Tour 2026: Pyreneeën doemen al vroeg op, twee tijdritten en twee finishes op Alpe d’Huez
In Parijs is donderdag het volledige parcours gepresenteerd van de Tour de France 2026. Zoals al langer bekend was, begint de 113de editie van La Grande Boucle in het Spaanse Barcelona. In de drie daaropvolgende weken krijgen de renners al snel enkele Pyreneeënritten voorgeschoteld, zijn er passages door het Centraal-Massief, Vogezen en Jura en staat de Alpe d’Huez niet één, maar twee keer op het menu.
De Tour de France van 2026 in vogelvlucht
- 21 etappes
- 6 sprintritten
- 5 heuvelritten
- 8 bergritten
- 5 aankomsten bergop
- 1 ploegentijdrit
- 1 individuele tijdrit
- Passages door Pyreneeën, Centraal Massief, Vogezen, Jura en Alpen
- Twee opeenvolgende aankomsten op Alpe d’Huez
- De renners moeten 3.333 kilometer afleggen
- 54.450 hoogtemeters in totaal
Spaans openingsweekend
In Parijs werd het volledige parcours van de komende Ronde van Frankrijk dus uit de doeken gedaan, maar de eerste twee etappes stonden al langere tijd vast. Na het Grand Départ in Lille van dit jaar, zoekt de ASO opnieuw naar een openingsweekend buiten de landsgrenzen van Frankrijk. In Barcelona wordt op zaterdag 4 juli afgetrapt met een ploegentijdrit volgens de ‘Parijs-Nice-regels’. De individuele tijden van de renners zullen tellen.
De TTT trekt onder meer langs de wereldberoemde basiliek Sagrada Família – over relatief vlakke wegen – maar in de laatste drie kilometer volgen nog twee passages over de alombekende heuvel Montjuïc. De finishstreep is getrokken voor het Olympisch Stadion Lluís Companys, na een pittige sectie (800 meter à 7%) van de Montjuïc.
De eerste rit-in-lijn van Tarragona naar Barcelona is voer voor de puncheurs, want in de finale volgen de korte en bovenal steile hellingen elkaar in rap tempo op. Na de Côte de Begues (6,1 km à 6,5%) en de Côte de Santa Creu d’Olorda (8,4 km à 4,5%) zal de Montjuïc – net als in de ploegentijdrit – als scherprechter fungeren. De beklimmingen naar het kasteel van Montjuïc (1,6 km à 9,3%) en het Olympisch Stadion Lluís Companys (600 meter à 7%) komen in de finale liefst drie keer terug.
Pyreneeën doemen al vroeg op
Barcelona ligt hemelsbreed maar een dikke tweehonderd kilometer van de eerste Pyreneeëncols en dus is het niet gek dat de Tourkaravaan na het eerste koersweekend al dit ruige gebergte intrekt. In de derde etappe zal het allemaal aankomen op de finale richting Les Angles bij het skioord Pla del Mir. Een zware slotklim wordt in deze fase van de wedstrijd nog vermeden, maar er worden toch al vroeg in de drieweekse ronde de nodige hoogtemeters afgewerkt.
Pla del Mir was nog nooit finishplaats in de Tour de France, maar ontving in 2022 wel de Route d’Occitanie. De inmiddels gestopte Michael Woods kwam destijds solo aan in het skioord op 1.840 meter boven zeeniveau. De echte beklimming is 2,8 kilometer aan 6,8%, maar je moet al behoorlijk klimmen om aan de voet te komen. En dus mogen we toch al wel wat speldenprikken en – wie weet – verschillen verwachten tussen de klassementsrenners.

foto: Fotopersburo Cor Vos
De derde etappe naar Les Angles is niet de enige confrontatie in de Pyreneeën. Op dag vier trekt het peloton naar het departement Ariège na een overgangsrit met 2.750 hoogtemeters, met onderweg de Col de Coudons en de Col de Montségur als te overwinnen obstakels richting de finish in Foix. In de vijfde etappe krijgen de sprinters dan weer de gelegenheid om zich te laten zien, want de rit naar Pau – een Tourstad bij uitstek – is vlak.
