze kilometers af te haspelen. De twee vierde en één klim van de derde categorie staan in schril contrast met de slotklim naar Valmorel met lengte van 12,7 km. aan een gemiddeld stijgingspercentage van 7%.

foto: ASO
Rit 6, La Léchère – Grenoble (143 km)
Net als vorig jaar is Grenoble opgenomen in de route. Vorig jaar was de industriestad het toneel van een 5,7 kilometer korte proloog. Het podium bestond toen uit Luke Durbridge, Bradley Wiggins en Andriy Grivko. Dit jaar finisht de zesde etappe in Grenoble, waarschijnlijk in een massasprint.

foto: ASO
Rit 7, Le Pont-de-Claix – Superdévoluy (187,5 km)
De voorlaatste rit in het Critérium du Dauphiné kent een grote overeenkomst met de 18de etappe van de aankomende Tour de France. Net als op 18 juli beklimmen de renners de mythische Alpe d’Huez om vervolgens door te stomen over de Col de Sarenne (tweede categorie).
In de zevende rit van het Critérium du Dauphiné is de top van Alpe d’Huez al na vijftig kilometer wedstrijd bereikt en hij zal dan ook de live-registratie op televisie niet halen. Met de eerste categorie klimmen (Col d’Ornon na 101 kilometer en Col du Noyer op 11,5 km. van de finish) al in de benen moet het eindschot worden bewaard voor de Montée de Superdévoluy. Deze korte maar snerpende klim is het orgelpunt van de rit.

foto: ASO
Rit 8, Sisteron – Risoul (155,5 km)
De slotrit wordt beslecht tussen Sisteron en Risoul. Het traject is niet lang, maar kan nog zeker verschuivingen opleveren in het algemeen klassement. Met bijna dertig klimkilometers kan een renner met ambities in arren moede een uitvalpoging wagen. De slotklim, de Montée de Risoul is met haar 13.9 km aan een gemiddeld stijgingspercentage van 6.7% een open uitnodiging voor een spectaculair slotstuk.

foto: ASO
Favorieten
De afgelopen twee edities ging de eindzege naar Bradley Wiggins. De Britse kopman van Team Sky zette na zijn zeges in 2012 in Parijs-Nice, de Ronde van Romandië in het Critérium du Dauphiné de puntjes op de ‘i’. Dit jaar is Wiggins geen schim van de renner uit 2012. De individuele zegeteller staat nog op nul en in de Ronde van Italië, het hoofddoel dit jaar, kwam hij niet verder dan de dertiende etappe. De strijd om het kopmanschap in deze wedstrijd heeft hij verloren van zijn ploegmaat Christopher Froome. Wiggins verschijnt dan ook niet aan de start van deze editie.

foto: Sirotti
Grootste favoriet voor de eindzege is onmiskenbaar Christopher Froome. De Britse-Afrikaan kopieert in grote lijnen het vorige seizoen van Wiggins, met dito uitslagen als resultaat, in tegenstelling tot zijn teamgenoot zelf.

foto: Sirotti
De concurrenten voor het eindklassement komen ook dit jaar uit bekende hoek. Jurgen Van Den Broeck, tweevoudig winnaar Alejandro Valverde en ook de lepe Damiano Cunego staan op de deelnemerslijst.

foto: Sirotti
Andere concurrentie komt van renners die naast goed kunnen klimmen ook aardig tegen de klok kunnen rijden, wat erg belangrijk is in deze achtdaagse rittenkoers. De Spanjaarden Samuel Sanchez en Alberto Contador passen beiden in dit profiel.
Vacansoleil-DCM verschijnt aan de start in Champéry met een Tourwaardige afvaardiging, bestaande uit Lieuwe Westra, Thomas de Gendt en Wout Poels. De drie kopmannen kunnen een sterk blok vormen voor de tegenstand, maar dat hangt af van de cohesie onderling.

foto: Sirotti
Laurens ten Dam hoopt namens Blanco Pro Cycling een goed klassement te kunnen rijden. De Nederlandse klimmer kan steun verwachten van zijn ploegmaten Tom-Jelte Slagter en Stef Clement, die eveneens op goede resultaten in de Franse WorldTour-koers mikken. “Allereerst willen we met Laurens ten Dam een goed klassement rijden”, liet ploegleider Merijn Zeeman afgelopen week doorschemeren. “Van de winter hebben we met hem een plan gemaakt en daarin vormt de Dauphiné een hoofddoel. Laurens krijgt een vrije rol en een beschermde status. Als ploeg zullen we hem zo goed mogelijk ondersteunen.”

foto: Marcel Koch
Argos-Shimano start zonder Nederlanders in het Critérium du Dauphiné. “Het zal een zeer moeilijke wedstrijd worden want dit is de voorbereiding op de Tour en de sterkste renners zullen aan de start staan”, stelde ploegleider Christian Guiberteau.
“Warren Barguil krijgt de kans om voor een goed resultaat te gaan, het zou een goede test voor hem moeten zijn”, aldus Guiberteau. “Zoals gebruikelijk zullen we ernaar streven om aanvallend te rijden en mee te zijn in de ontsnappingen.”
Favorieten volgens WielerFlits
**** Chris Froome
*** Alberto Contador, Alejandro Valverde
** Joaquin Rodriguez, Jurgen Van den Broeck, Samuel Sanchez
* Andrew Talansky, Tony Martin, Jakob Fuglsang, Haimar Zubeldia