Tour 2025: Voorbeschouwing favorieten bergklassement – Het zekere voor het onzekere
Standaard is het een van de moeilijkste klassementen om te voorspelen: de strijd om de bolletjestrui in een grote ronde, in dit geval de Ronde van Frankrijk 2025. Toch gaan we er ons aan wagen. WielerFlits blikt vooruit!
Historie
Laatste winnaars Tour de France
Vorig jaar
Het bergklassement telde vorig jaar maar drie leiders. Op de eerste dag veroverde Jonas Abrahamsen de leiderstrui. Hij had zich via een speciaal dieet (waarbij hij áánkwam) voorbereid op de Tour en was in de openingsweek zo’n beetje de enige renner die zin had om aan te vallen in de sprintetappes.
Zodoende droeg hij tien dagen de bolletjestrui, totdat Tadej Pogačar de leiding in het klassement overnam na de eerste bergrit met aankomst in Le Lioran. Hij leek af te stevenen op een derde eindzege, maar daar stak Richard Carapaz een stokje voor. De gelouterde klimmer uit Ecuador won in de slotweek een rit en nam in het slotweekend ook de bolletjestrui over.

foto: Cor Vos
Puntentelling
Voor het bergklassement telt de optelsom van alle punten die zijn behaald op beklimmingen. Alle bergen in de komende Ronde van Frankrijk zijn ingedeeld in vijf categorieën, variërend van de buitencategorie (zwaar) tot de vierde categorie (licht). Op de zware en lange beklimmingen zijn meer punten te verdienen dan op de lichte en korte. De hoogste bergtop van deze ronde is de Col de la Loze, waar de achttiende etappe finisht. Alleen daar zijn deze Tour dubbele punten te verdienen.
Daar ligt dit jaar ook de Souvenir Henri Desgrange, een geldprijs van 5.000 euro voor de renner die er als eerste bovenkomt. Dit is altijd op de hoogste bergtop, tenzij de Galibier in het parcours zit. Daar is namelijk een gedenksteen ter nagedachtenis aan Desgrange, de geestelijk vader van de Tour en de eerste koersdirecteur. Maar die zit er deze editie niet in en dus verschuift dat naar de hoogste top, in dit geval de Col de la Loze: 2.304 meter boven zeeniveau.

Henri Desgrange – foto: Agence Rol
In het geval van gelijke punten in Parijs krijgt de renner met de meeste eerste plaatsen op beklimmingen of aankomsten bergop van buitencategorie de bolletjestrui. Als de stand dan nog steeds gelijk is, telt de ASO het aantal eerste plaatsen op beklimmingen of aankomsten bergop van eerste categorie bij elkaar op. Is de stand dan nog gelijk, dan kijkt men naar het aantal eerste plaatsen op beklimmingen van tweede, derde en vierde categorie. In het uiterste geval is de positie in het algemeen klassement doorslaggevend.
Alleen renners die uitrijden, worden opgenomen in het klassement. Als een renner buiten tijd over de streep komt maar van de wedstrijdjury in koers mag blijven, dan verliest hij wel al zijn punten in het bergklassement. Tot slot, de opbrengsten. Wat verdient de winnaar van het bergklassement, naast eeuwige roem? Allereerst spekt hij met de eindzege in het bollenklassement de ploegpot met 25.000 euro. Daarnaast ontvangt hij 210 UCI-punten. De nummers twee en drie krijgen respectievelijk 150 en 110 punten.

foto: Ties Wijntjes
Col de la Loze (als dak van de ronde dubbele punten, hors categorie)
40 – 30 – 24 – 20 – 16 – 12 – 8 – 4 punten
Hors catégorie-klim
20 – 15 – 12 – 10 – 8 – 6 – 4 – 2 punten
- Hautacam
- Tourmalet
- Superbagnères-Luchon
- Mont Ventoux
- Col du Glandon
- Col de la Madeleine
- Col du Pré
- La Plagne
Eerste categorie-klim
10 – 8 – 6 – 4 – 2 – 1 punten
- Col du Solour
- Peyragudes
- Col de Peyresourde
- Col des Saisies
Tweede categorie-klim
5 – 3 – 2 – 1 punten
Onder andere:
- Puy de Sancy
- Col d’Aspin
- Cormet du Roselend
Derde categorie-klim
2 – 1 punten
Vierde categorie-klim
1 punt
Favorieten
Het bergklassement is vaak een doel van een vooraf onbekende gegadigde. Vaak is dat gissen. Ook gebeurt het met enige regelmaat dat iemand er een doel van maakt, die aanvankelijk met ambities voor de gele trui (of het eindklassement) start. Ook dat is op voorhand niet te voorspellen. Gelukkig bood Richard Carapaz dit jaar uitkomst, want de gevleugelde klimmer uit Ecuador liet weten vol voor de bolletjestrui te gaan. Maar de enige zekerheid die we hier hadden, is weggevallen. Carapaz – die ook titelverdediger is – heeft maag/darmproblemen en start niet.

