foto: Sirotti

Jurgen Van den Broeck is weer terug in de wedstrijd die hem vorig jaar parten speelde. De Belgische hoop op een podiumplaats is volledig hersteld van zijn zware val in de Tour de France van vorig jaar. Hij is op zoek naar zijn niveau van 2011, toen hij één van de topfavorieten was voor de zege. Ook toen gooide een zware val roet in het eten. “Zijn er tien renners beter, dan is dat zo. Zijn enkel Froome en Contador beter, dan wordt een droom waar”, klinkt hij een stuk realistischer, doch hoopvol tegenover het Het Nieuwsblad.

De 31-jarige renner van Lotto-Belisol moest door zijn val vorig jaar, het wielerseizoen 2013 laten voor wat het was. Dit seizoen waren zijn prestaties niet dusdanig indrukwekkend, dat er door de buitenwereld aan zijn capaciteiten werd getwijfeld. Maar tijdens het Critérium du Dauphiné stond hij er plots en werd derde in het eind klassement achter Andrew Talansky en Alberto Contador. “Dat deed deugd. Ik wist wel van de klimtrainingen dat het er goed uitzag, maar die prestatie had ik echt nodig om met het juiste gevoel naar Leeds te trekken. Een Dauphiné liegt nooit. Je krijgt achteraf niet meer de tijd om de conditie bij te trekken.”

De Belg verwacht met name een gevecht tussen Chris Froome en Contador, met kort daarachter Vincenzo Nibali en Alejandro Valverde. “‘Het wordt Froome tegen Contador. Ik denk ook dat Nibali meespeelt. De Italiaan kan verrassend uit de hoek komen. Ik pin me niet vast op zijn mindere Dauphiné. Hij was er twee jaar geleden ook niet fameus, maar werd wel derde in Parijs. Valverde zal ook goed zijn. Hij staat er al heel het seizoen. Maar je hebt altijd de grote twee. Daarachter komt een groepje van een tiental renners in aanmerking voor de derde plaats. De vragen zijn altijd dezelfde. Wie is er goed? Wie is er super? Wie overleeft de eerste week? Bij de eerste twee kan er ook iemand zomaar verdwijnen.”

Het is nog altijd Van den Broecks ambitie om het podium te halen. Het is dan ook zijn doel voor dit jaar, al weet hij dat hij maar voor een treedje in aanmerking komt. “‘Ik hoop dat ik net zo goed ben als in 2011 toen ik bijna een etappe won op de Mûr-de-Bretagne. Dat was een helling waarvoor ik normaal te weinig explosief ben. Ik heb in de Tour wel al te veel meegemaakt om me nog in alles op te winden. Het kan in een fractie van een seconde voorbij zijn. Ik ga voor de derde plaats. Ik weet dat dit mijn absolute limiet is. Ik moet daarom drie weken lang met mijn verstand koersen en niet als een gek aanvallen. Tenzij ik net als Jan Bakelants de etappe win en geel pak. Dan mag je nadien nog serieus de weerbots krijgen. Alleen is er maar één zekerheid de volgende drie weken: de Tour onderga je!”