Uno-X Mobility ziet nakende WorldTour-licentie meer als bonus dan must
Interview De strijd om het laatste WorldTour-ticket voor de komende twee seizoenen is nog altijd niet beslecht. In de laatste weken van dit wielerjaar doen Cofidis en Uno-X Mobility constant haasje over, maar op dit moment heeft de Noorse ploeg weer een licht voordeel te pakken. Toch houdt het team de druk nog even af, zo vertelt ploegleider Leonard Snoeks aan WielerFlits.
Toen we twee weken geleden ons oor te luisteren legde bij de renners van Cofidis, bleek dat er binnen de Franse traditieploeg van Cedric Vasseur behoorlijk veel druk op de renners wordt uitgeoefend om de licentie te veroveren. “Budgettair zal er wellicht heel wat veranderen als we geen WorldTour-ploeg meer zijn”, klonk het toen. Bij de sympathieke Noorse ploeg blijkt dat net iets anders te liggen.
In de UCI-ranking die de prestaties van 2023, 2024 en 2025 samentelt, heeft Uno-X Moblity op dit moment een voorsprong van ongeveer 175 punten te pakken op haar Franse collega’s. Een miniem verschil, dat bij een paar goede uitslagen van Cofidis, zoals het winnen van een 1.Pro-wedstrijd of een negende plaats in de Ronde van Lombardije, in één keer ongedaan kan worden gemaakt. “De licentie ligt voor het oprapen”, zegt Snoeks. “We doen er alles aan om zo veel mogelijk punten te pakken, maar we gooien ook niet alles om.”
Geen druk op de renners
Anders dan bij Cofidis, wil de ploegleiding de druk op de renners liever niet opdrijven. “Het heeft geen zin om altijd over de punten te blijven doordrammen en de renners met stress te laten koersen. Natuurlijk zit de situatie al een tijdje in ons achterhoofd, maar we hebben onze plannen al een hele tijd geleden uitgetekend. Als we ons daaraan houden, dan komen al de punten vanzelf. De renners blijven er heel rustig onder en doen gewoon hun best. Ik heb niet het gevoel dat de puntenstrijd heel hard leeft in de groep.”

Jonas Abrahamsen schonk de ploeg een belangrijke zege – foto: Cor Vos
Snoeks beseft dat de Fransen het daar niet zomaar bij zullen laten. “Voor ons zou een WorldTour-licentie eerder een mooie bonus zijn. We komen van onderaan kriebelen en omdat we bij de beste twee ProTeams op de ranking staan, zijn we voor volgend seizoen sowieso al verzekerd van deelname aan alle WorldTour-koersen. Ik vermoed dat Cofidis al hun goede renners nog zo veel mogelijk zal mobiliseren. Ze hebben Alex Aranburu en Milan Fretin die nog veel punten scoren in het Italiaanse blok en de wedstrijden in Frankrijk.”
“Wij hebben ook dat type renners, die het in die wedstrijden zeker goed kunnen doen. De meest zenuwslopende wedstrijd wordt daarom de Tour of Guangxi, helemaal aan het einde van het seizoen. Dat is natuurlijk een WorldTour-rittenkoers. Als ze het daar goed doen, terwijl wij daar niet rijden, kan dat nog veel punten opleveren. Maar dan is dat zo. Deze ranking gaat over drie seizoenen, niet over één wedstrijd.”
Snoeks, momenteel met de ploeg aan het werk in de achtdaagse Tour of Langkawi, ziet op zijn beurt ook kansen voor de Noren. “We zijn bewust met een sterke ploeg naar Maleisië afgereisd. In het klassement zijn er 200 belangrijke punten te verdienen. Jammer genoeg is Fredrik Dversnes ziek naar huis moeten gaan, maar Anders Halland Johannessen is zeker in staat om zich op het podium te rijden. Als we daarnaast nog iemand in de top 10 of top 15 kunnen plaatsen, doen we het goed. Ook voor de ritzeges doen we mee.”
“Overstap naar WorldTour is altijd lastig”
Dan rest de vraag: wat zou een WorldTour-licentie voor Uno-X Mobility veranderen? “Het belangrijkste voordeel is de voorspelbaarheid van het wedstrijdprogramma. Het is gemakkelijker als je weet waar je voor kunt gaan en duidelijkheid hebt. Dat maakt de ploeg dan weer aantrekkelijker voor een grote cosponsor en om alle renners aan te trekken die we willen. Ik heb ook het gevoel dat we er echt klaar voor zijn.”

Vergeet ook het belang van Alexander Kristoff niet – foto: Cor Vos
Al moet Snoeks dat laatste ook nuanceren. Als het team in haar opzet slaagt, zal het immers niet enkel startrecht, maar ook startplicht in alle grote koersen krijgen. Dan heb je een ploeg nodig die op alle vlakken sterk genoeg is. “Dat is waar. We hebben getoond dat we daar de ploeg voor hebben, maar dat neemt niet weg dat het eerste jaar op WorldTour-niveau altijd lastig is. We moeten ons zeker nog in de breedte versterken. Wellicht nog het meeste bij de knechten.”
Veel potentieel
“Onze leiders hebben getoond dat ze er staan”, gaat Snoeks verder. “Søren Wærenskjold won de Omloop Het Nieuwsblad, Jonas Abrahamsen een rit in de Tour de France en Tobias Halland Johannessen bewees in Frankrijk dat hij onze klassementsrenner voor de toekomst is met een zesde plaats. Ook van Fredrik Dversnes, die een etappe in Tirreno-Adriatico won, gaan we nog veel zien. Net als Stian Fredheim, die nu vooral op een lager niveau zijn potentieel bewees, maar ook mooie resultaten heeft neergezet.”
Maar de ploeg heeft ook belangrijke renners gemist. “Neem nu Andreas Kron, Magnus Cort en Andreas Leknessund, die er een tijdje zijn uit geweest met blessures. Cort begon wel sterk, maar hij miste het hele najaar. Als we die mannen kunnen oplappen en de jonge talenten komen er nog meer door omdat ze een jaar ouder en sterker worden, dan gaat de ploeg nóg een stap zetten.”
Snoeks zou zijn renners graag nog meer in WorldTour-koersen zien in de komende drie seizoenen. “Als we de veelbelovende groep het juiste programma kunnen voorschotelen, kan dat hun ontwikkeling alleen maar versnellen. We hebben een paar jaar lang ‘steady’ gewerkt aan ons doel om de stap naar de WorldTour ooit te zetten. Dat we hier nu al staan, is een goed teken. Het blijft heel nipt en ik durf niet te zeggen of we de licentie gaan halen. Maar onze organisatie staat er. We zijn op de goede weg en dat is het belangrijkste.”
Om te reageren moet je ingelogd zijn.