Neemt veelvraat Pogacar dit nevenklassement erbij? – foto: Cor Vos
In onze voorbeschouwing nemen we daarom maar het zeker voor het onzekere, al is dat natuurlijk op voorhand ook relatief. De beste klassementsrenners eindigden de voorbije jaren steevast in de top van het bergklassement. Daarom stippen we Tadej Pogačar als topfavoriet aan. De 26-jarige Sloveen won de bolletjestrui al twee keer: in 2020 en 2021 was hij de beste, maar was het wel bijvangst naast zijn Tourzege. Vorig jaar werd hij ook tweede na Carapaz. Zeker gezien de eerste Tour-helft, heeft Pogačar met zijn explosiviteit het voordeel ten opzichte van andere ronderenners.

Vingegaard won het bergklassement ook al eens – foto: Cor Vos
Zijn eeuwige rivaal Jonas Vingegaard haalde zelfs al vier keer het podium in het bergklassement. In 2022 was de bolletjestrui ook voor hem een mooie bonus naast zijn Tourzege. Daarnaast werd de kopman van Visma | Lease a Bike derde in 2021, 2023 (toen hij eveneens de gele trui mee naar huis nam) en vorig jaar. Ten opzichte van Pogačar heeft Vingegaard het nadeel dat hij in de eerste helft van de Tour mogelijk iets minder bergpunten kan verzamelen op de puncheur-aankomsten dan de Sloveen. Al valt dat in het niet bij de hoge bergtoppen in de tweede helft van de Tour.

Evenepoel pakte al eens de blauwe bolletjestrui in Spanje – foto: Cor Vos
Als we kijken naar de strijd om de gele trui, dan is de verwachting dat we een tweestrijd krijgen in het klassement tussen de Sloveense drievoudig winnaar en de Deense tweevoudig winnaar. Remco Evenepoel hoopt zich daartussen te mengen. De 25-jarige Belg werd vorig jaar op gepaste afstand derde in het klassement. De kopman van Soudal-Quick Step lijkt in goeden doen, maar dat leek hij in de Vuelta a España van 2023 ook. In het voorlaatste weekend zakte hij echter weg. In de slotweek koos hij toen vijf keer voor de aanval, met twee ritzeges én de bolletjestrui daar als beloning.

Mogen de Fransen dromen van Martinez? – foto: Cor Vos
Het bergklassement werd het vaakst gewonnen door iemand uit Frankrijk. Sinds de invoering in 1933 was de winnaar 24 keer iemand uit eigen land. De laatste was de onlangs gestopte Romain Bardet in 2019. Op de startlijst zien we ook nu vooral Fransen die weleens een doel kunnen maken van de bolletjestrui. We beginnen met toptalent Lenny Martinez. Voor de bijna 22-jarige klimmer lijkt deze Tour nog net een jaar te vroeg te komen om voor een goed klassement te gaan. In Parijs-Nice en het Critérium du Dauphiné won hij dit jaar al een bergrit. Lukt dat in de Tour ook, dan zal pocketklimmer Martinez ook wellicht hoog komen te staan in de strijd om de bolletjestrui. Hij zou daarmee in de voetsporen treden van zijn opa Mariano Martínez, die in 1978 het bergklassement won.

Alaphilippe in de bollen in 2018 – foto: Cor Vos
Naast Pogačar en Vingegaard staat er in ieder geval nog een oud-winnaar van de bollentrui aan het vertrek. In 2018 won Julian Alaphilippe na een sterke openingsweek de eerste Alpenrit naar Le Grand-Bornand vanuit de vroege vlucht en nam toen de leiding in het bergklassement. Hij won later nog een rit in de Pyreneeën en mocht zo in Parijs – met een straatlengte voorsprong op Warren Barguil – de bolletjestrui in ontvangst nemen. De wijze waarop hij klom in de Ronde van Zwitserland en het feit dat zijn Zwitserse ploeg Tudor Pro Cycling wil bewijzen dat ze hun wildcard verdienen, kunnen ervoor zorgen dat Alaphilippe een goede kans maakt om hier te winnen.

