foto: Sirotti

Nico Verhoeven, ploegleider bij Blanco, heeft tegenover WielerRevue zijn verbazing geuit over het feit dat zijn renners er in 2012 soms niet aan te pas kwamen. “We zijn een paar keer gigantisch naar huis gereden terwijl we dachten dat we goed waren. Dat was in Parijs-Nice en de Tirreno. En daar waren we niet de enige ploeg mee. Dat vond ik shocking.” Hij weigert te speculeren over dopinggebruik bij concurrenten. “Het is gewoon een constatering.”

“Onze ploeg had best een hoog niveau, maar we deden dus niet mee”, zegt Verhoeven over de prestaties van Rabobank in Parijs-Nice en de Tirreno. “Later zie je iets opvallends: onze beste periodes kenden we net ná topevenementen. Na de klassiekers wonnen we in Turkije en Romandië. En ook na de Tour, in de Eneco Tour. Toen waren we dus als ploeg ineens wel heel goed. En dan vraag jij vast, waar ligt dat aan?”

Steven Kruijswijk reed in de Tirreno voor een goed klassement, maar eindigde uiteindelijk op een teleurstellende 21e plaats. “Terwijl ik dezelfde waardes reed als een jaar eerder in Zwitserland, waar ik een rit won. Je denkt dus goed te gaan presteren maar komt niet aan de bak. Dat is frustrerend. Je kunt aan jezelf gaan twijfelen of aan de rest, maar zo ver als dat laatste wil ik niet gaan”, aldus de 25-jarige klimmer.

“Ik werk er hard voor en rijd schoon, maar misschien zijn er renners die wegen bewandelen die niet altijd de juiste zijn”, vervolgt Kruijswijk. “Ook ik hoorde in het voorjaar van 2012 de geruchten over Aicar. Dat is een verboden middel maar kan niet opgespoord worden. Tja, dan kun je net zo hard blijven trainen…” Hij gelooft wel dat het peloton inmiddels schoner is dan tien jaar gelden. Hij wijst daarbij naar zijn eigen prestaties en die van Tom-Jelte Slagter in Down Under.