In de daaropvolgende etappe is het voor de rappe mannen vooral zaak om te overleven, want rit zes voert weer dwars door de Pyreneeën, met de bekende Tourcols Col de’Aspin, Col du Tourmalet en een aankomst bergop in Gavarnie-Gèdre, goed voor 4.150 hoogtemeters.
Na deze Pyreneeënpassage laat ASO de beklimmingen even links liggen en is het tijd voor twee sprintetappes, of de wind moet voor spektakel gaan zorgen. De renners zullen op dat moment al snakken naar de eerste rustdag, maar eerst volgt er nog een rit richting de vertrouwde Tourstad Bordeaux, na een etappe door de bekende Dordogne-wijnstreek, en een etappe met eindbestemming Bergerac. De laatste rit voor de rustdag, trekt dan weer over zeer geaccidenteerde wegen (3.300 hoogtemeters) naar Ussel.
Passages door Centraal-Massief, Vogezen én Jura
Daags na de eerste rustdag mogen de klassementsrenners weer aan de bak, want de Ronde van Frankrijk keert op de Franse nationale feestdag (14 juli) terug naar Le Lioran. Deze niet te onderschatten rit begint in Aurillac en trekt over meerdere beklimmingen, waaronder de Pas de Peyrol (7,8 km à 6%). In 2024 koos Tadej Pogacar op deze klim voor de aanval op weg naar Le Lioran.
De Sloveen leek vertrokken voor een zoveelste imposante solo, maar werd op de daaropvolgende Col du Perthus (4,4 km à 8,5%) achterhaald door Jonas Vingegaard. Na ook nog de Col de Font de Cère (3,3 km à 5,8%) moest een sprint-à-deux de beslissing brengen in de strijd om de dagzege. Die sprint werd verrassend gewonnen door Vingegaard. De Tourzege ging dat jaar echter naar zijn grote Sloveense opponent.

De rit naar Le Lioran draaide in 2024 uit op een waar spektakelstuk – foto: Fotopersburo Cor Vos
Na deze ongetwijfeld spetterende etappe volgen er twee overgangsritten richting respectievelijk Nevers (rit 11) en Chalon-sur-Saône (etappe 12). De laatste keer dat de grootste stad van de regio Saône-et-Loire een etappefinish mocht organiseren in La Grande Boucle was in 2019. De rit eindigde in een sprint en leverde een Nederlandse winnaar op: Dylan Groenewegen rekende na een spannende spurtclash af met Caleb Ewan en Peter Sagan.
Geen La Planche des Belles Filles, wel twee(!) keer Alpe d’Huez
De renners hebben dan inmiddels het Centraal Massief achter zich gelaten, maar trekken wel meteen de volgende bergketens in met de Jura en Vogezen. Het peloton mag zich in de Vogezen opmaken voor een rit tussen Dole en Belfort, met de Ballon d’Alsace – een van de bekendste beklimmingen in de Vogezen – als belangrijkste scherprechter.
In tegenstelling tot eerdere berichten is de alombekende scherprechter La Planche des Belles Filles niet opgenomen in het parcours, maar heeft de organisatie wel een loodzware vijftiende etappe uitgetekend met aankomst in Le Markstein. De Grand Ballon, Col du Page, Ballon d’Alsace (opnieuw) en de Col du Haag zullen ongetwijfeld voor een flinke schifting zorgen.
De sprinters die na twee weken nog in koers zijn, komen er in de tweede en derde week maar bekaaid vanaf. Wie na de passages door de Jura en Vogezen hoopt op een overgangsrit, komt bedrogen uit, want de vijftiende etappe – de laatste voor de tweede rustdag – is ook op maat van de klimmers. De finishstreep is namelijk getrokken op Plateau de Solaison, een zeer pittige beklimming van ruim 12 kilometer aan een gemiddelde van zo’n 9%.