Armirail draaide in ieder geval goed warm dit jaar – foto: Cor Vos
Tot dusver passeerden alleen enkele grote namen de revue. Bruno Armirail is wat dat betreft de vreemde eend in de bijt. De 31-jarige renner van Decathlon AG2R La Mondiale won nog nooit een rit in lijn tijdens zijn carrière, maar wel vier tijdritten – waarvan drie keer het Frans kampioenschap, de laatste afgelopen week. De lange tijdrijder werd geboren aan de voet van de Pyreneeën in Bagnères-de-Bigorre. Een inspiratie, wellicht? Dit jaar veroverde Armirail namelijk de zege in het bergklassement in het Critérium du Dauphiné en de Ronde van het Baskenland. Ook werd hij derde in die van de Ronde van Catalonië. Hij valt dit jaar op door zijn aanvalsdrang.

Champoussin is een prima klimmer – foto: Cor Vos
Bij XDS Astana kun je er bijna vergif op innemen dat ze opnieuw iemand willen laten meedoen voor de zege in het bergklassement. Dat levert in Parijs toch weer 210 UCI-punten op en ook de overige podiumplaatsen leveren 150 en 110 UCI-punten op. Dat is weliswaar hetzelfde aantal voor een plek bij de eerste drie in een losse etappe, maar dat is voor de minder explosieve Clément Champoussin een stuk lastiger. Dat terwijl de 27-jarige Franse klimmer wel over een lange adem beschikt. Hij werd dit jaar zevende in Parijs-Nice en tiende in zowel de Ronde van Zwitserland als de Ronde van het Baskenland, maar dat lijkt in de Tour te hoog gegrepen. De bolletjestrui niet.

Halland Johannessen primus in Luxemburg, 2023 – foto: Cor Vos
Vorig jaar pakte Uno-X Mobility in de eerste helft van de Tour heel veel media-exposure dankzij het aanvallende rijden van Jonas Abrahamsen, maar ook doordat hij lange tijd in de bolletjestrui reed. Nu gaan de Noren vol voor een ritzege, maar mocht dat al vroeg lukken: dan kan het bergklassement ook een interessant tweede doel zijn. Als je dan toch moet aanvallen om ritten te winnen, kan het best een mooie bijvangst zijn. We denken aan Tobias Halland Johannessen. De 25-jarige Noor was onlangs vijfde in het Critérium du Dauphiné en in maart elfde in Tirreno-Adriatico, maar dat lijkt in de Tour lastiger. In 2023 joeg hij ook al eens op de bolletjestrui.

Storer won in 2021 het bergklassement in de Vuelta – foto: Cor Vos
Voor de strijd om de bergpunten is het vaak uitkijken naar mannen die goed kunnen klimmen, maar geen klassement ambiëren. Bij Tudor Pro Cycling hebben ze naast Alaphilippe zodoende nog een tweede kandidaat voor dit klassement. Michael Storer was dit voorjaar al vijfde in Parijs-Nice en hij won op indrukwekkende wijze de Tour of the Alps. Dat allemaal in aanloop naar de Giro d’Italia, zijn hoofddoel. Daar stelde hij met een tiende plek toch een beetje teleur. De 27-jarige Australiër won in 2021 al eens het bergklassement in de Vuelta (met twee ritzeges daarbij) en in 2023 was hij de eerst renner buiten de klassementsrenners; hij eindige toen als derde.

Ben Healy rijdt al het gehele seizoen loeisterk – foto: Cor Vos
Bij afwezigheid van Carapaz en het ontbreken van een duidelijk klassementsdoel, kan EF Education-EasyPost opnieuw een doel maken van de bolletjestrui. Dat hebben ze de laatste jaren al vaker gedaan, namelijk. In 2022 zou Ruben Guerreiro dat klassement aanvallen, maar moest hij in etappe negen opgeven. Een jaar later reed Neilson Powless lange tijd aan de leiding, maar moest hij in het hooggebergte capituleren. Vorig jaar won natuurlijk Carapaz zelf. Met het huidige parcours dat voor ons ligt, noteren we ook Ben Healy. Hij komt in de eerste helft terecht in een speeltuin. Maar heel het jaar valt hij ook al aan in zware etappes. Kan hij dat in de Tour opnieuw?
Outsiders
Net omdat het bergklassement zo’n lastig te voorspellen strijd is, is het lijstje met outsiders ook wat langer dan gebruikelijk. We beginnen met de klassementsrenners die er een doel van kunnen maken, als ze wegvallen in hun jacht op een topnotering. We denken dan aan Florian Lipowitz, Enric Mas, Guillaume Martin, (die al eens het bergklassement won in de Vuelta) Santiago Buitrago en met name Felix Gall. De Oostenrijker was in 2023 immers al dichtbij de eindzege in het bergklassement, maar liet hij dat varen na zijn ritzege in Courchevel. Zodoende maakte hij het winnaar Giulio Ciccone niet lastig genoeg meer in de laatste paar etappes.

