Over Thomas Dekker verscheen in het voorjaar bijna iedere dag wel nieuws. En dat terwijl de prestaties van de Nederlander de eerste maanden niet om over naar huis te schrijven waren. Nu hij zijn vorm weer lijkt te hebben gevonden en beter in zijn vel zit, reageert hij in Sportweek op de berichten.

“In de aanloop naar de Amstel Gold Race en Luik-Bastenaken-Luik heb ik mijn best gedaan om zoveel mogelijk journalisten te woord te staan, om mijn verhaal te doen”, zo verklaart Dekker de vele interviews die werden geplaatst. “Vervolgens zie ik dat alles wat ik zeg, wordt uitvergroot. Elke lettergreep wordt opgeblazen en lees ik werkelijk op elke site en in elke krant terug. Het werd die periode allemaal wat te veel voor mijn gevoel, er was overál wat over me te lezen.”

Ferrari
Een voorbeeld hiervan, is de mening van sommigen dat hij een veel te luxe leven rijdt om serieus te koersen. “Als ik met een Ferrari naar de koers kom, en dat wordt dan weer gefilmd, denkt iedereen dat ‘ie van mij is. Maar ik heb helemaal geen Ferrari. Ik ken toevallig iemand met een Ferrari en die zegt tegen mij: je mag er zo vaak in rijden als je wilt. Nou, dat vind ik wel leuk natuurlijk! Wie houdt er nu niet van mooie, snelle auto’s?”

“Vervolgens word ik gefilmd als ik aan kom rijden in die auto. Tja, als ik thuis zat en ik zag die beelden van een ander, zou ik er ook zo mijn gedachten bij hebben. ‘Zo’n jonge vent met een Ferrari, en zijn prestaties zijn er niet eens naar! Wat een verwend jong!’ Goed, ik weet dat ik niet verwend ben, dat ik voor alles wat ik heb hard gewerkt heb. En dat die auto niet van mij is.”

Buitenwereld
“Ik begrijp dat de buitenwereld een verkeerd beeld van me heeft. Maar ik laat die Ferrari niet staan vanwege wat anderen van me zouden kunnen denken. Zó erg trek ik het me ook weer niet aan. En wie doe ik er kwaad mee door in die Ferrari te zitten? Alleen mezelf, want ik moet vaker naar de benzinepomp.”