foto: Sirotti

De niet-klimmers zullen opgelucht ademhalen: de Pyreneeën-ritten zijn voorbij. Vrijdag staat een vlakke etappe op het programma. Veel aanvallers zien het als de laatste kans op dagsucces, maar ook sprinters kunnen winnen in Bergerac. WielerFlits blikt vooruit.

Parcours
De negentiende rit kent weinig hindernissen. Tussen Maubourguet Pays du Val d’Adour en Bergerac moet er op voornamelijk vlakke wegen ruim twee honderd kilometer worden afgelegd. Er zit maar één gecategoriseerd klimmetje in het parcours verwerkt, en deze is slechts van vierde categorie.

Maar pas op: deze heuvel ligt op dertien kilometer van de aankomst. Dit kan nog voor gevaar zorgen. De Côte de Monbazzilac, want daar gaat het over, is 1,3 kilometer lang en kent een gemiddeld stijgingspercentage van 7.6 procent. Kort, maar steil dus. Dit maakt het voor de minder goed klimmende sprinters niet eenvoudig.

Favorieten
De grote vraag voor vrijdag is: wordt het een massasprint of mogen de aanvallers strijden om de zege? Te veel ploegen lijken er een belang bij te hebben om de etappe te laten eindigen in een sprint. Als deze formaties effectief de koers controleren, is de kans op dagsucces voor vluchters klein.

Ten eerste zal Katusha het graag op een sprint willen laten aankomen. De sprintkopman van de Russische ploeg, Alexander Kristoff, zou voorafgaand aan de Tour misschien niet dé topfavoriet zijn, maar hij heeft deze rol inmiddels wel verdiend. De laatste twee sprintetappes werden namelijk door de Noor gewonnen. Bovendien zal hij – in tegenstelling tot enkele andere sprinters – weinig moeite hebben om het klimmetje in de finale te overleven. Dat maakt Kristoff een belangrijke kanshebber.

Ook Cannondale heeft er belang bij om de koers te controleren. Peter Sagan haalde al negen maal de top vijf, maar wist nog geen enkele keer te winnen. Als hij in deze ronde nog eens juichend over de streep wil komen, dan lijkt de rit naar Bergerac daarvoor het meest geschikt. De heuvel in de slotfase maakt de koers zwaarder en dat is in zijn voordeel. Winnen op de Champs-Élysées is voor hem een stuk lastiger, omdat renners als Marcel Kittel meer snelheid in de benen hebben.

Maar Kittel is ook vrijdag niet volledig kansloos. Als het parcours zou zijn gebruikt voor een eendagskoers had de Duitser een goede kans gemaakt. Nu heeft hij echter al drie weken koers in de benen. De vraag is of hij daarmee over het klimmetje in de finale geraakt. En als het hem dat al lukt: hoeveel energie hij nog over heeft in de sprint. Giant-Shimano heeft met John Degenkolb echter nog een tweede kanshebber. Hij is weliswaar iets minder snel, maar kan beter het heuveltje over.

Het moge inmiddels duidelijk zijn: de Côte de Monbazzilac heeft een sleutelrol in de finale in het geval dat er moet worden gesprint. Wie overleeft en wie niet? Arnaud Démare en André Greipel horen bij de snelsten van het peloton, maar ook voor deze twee renners is het onzeker of ze over de klim geraken. Vermoedelijk gaan de ploegen van beter klimmende sprinters, zoals Cannondale en Katusha, het tempo op de heuvel flink opvoeren om zoveel mogelijk rappe mannen te lossen.

Tot slot zijn ook aanvallers niet kansloos. Als er een grote groep vertrekt, wordt het moeilijker voor de sprintersploegen om de koers te controleren. In dat geval zijn er vele mogelijke kanshebbers. Lars Boom is bijvoorbeeld altijd gevaarlijk in een kopgroep, maar ook Sebastian Langeveld en Niki Terpstra zouden voor Nederlands succes kunnen zorgen. De Belgen hebben met onder meer Jan Bakelants en Greg Van Avermaet eveneens goede aanvallers.

Favorieten volgens WielerFlits
**** Alexander Kristoff
*** Peter Sagan en John Degenkolb
** Marcel Kittel, André Greipel en Arnaud Démare
* Lars Boom, Ramunas Navardauskas, Jan Bakelants en Greg Van Avermaet