Gall droeg in 2023 al eens kort de bolletjestrui – foto: Cor Vos
Dan naar de renners die voor ritten gaan deze Tour. Met die strategie kun je in de tweede helft van de Tour in de vele bergetappes snel oprukken in het bergklassement. In dat geval kijken we vooral naar ploegen die hier echt een doel van kunnen maken, zoals Tudor Pro Cycling. We vermelden daarom ook de namen van Sergio Higuita, Harold Tejada en Simone Velasco (XDS Astana), Anders Halland Johannessen, Noors kampioen Andreas Leknessund (Uno-X Mobility) en vooral Kévin Vauquelin. De 24-jarige Fransman is al heel het jaar in topvorm, werd tweede in de Ronde van Zwitserland, maar ambieert voorlopig geen Tourklassement. Hij won vorig jaar al een etappe.
Tot slot nog de twijfelgevallen. Zo wil bijvoorbeeld Lennert Van Eetvelt voor een klassement gaan, maar we vragen ons af of hij daarvoor de juiste vorm heeft. Zo niet, dat is hij sterk genoeg om voor ritzeges te gaan. Dan komt de bolletjestrui ook altijd in zicht. Bij Movistar hebben ze met Pablo Castrillo en Einer Rubio twee sterke klimmers die hier een doel van kunnen maken, maar dat hangt wel af van hoe goed het gaat met kopman Mas. Ook van oudgedienden als Emanuel Buchmann, Ion Izagirre (beiden Cofidis, dat hier ook vaak op mikt) en Alexey Lutsenko (Israel-Premier Tech) is het afwachten hoe ze ervoor staan. Idem voor Georg Zimmermann (Intermarché) én Oscar Onley (Picnic PostNL). Die laatste is in topvorm, maar de vraag is of hij de bolletjestrui als hoofdprijs ziet. Voor zijn ploeggenoot en oud-winnaar (2017) Warren Barguil geldt dat wél.

Barguil won de bergtrui in 2017 – foto: Cor Vos
Pogacar
Lipowitz, Alaphilippe
Arensman, Storer, Vauqelin
Vingegaard, Evenepoel, de Plus, Martinez, van Aert
Die heeft volgens mij teveel andere belangen: Roglic in de eerste plaats en een eigen klassement/witte trui op de tweede plaats.
Denk dat de Tour al te ver gevorderd zal zijn mocht hij er ergens doorheen zakken om nog de bollen te pakken.
Zou hem vervangen door een Astana-man genre Champoussin, Tejada, Higuita of Velasco, verwacht dat het voor hen net als in de Giro (waar ze 1 en 2 eindigden) een topprioriteit zal zijn als 'makkelijk' puntengewin voor de UCI-ranking.
Verder zal het tussen de Tourwinnaar en de best klimmende ontsnappert en sprokkelaar gaan. Lenny zou top zijn. Qua sterren zou ik die inwisselen voor Evenepoel, wederom raar dat die daar zo hoog staat. Tenzij je er van uit gaat die zijn klassement al snel verliest en gaat ritten kapen.
Dat scenario zie ik overigens wel gebeuren bij een Gall, Rodriguez of een Buitrago. Stel dat een van hun het klassement laat varen dan zijn het mooie vrijbuiters voor de trui.
Geen dubbele punten, alleen op Col de la Loze. Niet in het artikel benoemd, omdat ze er al een paar jaar niet zijn. Maar heb nu voor de duidelijkheid wel een zinnetje toegevoegd.
Wat zou het heerlijk zijn als dit uitdraait op een intense ploegenbattle voor de degradatiestrijd tussen Astana (Champoussin, Tejada, Velasco en Higuita) vs Cofidis (Izagirre, Teuns en Buchmann) vs Picnic (Onley, Van den Broek en Barguil) aangevuld met ploegen die er hun Tour door willen kleuren zoals Uno-X (Leknessund, Johannessens), Tudor (Alaphilippe en Storer), Arkéa (Vauquelin en Rodriguez), EF (Powless, Healy, Baudin en Sweeny), Movistar (Castrillo, Rubio en Romeo), Israel (Woods, Lutsenko en Blackmore), Total (Jegat en Cras).
En nu we toch aan het dromen zijn...om de strijd onderweg wat extra aan te wakkeren, op elke col die niet als aankomst dient:
Col buiten categorie: 5 seconden tijdwinst voor wie eerst boven is + voor al zijn ploeggenoten
Col 1ste categorie: 4 sec
Col 2de: 3 sec
Col 3de: 2 sec
Col 4de: 1 sec