Onder de vele sprinters die Theo Bos vandaag in Langkawi al dan niet liggend achter zich liet, was ook Kenny van Hummel. De kopman van Androni Giocattoli, die gisteren nog als zevende over de streep kwam, ging als één van de eersten neer.

“De tweede rit moest er eentje voor de sprinters worden, en dat werd het ook”, update Van Hummel zijn fans op zijn website. “We hadden het parcours bekeken en zaten in de finale goed voorin met de ploeg. De laatste vijf kilometer gingen we op kop in. We wisten dat er bochten zouden komen en dat we op twee kilometer van de aankomst een park in zouden draaien. In de laatste kilometer kwamen ook nog twee bochten. Het was chaotisch dus we wilden van voren zitten.”

Het plan viel echter letterlijk in duigen toen een groot deel van het peloton tegen het asfalt ging. “Omar Bertazzo doet zijn werk hier goed en hij was net weggestuurd toen we vielen. De valpartij gebeurde helemaal voorin het peloton. Ik was de derde die onderuit schoof, na Francesco Chicchi. Ik kon geen kant meer op. Bijna alle sprinters lagen erbij. Omdat ik een van de eersten was die onderuit schoof, kwamen er wel tien man over me heen. Ik heb hier en daar wel tikken gehad.”

De Nederlander blijkt echter geen serieuze blessures te hebben opgelopen. “Er is niets gebroken. Mijn rechterbil is helemaal geschaafd en daarnaast nog her en der wat schaafwonden. Ook mijn rechterhand is geraakt. Ik had handschoenen aan maar daar is niet zoveel van over. Dus ook mijn hand mist wat vel. Ik hoop dat ik morgen mijn stuur kan vasthouden. Het is wel belangrijk dat ik morgen weer ga sprinten want we laten ons niet uit het veld slaan!”

Handschoenen die met 60km/u over het asfalt schuren, hebben dan toch na een fractie van een sec ook geen nut meer… pic.twitter.com/WarPhcM52W

— Kenny van Hummel (@kennyvanhummel) 28 februari 2014