Na deze showdown bergop kunnen de coureurs even op adem komen, maar niet voor lang, want na de laatste rustdag worden de rennerslijven meteen weer op de proef gesteld. De slotweek wordt afgetrapt met een individuele tijdrit van 26 kilometer tussen Thonon-les-Bains en Evian-les-Bains. Na deze individuele beproeving tegen de tijd staat er nog een laatste sprinterskans gepland tussen Chambéry en Voiron en een nieuwe bergrit naar skioord Orcières-Merlette.

Gert-Jan Theunisse is nog altijd de laatste Nederlandse winnaar op de Alp – foto: Cor Vos
Eenmaal aangekomen in Orcières-Merlette loopt de Tour op zijn laatste benen, maar Parijs is ook nog zeer ver weg. Niet alleen in absolute afstand, maar ook (of vooral) omdat er nog twee zware en allesbeslissende Alpenritten op het menu staan. De organisatie heeft daarbij een verrassing in petto, met een dubbele aankomst op de legendarische Alpe d’Huez, ook wel de Nederlandse berg genoemd. Dit is overigens niet voor het eerst, want in de Tour van 1979 pakte de Tourorganisatie al eens uit met twee opeenvolgende Alpe d’Huez-ritten.
Op vrijdag 24 juli beklimmen de renners de klassieke kant van Alpe d’Huez (13,8 km à 8,1%) vanuit Le Bourg-d’Oisans en moeten ze in totaliteit 3.500 hoogtemeters overwinnen. Dit is echter kinderspel vergelijken met de tweede etappe met finish op Alpe d’Huez. De voorlaatste rit kunnen we met recht en reden bestempelen als de koninginnenrit van de Tour, met liefst 5.600 hoogtemeters. Vier legendarische Alpencols worden er opgediend, met de Col de la Croix de Fer (24 km à 5,2%), Col du Télégraphe (11,9 km à 7,1%), Col du Galibier (17,7 km à 6,9%) en – als klimtoetje – Alpe d’Huez.
De renners hoeven Alpe d’Huez echter niet een tweede keer vanuit de bekende Le Bourg-d’Oisans-kant te beklimmen, maar nemen de Col de Sarenne (12,8 km à 7,3%) variant.
Opnieuw over Montmartre-klim
Na twintig ritten en drie weken koers zullen de overgebleven renners ‘uiteraard’ weer aankomen in Parijs, met finish op de Champs-Élysées, maar de ASO kiest andermaal voor de alternatieve finale met de Montmartre-klim als scherprechter. Dat leverde dit jaar een bijzonder spectaculair slotakkoord op, met een epische tweestrijd tussen de uiteindelijke ritwinnaar Wout van Aert en geletruidrager en eindwinnaar Tadej Pogacar. Goed nieuws voor puncheurs als Van Aert en Mathieu van der Poel, voor de pure sprinters is het eerder een nieuwe streep door de rekening.
