Tirreno-Adriatico pakt uit met bergrit en schrapt ploegentijdrit
Tirreno-Adriatico heeft weer een bergetappe opgenomen in het parcours. De Italiaanse voorjaarsronde gaat op de vierde dag naar Sassotetto. Vorig jaar liet de koers de bergen nog links liggen, waardoor het vooral een wedstrijd voor ‘klassieke’ renners werd. Voor 2020 is bovendien de ploegentijdrit geschrapt.
Geen ploegentijdrit
De openingsetappe was de laatste jaren een ploegentijdrit met start en finish in Lido di Camaiore. Die stad is volgend jaar nog steeds de gastheer van de eerste rit, maar nu is dat een reguliere etappe van 134 kilometer die gemaakt lijkt voor de sprinters. Ook de tweede rit naar Follinica is dat. De derde en langste etappe naar Sacrofano is voor de puncheurs. Onderweg zijn al de nodige heuvels opgenomen, maar de beslissing zal waarschijnlijk vallen in de slotkilometer. Het laatste stuk voor de finish gaat aan 6 à 7% omhoog.
Derde aankomst op Sassotetto
Op de vierde dag staat de koninginnenrit gepland. De 204 kilometer lange etappe kent zes beklimmingen waarvan er vier gecategoriseerd zijn. De slotklim naar Sassotetto is zwaar. Het gemiddelde stijgingspercentage ligt tussen de 6 en 7%, maar kent ook pieken boven de 10%. In 2018 wist Mikel Landa op 1.362 meter hoogte de vorige bergrit naar Sassotetto te winnen. In 2009 ging de zege naar Egoi Martinez.

Mikel Landa wint in 2018 op Sassotetto – foto: LaPresse
De vijfde etappe bestempelt de organisatie van Tirreno-Adriatico als de ‘muur-etappe’. In deze rit zijn veel korte, steile beklimmingen opgenomen. Het peloton werkt drie keer een lokale ronde van 25 kilometer af rondom Loreto, waar de finish ligt. Naast de klim naar Loreto (met stukken tot 10%) beklimmen de renners ook drie keer de helling naar Recanati.
De laatste etappe voor de afsluitende tijdrit is een sprintetappe naar Senigallia. San Benedetto del Tronto is traditioneel het strijdtoneel voor de individuele tijdrit. Dan weten we wie Primož Roglič opvolgt als eindwinnaar van de Corsa dei due mari.
Tirreno-Adriatico – Rittenschema
11 maart, etappe 1: Lido di Camaiore – Lido di Camaiore (134 km)
12 maart, etappe 2: Camaiore – Follinica (198 km)
13 maart, etappe 3: Follonica – Sacrofano (233 km)
14 maart, etappe 4: Terni – Sassotetto (204 km)
15 maart, etappe 5: Pieve Torina – Loreto (181 km)
16 maart, etappe 6: Castelfidardo – Senigallia (178 km)
17 maart, etappe 7: San Benedetto del Tronto – San Benedetto del Tronto (10,1 km, ITT)
Met een discipline als TTT, een pure teamprestatie, doorbreek je die dunne grens. Deze heeft bijgevolg niets meer te maken met de individuele sport die wielrennen wel degelijk is.
Zolang de ploeg er is als ondersteuning van het individu (vb. een kopman uit de wind zetten, de sprint aantrekken, bidon's brengen, etc.), vind ik het helemaal geen probleem. Integendeel dat maakt net deel uit van de charme van het wielrennen. Zelfs extreme situaties als de 'SKY-trein' vallen daarbij nog steeds binnen het karakter van de sport.
Een ploegentijdrit is voor mij echter een brug te ver, maar het staat je vrij daar anders over te denken.
Dan vind je het dus ook niks als Quickstep waaiers trekt? Dat heeft immers ook weinig met de individuele renner te maken.
Ook jammer voor tjv