Etappes Tour de France
Datum | Rit | Van | Naar | Afstand |
---|---|---|---|---|
04.07 | 1 |
Barcelona
|
Barcelona
|
19.70 km |
05.07 | 2 |
Tarragona
|
Barcelona
|
178.40 km |
06.07 | 3 |
Granollers
|
Les Angles
|
196.00 km |
07.07 | 4 |
Carcassonne
|
Foix
|
182.00 km |
08.07 | 5 |
Lannemezan
|
Pau
|
158.00 km |
09.07 | 6 |
Pau
|
Gavarnie-Gèdre
|
186.00 km |
10.07 | 7 |
Hagetmau
|
Bordeaux
|
175.00 km |
11.07 | 8 |
Périgueux
|
Bergerac
|
182.00 km |
12.07 | 9 |
Malemort
|
Ussel
|
185.00 km |
13.07 | 10 |
Aurillac
|
Le Lioran
|
167.00 km |
15.07 | 11 |
Vichy
|
Nevers
|
161.00 km |
16.07 | 12 |
Circuit Nevers Magny-Cours
|
Châlon-sur-Saône
|
181.00 km |
17.07 | 13 |
Dole
|
Belfort
|
205.00 km |
18.07 | 14 |
Mulhouse
|
Le Markstein
|
155.00 km |
19.07 | 15 |
Champagnole
|
Plateau de Solaison
|
184.00 km |
21.07 | 16 |
Évian-les-Bains
|
Thonon-les-Bains
|
26.00 km |
22.07 | 17 |
Chambéry
|
Voiron
|
175.00 km |
23.07 | 18 |
Voiron
|
Orcières-Merlette
|
185.00 km |
24.07 | 19 |
Gap
|
L'Alpe-d'Huez
|
128.00 km |
25.07 | 20 |
Bourg-d'Oisans
|
L'Alpe-d'Huez
|
171.00 km |
26.07 | 21 |
Thorny
|
Paris
|
130.00 km |
Met dit parcours heb je echter nul spanning als Pogacar in vorm is en blijft, maar ook nul spanning als Pogacar om welke reden dan ook afwezig is of uitvalt. Dan wint Vingegard namelijk hoogstwaarschijnlijk met net zoveel gemak. Richt je het parcours in op Evenepoel, dan heb je ook bij afwezigheid van Pogacar een mooi duel, tussen een pure klimmer en een tijdrijder.
Anderzijds: het is echt een utopie dat lange tijdritten ervoor zouden zorgen dat de tour spannend zou worden. Kijk voor de lol maar even naar Pogacar zijn tijdritten in de laatste twee tours, ook de vlakke.
Kans bestaat dat Evenepoel, die uiteraard topfavoriet is voor de dagzege, op dat moment al op achterstand staat van zijn ploegmaat én concurrent voor het podium Lipowitz.
Grote kans op Pogacar de hele Tour in het geel.
Op de één of andere manier heb ik het idee dat Van der Poel deze editie overslaat en na de voorjaarscampagne (mits geslaagd) de MTB uit het schuurtje haalt.
- wat dit jaar de eerste week m.i. erg leuk maakte waren de punchy ritten waar veel verschillende renners konden winnen. Komend jaar lijkt dat wat minder zo te zijn, al zijn er meer ritten a la Vire Normandie waar aanvallers in het voordeel zijn.
- de niet al te lange maar geaccidenteerde tijdritten hebben we wat mij betreft nu wel uitgespeeld. Jammer dat die er in '26 opnieuw in zit. Wat is er mis met een wat vlakkere tijdrit van ~40km voor de verandering?
- zeven sprintritten is echt wel weer veel. Hopelijk blijkt later uit de profielen dat de sprintploegen nog wel moeite moeten gaan doen voor de massasprint.
- mooi dat de eerste twee aankomsten bergop niet te steil zijn, dan staat Pogi na week 1 wellicht nog geen vijf minuten voor.
- etappe 14 en 15 worden wel pareltjes, verwacht ik. Zowel de Haag als Plateau de Solaison zijn pittig en prachtig.
- jammer van de twee keer Alpe d'Huez, zo speciaal en zwaar is die berg nou ook weer niet. Als je de zaterdag bijvoorbeeld vanuit BdO de Glandon - Madeleine - Col Tougnète pakt heb je een originelere etappe, bovendien korter en een nieuwe Tourcol.
- opnieuw heb ik toch wel weer het gevoel dat de Tour zwaarder is dan vorige jaren. Dit jaar zag Pogi al bleekjes en vermoeid in week 3, maar de rest ook. Hopelijk krijgen we zo niet al te matte slotweken.